Akkoord over Europees emmissiehandel laat langeafstandsvlieger ongemoeid
Europese gezinnen zullen veel meer blijven betalen voor hun CO2-uitstoot dan frequente langeafstandsvliegers. Foto: Wirestock, Freepik
De Europese lidstaten, de Commissie en het Parlement hebben vorige week woensdag een akkoord bereikt om het systeem van emissiehandel (ETS) aan te scherpen voor de luchtvaart. Positief punt: voor het eerst worden niet-CO2-effecten van de sector in de overeenkomst opgenomen, en de gratis rechten afgebouwd. Maar ze zijn er niet in geslaagd langeafstandsvluchten in de prijsregeling op te nemen.
Eerst het goede nieuws: de EU-onderhandelaars hebben een akkoord bereikt over de koolstofmarkt voor de luchtvaart. Luchtvaartmaatschappijen moeten ook voor het eerst hun niet-CO2-impact rapporteren zoals stikstof, roet of zwaveloxide, die qua klimaatimpact de uitstoot ferm overtreft. Maar: enkel vluchten binnen de EER zijn opgenomen, waardoor langeafstandsvluchten buiten schot blijven. Slechts 6% van de vertrekkende vluchten uit Europa zijn langeafstandsvluchten, maar ze zijn wel goed voor de helft van alle CO2- en stikstof-emissies.
In tegenstelling tot het Europees Parlement waren de lidstaten gekant tegen de uitbreiding van de koolstofmarkt voor vluchten buiten de EU. Hun redenering: de internationale compensatieregeling CORSIA, opgezet door het VN-agentschap ICAO, zal de internationale luchtvaartemissies al doeltreffend aanpakken. Maar de ervaring leert dat CORSIA een goedkope en dubieuze compensatieregeling is. Uit een studie van de Europese ngo Transport & Environment blijkt dat het mechanisme slechts 22% van de totale internationale emissies tegen 2030 zou dekken. Het akkoord van woensdag stelt wel dat het toepassingsgebied van de Europese emissiehandel tegen 2027 kan worden herzien als de CORSIA niet wordt versterkt. De ervaring tot dusver laat weinig ruimte voor illusie.
Jo Dardenne van T&E kwam dan ook scherp uit de hoek: "De EU-regeringen waren zich niet bewust van de zwakte van de ICAO en misten de moed om een overeenkomst door te drukken die goed was voor het klimaat en sociale rechtvaardigheid. Gemiddelde Europese gezinnen zullen veel meer blijven betalen voor hun CO2-uitstoot dan frequente langeafstandsvliegers. Door de lafheid van de EU-regeringen tegenover de ICAO staan we op het punt nog een decennium van klimaatinactiviteit te verliezen."
Gedaan met de gratis rechten
De nieuwe koolstofmarkt verplicht nu luchtvaartmaatschappijen tot transparantie over hun niet-CO2-effecten zoals stikstof, roet of zwaveloxide, die twee derde van hun klimaatimpact vertegenwoordigen. De gratis rechten voor luchtvaartmaatschappijen zullen bovendien geleidelijk worden afgeschaft tegen 2026, een jaar eerder dan in het oorspronkelijke voorstel. Luchtvaartmaatschappijen moeten vandaag al emissierechten bezitten voor elke ton CO2 die ze uitstoten bij vluchten binnen Europa, maar kregen lang de meeste van die certificaten nog gratis. Maatschappijen die duurzame brandstoffen (Sustainable Aviation Fuels of SAF’s) in plaats van gewone kerosine gebruiken, maken wel nog aanspraak op gratis uitstootrechten. Zo willen de onderhandelaars de prijskloof tussen conventionele vliegtuigbrandstof en duurzame vliegtuigbrandstoffen overbruggen. Het aanmoedigen van het gebruik van SAF's is van essentieel belang, maar alleen als dit wordt voorbehouden aan de meest duurzame brandstoffen.