Tweet

Share

In België beschermt de loonindexering de werknemers, maar voor velen onder hen (40% volgens de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven) gebeurt de indexering slechts één keer per jaar in januari. De studiedienst van ACV Voeding en Diensten heeft de berekening gemaakt; gemiddeld komt dat neer op een koopkrachtverlies van 2.870 EUR bruto in 2022.

Volgens de Centrale Raad voor het Bedrijfsleven (CRB) hebben 1,2 miljoen loontrekkenden nog geen loonindexering gekregen in 2022 (40% van het totaal).

De studiedienst van ACV Voeding en Diensten (V&D) heeft het koopkrachtverlies van deze werknemers sinds de laatste indexering op 1 januari 2022 berekend. Bijvoorbeeld, voor een keukenhulp met een maandloon (inclusief premies) van 2.462 EUR bruto komt dit neer op een koopkrachtverlies van 1.843 EUR in 2022, bijna een maandloon.

Voor een arbeider in de vleesindustrie bedraagt het koopkrachtverlies 2.101 EUR op een jaar. Een receptioniste met een maandloon van 2.682 EUR verliest ook meer dan 2.000 EUR aan koopkracht in 2022. Het verlies bedraagt in België gemiddeld 2.870 EUR bruto voor werknemers wiens loon niet werd geïndexeerd in 2022.

Pia Stalpaert, Voorzitter van ACV Voeding en Diensten (V&D), stelt: "Het zijn heel hoge bedragen. Deze verliezen hadden deels gecompenseerd kunnen worden als hun lonen waren geïndexeerd. Maar ze krijgen pas een loonindexering in 2023 en in tussentijd kunnen sommigen hun facturen niet meer betalen." Volgens de berekeningen van de studiedienst van ACV V&D zouden deze werknemers via een maandelijkse indexering tussen de 1.700 en 2.700 EUR hebben kunnen recupereren.


Bronnen: berekeningen ACV V&D op basis van de sectorale lonen en gegevens van Statbel 2022

Pia Stalpaert gaat verder: "Deze cijfers tonen aan hoe cruciaal de automatische loonindexering is. Hoewel het Verbond van Belgische Ondernemingen graag een indexsprong of een verlaging van de indexering op 1 januari zou zien, denken wij daarentegen dat het fundamenteel is om de indexering volledig te behouden."

Voor de vakbonden is er ook een sociaal belang bij het behoud van de volledige indexering in januari 2023: "Van alle werknemers heeft 40% nog geen loonindexering gekregen dit jaar. Maar in de sectoren die vertegenwoordigd worden door onze centrale, gekenmerkt door meestal lagere lonen, gaat het over 50% van de werknemers die nog niet werden geïndexeerd. Het koopkrachtverlies - en dus de indexering in januari - treft dus de middelhoge en lage inkomens nog harder. "

Bovendien zijn de directe steunmaatregelen die de regering onlangs heeft genomen (zoals de toeslag van 200 euro voor gas/elektriciteit) ruim onvoldoende om dit verlies te dekken.

Ze besluit: "De jaarlijkse indexering zal de verliezen van 2022 niet kunnen compenseren. Om deze deels op te vangen, moeten er extra loonsverhogingen worden toegestaan in bedrijven waar het mogelijk is, en die bedrijven zijn er."