Een aantrekkelijke job biedt ruimte voor een leven naast de job
De krapte op de arbeidsmarkt is een belangrijk en actueel economisch fenomeen: bedrijven vinden de mensen niet die ze nodig hebben, of vrezen hun kostbare werkkrachten te verliezen aan de concurrentie. Voor heel wat economen is de oplossing simpel: maak werken aantrekkelijk door niet-werken onaantrekkelijk te maken, bijvoorbeeld door de werkloosheidsuitkeringen nog verder te verlagen: dit moet de homo economicus ertoe aanzetten een job altijd te verkiezen boven geen job. En lok werknemers met het lokaas van hogere lonen.
Inzichten en bevindingen uit experimenten met kortere werkweken en sociologisch tijds- en arbeidsonderzoek kunnen onze ‘economische’ kennis hier aanvullen, en wie weet wel inspireren om bepaalde problemen vanuit een ander perspectief te bekijken.
Want klopt het wel dat alleen geld bepaalt waar we willen werken en waarom inactieven en werkzoekenden (nog) niet aan het werk zijn? Een aantrekkelijke job heeft immers niet enkel met het loon te maken. Door de krapte op de arbeidsmarkt is het voor werkgevers belangrijker dan ooit te luisteren naar wat (potentiële) werknemers wensen en belangrijk vinden in een job. Hoe kunnen jobs echt aantrekkelijker gemaakt worden, en hoe kunnen we werkomgevingen creëren die bijdragen tot het welzijn van mensen? Een aantrekkelijke job biedt ruimte voor een leven naast de job.
Voor bedrijven in concurrentiële markten met een war for talent kan het interessant zijn om na te denken over het aanbieden van kortere werkuren. Om zich te onderscheiden van hun concurrenten zijn er in Europa al heel wat IT-bedrijven en startups die een kortere werkweek aanbieden aan kandidaat-werknemers: alleen zo kunnen zij de juiste mensen aantrekken. Jongere mensen lijken meer belang te hechten aan tijd voor niet-werkgerelateerde zaken en een goede work-life balance. Kortere werkweken (minder uren per week) of meer vakantiedagen zijn dan goede manieren om een job, en daarmee ook de werkgever, aantrekkelijk te maken. En ook uit onderzoek van de UGent blijkt dat veel verlof, weinig overwerken op atypische tijden zoals weekends en avonden en weinig overwerk in het algemeen belangrijke aspecten van een job zijn voor Vlaamse werknemers.
Werken op atypische tijden is vaak onaantrekkelijk omdat het botst met andere tijdsstructuren: weekenden en avonden zijn het moment voor vrije tijd en sociale interactie. Werk je op deze momenten, dan zal je hier niet aan kunnen deelnemen en wordt het ook veel moeilijker om je vrije tijd af te stemmen op die van je gezin en vrienden, die waarschijnlijk wel op ‘normale’ werktijden werken. Geen wonder dat mensen werk op atypische tijden zo negatief ervaren.
Sommige jobs moeten natuurlijk wel gebeuren op deze atypische tijden: denk bijvoorbeeld aan verpleegkundigen op de spoed of in nachtdiensten. Die essentiële beroepen kunnen op andere manieren aantrekkelijker gemaakt worden, zoals een hogere waardering door hier bijvoorbeeld wel een hogere verloning te voorzien en de werkomstandigheden te verbeteren. Maar zijn die atypische, erg onaantrekkelijke werktijden een prijs die we ook bij andere, minder essentiële beroepen kunnen eisen van werknemers?
Niet enkel jobs met atypische werktijden maken het leven naast de job moeilijk. De typische werktijden van de gangbare, voltijdse job botsen met de normale schooluren. Resultaat: om werk met zorg voor de kinderen te combineren gaan velen individueel deeltijds werken – en dat zijn vooral vrouwen. Meer dan vier op tien vrouwen die werken in België, werkt deeltijds, tegenover slechts iets meer dan een op tien mannen. Deze vrouwen dragen individueel de kost van de conflicterende structuren in de samenleving, met als gevolg o.a. minder pensioenopbouw, lagere werkloosheids- en ziekte-uitkering, en minder kansen op promotie. Werkgevers zitten hier misschien minder mee in, hoewel ook zij gebaat kunnen zijn met het rekeninghouden met de andere rollen en levenssferen van hun werknemers, maar als samenleving zouden we verontwaardigd moeten zijn over deze ongelijkheid en moeten we zoeken naar collectieve oplossingen waarbij een eerlijkere verdeling van de zorgtaken, een gezonde combinatie tussen werk en privéleven, en ons welzijn voorop staan.
Niet alleen kortere werktijden, die meer sporen met de noden naast het werk, maar ook meer autonomie en flexibiliteit vanuit de werknemer zelf kunnen het werk aantrekkelijker maken. Een werknemer die zelf mee kan bepalen hoe het werk gepland wordt en zelf enige controle heeft over zijn werkuren, is vaak meer tevreden over de job en zal zijn werk ook langer willen blijven doen. Ook de optie tot telewerk is belangrijker geworden voor werknemers, nu dat velen hebben ervaren dat dat de combinatie met het privéleven soms kan vergemakkelijken.
Inspiratie voor hoe arbeidsduurvermindering in tijden van krapte op de arbeidsmarkt toch kan werken, kan men ook halen uit hoe bedrijven die experimenteren met kortere werkuren zich hierop voorbereiden. De meesten staan stil bij hun arbeidsorganisatie en hun manier van werken. Ook Femma Wereldvrouwen vzw, die in 2019 een jaar lang experimenteerde met een 30-urenwerkweek en sinds begin 2022 definitief overschakelde naar een 32-urenwerkweek, keek kritisch naar de eigen organisatie. De meeste van de weggevallen uren werden vervangen, maar dankzij een reorganisatie waarbij zelfsturende teams gevormd werden en werknemers getraind werden in keuzes maken en gefocust werken (de kortere werkweken hielpen ook om gefocust te blijven) konden enkele van de weggevallen uren zo worden opgevangen. Andere voorbeelden, bv. Microsoft Japan, knipten in de tijd besteed aan vergaderingen. Kritisch kijken kan de prioriteiten weer scherpstellen. Opgelet, een volledig productiviteitsbehoud met minder werkuren lijkt me niet realistisch en ook niet wenselijk. Dit zou de druk en stress bij werknemers kunnen verhogen, zoals in een experiment met de vierdagenwerkweek in Nieuw-Zeeland het geval was.
Niet alle bovengenoemde maatregelen zullen van toepassing zijn op alle sectoren en beroepen. Er zijn ook al heel wat bedrijven en organisaties actief bezig met tijd en het creëren van aantrekkelijkere werkomgevingen. Dat de focus vandaag echter vooral op geld ligt, zowel voor werkgevers als werknemers, is in tijden van hoge inflatie en economische onzekerheid niet onlogisch. Mijn betoog is ook niet om vanaf morgen allemaal over te schakelen op een kortere werkweek, maar eerder een aanmoediging om te durven kleine stappen te zetten, kleine experimentjes op te zetten rond andere aspecten van werk, en daaruit te leren. Zoals ook Riet Ory, adjunct-directeur van Femma Wereldvrouwen vzw, in de Welgemeend Podcast zegt: “Iedereen die aan de slag gaat met tijd op de werkvloer en een gezondere werkplek wil organiseren verdient een pluim”. Want een job is zoveel meer dan enkel een loon.
— Franne Mullens is doctoraatsonderzoeker in de sociologie aan de VUB. Deze bijdrage verscheen in de reeks Doordenkers bij Knack.