Tijdelijke steun aan industrie moet klimaattransitie versnellen
Het is een gevaarlijk idee dat we eerst nog even deze crisis moeten doorworstelen volgens het status-quo. © Marcin Jozwiak
De Vlaamse overheid voorziet 250 miljoen aan subsidies en een miljard aan renteloze leningen om bedrijven te ondersteunen in de energiecrisis. Zonder strikte voorwaarden dreigt deze steun de energietransitie enkel te vertragen. De Septemberverklaring zorgde voor nieuwe middelen, zonder de kentering in het beleid die nodig is om het bedrijfsleven los te weken van fossiele brandstoffen. Een gemiste kans.
Vorig jaar was nog een boerenjaar voor een groot deel van de grote en industriële Belgische ondernemingen. Tal van energie intensieve bedrijven boekten mooie winsten. Sommige van de Vlaamse industriële installaties waren bovendien deel van de extreem winstgevende fossiele energiebedrijven, waaronder Exxon of Total. Deze laatste keerde deze week nog 2,6 miljard euro dividend uit.
De ontsporende prijzen voor gas en vervolgens ook elektriciteit brengen sommige van deze bedrijven momenteel echter in de problemen. Aangezien de uitzonderlijke crisis structurele schade kan veroorzaken aan het Belgisch economisch weefsel, zijn gerichte steunmaatregelen gerechtvaardigd.
Hobbelen van crisis naar crisis
Bij het uitdelen van deze steun op korte termijn, mogen we de lange termijn niet uit het oog verliezen. Veel grote én kleine bedrijven staan de komende jaren voor een transformatie van hun industriële processen. Het is een gevaarlijk idee dat we eerst nog even deze crisis moeten doorworstelen volgens het status-quo, om vervolgens vaart te maken met investeringen waarvan we al jaren weten dat ze noodzakelijk zijn.
Het voorbije decennium zwalpten we van financiële crisis naar eurocrisis naar Coronacrisis om vandaag te worstelen met een energiecrisis. Telkens moest de staatskas de gevestigde economische structuren nog even stutten terwijl ingrijpend klimaatbeleid naar de wachtzaal werd verwezen. Ook nu koppelde een deel van het bedrijfsleven haar appèl voor ‘tijdelijke’ steun op vlak van energiefiscaliteit en ad-hoc subsidies, aan een doelgerichte aanval op het Europese emissiehandelssysteem.
Het ondersteuningsbeleid moet aan deze verleiding van de status-quo weerstaan. De tijd is op: onze uitstoot moet op 8 jaar tijd met meer dan de helft gereduceerd worden. Nieuwe uitgaven mogen deze enorme uitdaging niet negeren. Onvoorwaardelijke steun aan bedrijven die geconfronteerd worden met ontsporende (fossiele) energieprijzen, schaadt bovendien de concurrentiepositie van bedrijven die wél al investeerden in energiebesparingen of procestransformaties.
Het steunkader moet doelgericht én toekomstgericht zijn
De Europese wetgeving die een kader schept voor ‘tijdelijke crisissteun’ geeft hiervoor de nodige handvaten. Het kader voorziet de mogelijkheid van steun voor energiekosten via onder andere directe subsidies, belastingvoordelen, garanties en leningen. ‘Normale’ ondernemingen kunnen rekenen op steun tot 2 miljoen, energie intensieve bedrijven zelfs tot 50 miljoen.
De lidstaten werden ‘uitgenodigd’ om te kijken of ze die steun kunnen verbinden aan de volgende voorwaarden:
- Bijkomende investeringen in hernieuwbare energie
- Investeringen in energie-efficiëntie
- Investeringen in elektrificatie of circulariteit om het aardgasverbruik te reduceren
- Investeringen in bedrijfsprocessen die flexibel kunnen reageren op de elektriciteitsprijzen.
Deze voorwaarden zijn niet bindend. Sommige overheden, waaronder Nederland, hebben daar nochtans voor geijverd bij de Europese Commissie.
De Vlaamse regering heeft nagelaten om deze aanbevelingen van de Commissie ter harte te nemen. Ze voorziet 250 miljoen aan subsidies en ongeveer 1 miljard aan renteloze leningen. De zeer energie-intensieve sectoren kunnen rekenen op steunbedragen tot maximaal 7,5 miljoen euro. Ze krijgen dit geld enkel indien ze dit jaar geen dividend uitkeren, een goede maar ook nogal logische voorwaarde gezien het hier om noodlijdende bedrijven zou moeten gaan. Er kwamen, in tegenstelling tot wat eerst werd aangekondigd, geen verduurzamingsvoorwaarden.
Bedrijven krijgen dus toegang tot een substantiële hoeveelheid nieuwe middelen, zonder dat zij in ruil moeten investeren in energiebesparing, nieuwe processen of hernieuwbare energie. Een gemiste kans.
Deze crisis is ook opnieuw een wake-up call voor de Vlaamse industriepolitiek. Niet alleen omdat de hoge prijzen in het bijzonder de bedrijven treffen die afhankelijk zijn van energie-intensieve processen en fossiele brandstoffen. Maar ook omdat de huidige malaise nogmaals het gebrek aan toekomstvisie blootlegt. Doelgerichte ondersteuning vergt doelstellingen. Zowel op korte als lange termijn.
Vlaanderen blijft echter inzetten op incrementele stappen voorwaarts. Als er dan paniek uitbreekt, gaat de vinger nog maar eens van de knip - zonder marsrichting.