Bedrijfswagens: grote CO2-winst maar nog geen tijd voor champagne
Klinken kan pas als er een systeem komt dat winst maakt op alle vlakken.
Een nieuwe studie van het planbureau zet het zwart op wit: de hervormde fiscaliteit voor bedrijfswagens stuurt de CO2-uitstoot van ons wagenpark sterk omlaag. Tijd voor champagne? Nee, het aantal bedrijfswagens stijgt jaar na jaar en vormt een belangrijke rem voor duurzame mobiliteit. Een socialer systeem dat fiets en trein centraal zet is aan de orde.
Bond Beter Leefmilieu heeft er sterk voor gepleit, sinds 2021 is het in een wet gegoten: vanaf 2026 zullen nieuwe bedrijfswagens enkel nog fiscaal aftrekbaar zijn als ze emissievrij zijn, vanaf juli volgend jaar start een uitdoofregeling. Het belangrijkste effect is een spectaculaire duik in het aantal nieuwe plug-in hybrides: volgens het Planbureau elk jaar zo’n 150.000 minder tussen 2026-2030. Ze worden voornamelijk vervangen door batterij-elektrische wagens.
De impact van plug-ins
De CO2-winst van deze versnelde elektrificatie is aanzienlijk. In 2030 stoot het bedrijfswagenpark 31% minder CO2 uit, in vergelijking met een scenario zonder fiscale hervorming. Voor de jaren 2026-2030 voorspelt het planbureau een besparing van meer dan 3 megaton CO2. Ter referentie, de uitstoot van het volledige Belgische personenwagenpark - privé en bedrijfswagens - bedroeg 11 Mton in 2020.
Vanwaar die grote CO2-impact? Plug-in hybride bedrijfswagens stoten in praktijk veel meer CO2 uit dan de testcycluscijfers doen uitschijnen. Dat heeft o.a. te maken met een lager rijbereik dan theoretisch vooropgesteld en met “laadluiheid”: er is geen nood om te laden want er kan ook op fossiele brandstof gereden worden. Het Planbureau rekent daarom met een emissiefactor van 109 g CO2 per km. Volgens een recente studie van het ICCT ligt de uitstoot voor plug-in bedrijfswagens zelfs 4 tot 5 keer hoger dan de uitstoot op basis van testcycli.
Er zijn meer redenen om uit te gaan van een nog hogere CO2-winst: de studie houdt geen rekening met de verlaagde aftrekbaarheid van de brandstofkosten, noch met de uitdoofregeling die al vanaf 2023 ingaat. Nochtans zien we dat de fiscale hervorming nu al de elektrificatie van de bedrijfsvloten in stroomversnelling brengt. Tenslotte zorgen de elektrische bedrijfswagens door hun hoge vervangratio voor een hoge beschikbaarheid van betaalbare elektrische tweedehandswagens en versnellen ze de uitrol van semi-publieke laadpalen. Zo gaat ook het privéwagenpark sneller richting zero emissies.
Er is meer dan CO2
Jaar na jaar sneuvelt het record in aantal bedrijfswagens. Momenteel rijden er meer dan één miljoen Belgische bedrijfswagens op onze wegen. Dat is één vijfde van ons wagenpark en meer dan één vijfde van onze files: mensen met een bedrijfswagen leggen ongeveer dubbel zoveel km’s af en zijn minder geneigd het openbaar vervoer te gebruiken. Bovendien zijn bedrijfswagens gemiddeld genomen een stuk zwaarder, en dus gevaarlijker en minder efficiënt, dan privéwagens. Ongeveer 60% van de bedrijfswagens is een salariswagen, waarbij privéverplaatsingen worden vergoed door de werkgever.
Tenslotte is het een systeem ook gewoon asociaal: het komt vooral de hogere inkomens ten goede en kost handenvol geld. In 2019 kostte de gunstige fiscaliteit voor bedrijfswagens en tankkaarten de federale overheid 2,4 miljard euro, de files kosten ons 4,5 miljard.
Tijd voor een eerlijker systeem
De elektrificatie van bedrijfswagens heeft een positief klimaataffect. Maar champagne ontkurken kan pas als er een systeem komt dat winst maakt op alle vlakken: klimaat, sociale rechtvaardigheid, veiligheid, openbare ruimte, … Dat vraagt om een uitdoving van het fiscale gunstregime voor bedrijfswagens tegen 2030. Belast de brandstofkosten gelinkt aan privékilometers (inclusief woon-werkverkeer) al als loon vanaf 2025.
Ook Transport & Mobility Leuven beveelt de volledige uitfasering van de voorkeursbehandeling voor bedrijfswagens en tankkaarten aan als prioriteit. De blauwdruk voor een bredere fiscale hervorming van minister Van Peteghem houdt het helaas slechts op het toekennen van een voordeel van alle aard aan tank- en laadkaarten wanneer ze gebruikt worden voor privéverplaatsingen. Een kleine eerste stap, die teleurstellend genoeg tijdens de federale begrotingsgesprekken sneuvelde.
Wat moet er in de plaats komen? Zorg dat werknemers betaald worden in geld, niet in verplaatsingen. Vervang als overgangsmaatregel het systeem van salariswagens door een slagkrachtig en flexibel mobiliteitsbudget, veralgemeend voor alle werknemers en met sterkere inzet op de terugbetaling van huisvestingskosten. Ook nodig: het recht op een fietsvergoeding voor elke werknemer. Tenslotte kan België op Europees niveau het voortouw nemen en voorstellen dat alle bedrijfswagens zero emissie zijn vanaf 2030.
De reis is nog niet ten einde als men kerk en toren herkent. Enkel door alle pijlen coherent op duurzame mobiliteit te richten, zullen we onze doelen bereiken.