Vertraging van de kernuitstap creëert zekere problemen in onzekere tijden
De enige weg vooruit is een coherent energiebeleid, gebaseerd op een weldoordachte combinatie van energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen.
Welke rol kan kernenergie spelen in de Belgische energiebevoorrading? En bestaan er alternatieven? Deze vragen en hun eerlijke antwoorden moeten afbakenen hoe ver de federale regering wilt gaan in de onderhandelingen met Engie. Een verlenging van de kerncentrales komt met grote financiële risico’s en gaat in tegen de huidige marktdynamiek.
De klimaatcrisis en de geopolitieke spanning hebben elke twijfel van tafel gegooid: we moeten zo snel mogelijk af van fossiele brandstoffen. De Europese Commissie bevestigde dit in zijn REPowerEU aanpak. Ook de IEA Energy Outlook 2022 van oktober spreekt die taal.
Die versnelde energietransitie kan pas slagen met maatregelen die effect hebben op de lange en op de korte termijn. Een complexe puzzel die slapeloze nachten veroorzaakt bij beleidsmakers. Kernenergiefanaten durven in dat debat de reactoren als wonderoplossing op tafel te leggen.
De nucleaire renaissance blijft uit
In de jaren 80 en 90 waren kerncentrales een uitweg uit de oliecrisis. Toen groeide de markt voor de bouw van reactoren sterk met talrijke spelers die stevig in de toekomst investeerden.
In 2021 leverden kerncentrales de helft van de Belgische elektriciteitsproductie. Ons land heeft zelfs voor de derde keer op rij een overschot ten opzichte van de binnenlandse vraag. Dat was niet steeds het geval: door tegenvallende productie uit de kerncentrales moest ons land in 2014, 2015 en 2018 aankloppen bij de buren.
Vandaag bestaat de marktdynamiek van de vorige eeuw niet meer. Hernieuwbare energie is nu goedkoper en oplossingen om tegenvallende zon- en windperiodes op te vangen komen sneller te voorschijn. Het tegendeel zien we in de nucleaire sector: de veelbeloofde nucleaire renaissance komt er gewoon niet. Slechts twee spelers domineren nu de markt voor nieuwe centrales: China in eigen land en Rusland op internationale vlak.
Netinfrastructuur als sleutelelement voor een diepe transformatie
De helft van de Belgische elektriciteitsproductie is nucleair. Toch is kernenergie slechts een klein deel van het verhaal. Nauwelijks 20% van ons finale energieverbruik is via elektriciteit. Vooral aardolie en aardgas domineren onze energieportefeuille. Om van deze fossiele verslaving af te kicken, moeten we zo snel en zo veel mogelijk elektrificeren. De totale vraag naar elektriciteit zal in de toekomst dus stevig toenemen. Alleen: het potentieel voor zonne- en windenergie in België wordt ontoereikend geacht om aan deze vraag te voldoen.
Gemakkelijke antwoorden zijn er niet. De energietransitie vraagt een fundamentele systeemverandering en geenszins een kleine trajectcorrectie. Alleen de combinatie van meerdere factoren maken de verwezenlijking van de klimaatdoelstellingen én verlichte en warme winters mogelijk. Energiebesparing moet samengaan met investeringen in hernieuwbare energie, energie efficiëntie en infrastructuur (netten, batterijen en interconnectoren). Een aansluitend nieuw wettelijk kader moet de elektriciteitsmarkten verbeteren en flexibiliteit in het systeem invoeren.
Dragen Doel 4 en Tihange 3 bij aan meer energiezekerheid?
Maar ook op korte termijn biedt de verlenging van Doel 4 en Tihange 3 geen oplossing voor de komende harde winters. Standaard is de voorbereidingstijd voor een verlenging 5 jaar. Die tijd inkorten is een onhaalbare en onverantwoorde veiligheidsrisico. Doel 4 en Tihange 3 kunnen dus ten allervroegste in november 2026 terug op het net, na de wettelijke stop in 2025. Als Engie de voorbereidingen pas na een akkoord met de Belgische regering kan beginnen, ligt de heropstart dus eerder in 2027 of 2028.
Die tijd gebruiken onze overheden beter om fossiel- en kernenergievrije alternatieven te ontwikkelen. Duitsland combineert bijvoorbeeld een korte verlenging met een ambitieuze wet tot energie-efficiëntie en een vervroegde steenkooluitstap.
Het pas door Elia gepubliceerde ontwerp voor een investeringsplan 2024-34 stippelt een aantal scenario's uit. Een eerste inzicht is dat België wel zijn eigen potentieel aan productie van hernieuwbare elektriciteit versneld kan uitwerken. Maar op lange termijn kan ons land niet aan de eigen energiebehoeften voldoen - ook niet met nucleaire energie. In elk scenario is samenwerking met de directe buurlanden en de versterking van interconnectoren noodzakelijk.
Zelfs de markt vertrouwt niet in kernenergie
Oude reactoren vragen continue investeringen om het vereiste niveau van veiligheid te behouden. Frankrijk zit al enkele maanden in een onaanvaardbare situatie doordat meer dan de helft van de reactoren door onderhouds- en corrosieproblemen niet produceren. Uitbater EDF verloor intussen elke geloofwaardigheid over de heropstartdatum, zeker nu de belastingbetaler opdraait voor de kosten: het commerciële deficit van de intussen genationaliseerde EDF is al tot 32 miljard Euro opgelopen. Om nog maar te zwijgen van de saga in Finland, waar de gloednieuwe reactor Olkiluoto 3 na 13 jaar vertraging al na enkele dagen uit bedrijf moest wegens schade.
Dat Engie niet staat te springen om de Belgische kernreactoren open te houden, zegt genoeg over hun betrouwbaarheid en de winstmogelijkheden.
De onderhandelingen lopen vast op het moment van de heropstart en de financiële risico’s. Engie weigert zich te engageren om de twee reactoren tegen november 2026 beschikbaar te hebben en vraagt een minimumrendement en een vergoeding voor de vaste kosten als de reactoren om de een of andere reden niet kunnen draaien, en een plafonnering van de kosten voor opslag en berging bij ontmanteling.
Nood aan een coherent energiebeleid
De verlenging van Doel 4 en Tihange 3 is vasthouden aan oude recepten. Al in 2016 legde Bond Beter Leefmilieu de problemen rond kernenergie op tafel. Waarom zouden de oplossingen na zes jaar wel opduiken?
Kernenergie is een zekere manier om de samenleving in onzekere tijden in nog grotere moeilijkheden te brengen. Een nogal onbegrijpelijke denkpiste die meer nieuwe problemen oplevert dan oplost.
Er zijn weinig serieuze opiniemakers die stellen dat er zoiets bestaat als een wonderoplossing. De enige weg vooruit is een coherent energiebeleid, gebaseerd op een weldoordachte combinatie van energie-efficiëntie en hernieuwbare energiebronnen. De shift van fossiel naar hernieuwbaar is meer dan een technische legpuzzel van cijfers en nog-uit-te-vinden technologieën, maar vraagt een diepe maatschappelijke hervorming. Er is tijd genoeg verloren.