Climaxi Persbericht: Tomato Revolution
Chinese tomaten in een Italiaans jasje.
De industriële tomatensector is één van de sectoren waarin mens en milieu uitgebuit worden. Veilige en gezonde arbeidsomstandigheden zijn in deze sector veelal gebrekkig of afwezig terwijl arbeiders onderbetaald worden. Veel vluchtelingen werken in de sector als arbeidskracht zonder enig statuut. Er wordt op internationale schaal aan labelfraude gedaan. Chinees geproduceerde tomatenpuree wordt zo bijvoorbeeld vaak verkocht onder een Italiaanse merknaam. Dit voedt de illusie deze producten uit Europa komen, terwijl de tomaten veelal een lange en weinig traceerbare afstand afgelegd hebben, met de bijhorende CO2-uitstoot. Deze industrie draait jaaromzetten tot bijna tien miljard dollar.
De lange reisweg van de tomaat
De tomaten-business is een kleine wereld met een handvol hoofdrolspelers: Italië, China en Amerika hebben een vierde van de tomatenproductie wereldwijd in handen. De economische route van de tomaat is wijd vertakt: op alle continenten wordt ze verdeeld, gecommercialiseerd en geconsumeerd. De voedingsmiddelenindustrie verwerkt jaarlijks 12 miljard producten met industrieel verwerkte tomaten. Mondiaal voorziet China vandaag in de grootste productie aan tomaten, waardoor het land een vertrekpunt is voor verschillende internationale routes. Zo is Cofco Tune een van de marktleiders in China: het bedrijf verwerkt jaarlijks 1.8 miljoen ton verse tomaten en produceert zo 250.000 ton tomatenconcentraat. Dit beslaat slechts een derde van de Chinese productie. De geoogste tomaten vanop de duizenden velden van Xinjiang, zijn de grondstof voor het Cofco-tomatenconcentraat dat vervolgens naar meer dan tachtig landen wordt geëxporteerd. Dit betekent dat de tomaten niet in China geconsumeerd maar voornamelijk als tomatenconcentraat verhandeld wordt op de internationale markt voor, onder andere, de Europese productie van pizza’s en sauzen. China verspreid hun tomatenconcentraat via een belangrijke tussenstop van waaruit het verder verdeeld wordt: Italië. De belangrijkste Italiaanse havens voor Chinese concentraat zijn Napels en Salerno. Salerno is een kleinere haven en ontvangt dagelijks vrachten met tomatenconcentraat. In 2015 verwerkte de haven bijvoorbeeld 98.000 ton Chinese concentraat. Een deel hiervan is bestemd om opnieuw te verdelen binnen de Europese markt. Naast de import en export van concentraat, zet Italië sterk in op de handel in conservenblikken met (gepelde) tomaten. Van de 1.6 miljoen ton wereldwijde geëxporteerde tomatenconserven in 2015, werd 77% gerealiseerd door Italië. Het bedrijf Pettigroup heeft een aanzienlijk marktaandeel in de productie van tomatenconserven. Een afdeling van het bedrijf in Campanië verwerkt echter geen tomaten maar richt zich op de Europese branding van tomatenconcentraat. Zo worden vaten concentraat vanuit China geïmporteerd om ze vervolgens in te blikken met het label Made In Italy. Een keurmerk dat aanslaat voor de Europese markt.
Fraude
Tomatenconcentraat is één van de talrijke producten waarbij de tomatenindustrie fraudeert. Het concentraat wordt volgens de technisch directeur van de Pettifabriek in Nocera (Italië) enkel vermengd om de gewenste smaak en kleur te bekomen. Dit klopt niet – het concentraat wordt gemengd om een andere reden: producten met verschillende kwaliteit mixen. Het beste, eersteklasconcentraat bevat uiteenlopende origines: Chinees, Spaans, Italiaans of Californisch. Door verschillende kwaliteiten te vermengen met een klein percentage hoge kwaliteit, kan concentraat aan de laagste prijs verkocht worden. Niet enkel de inhoud maar ook de verpakking moet de illusie van keuze hooghouden. Na een proces van concentratie produceren megabedrijven zoals Petti nog maar één type koopwaar in diverse verpakkingen. In een blik zit krak hetzelfde concentraat voor de hele wereld beaamt Malet. De verpakking is verschillend maar de inhoud is identiek. Zo werd in 2004 de prominentste Franse tomatenpureeproducent (Le Cabanon) opgekocht door Chinese ondernemers volgens Malet. In 2014 verkocht de Chinese groep Le Cabanon aan de Portugese groep Unicom. Tot 2014 verwerkte deze fabriek enkel tomatenconcentraat uit China terwijl de verpakking nog steeds Made in France (met het vertrouwde logo) hanteerde. Dergelijke praktijken vinden niet enkel in Frankrijk plaats terwijl de Europese wetgeving geen verbod oplegt. Dergelijke praktijken zijn zodoende eerder de regel dan de uitzondering in Noord-Amerika, Europa en West-Afrika.
Additieven
Concentraat uit Californië is traceerbaar terwijl dit bij Chinees concentraat veelal niet mogelijk is. De landbouwgronden liggen verspreid over de regio van Xinjang en worden besproeid met pesticiden, die ook gebruikt worden voor de kweek van zonnebloemen en katoen. Tomatenconcentraat uit de supermarkt – ondanks de een Italiaanse vlag op de conserven – bevat nauwelijks of geen tomaten uit Italië bevat maar met-pesticiden-besproeide tomaten uit China. Om de winst hoog te houden, worden in verschillende fabrieken additieven toegevoegd aan het tomatenconcentraat. Zo is Chinees concentraat veelal aangedikt met dextrose, wortelpoeder, sojavezels, zetmeel en toegevoegde kleurstoffen. Malet bezocht in 2016 de Internationale voedingsbeurs genaamd Salon International de l’Alimentation (SIAL) met de belangrijkste Chinese bedrijven uit de sector. Daar kwam hij te weten dat geen enkel Chinees bedrijf aanwezig op SIAL een puur, niet-versneden product commercialiseert op de Afrikaanse markt. De additieven staan nergens vermeld op de voedseletiketten van het product. Dit soort fraude wordt systematisch toegepast. Zo bestaan blikken soms uit 45% concentraat en 55% additieven en in sommige gevallen is dit nog extremer. In Ghana (Afrika) zijn er blikken ontdekt afkomstig van Chinese bedrijven met een waarde van 31% concentraat en 69% toegevoegde stoffen. In België luidt de reglementering (Artikel 20) over etikettering dat niet alle additieven die in een ingrediënt van het voedingsmiddel aanwezig vermeld moeten worden op het etiket. (Health.belgium.be)
De geglobaliseerde tomaat
De tomaat – zowel de industriële als de boerderijvariant – wordt verbouwd in meer dan 170 landen volgens de Voedsel- en Landbouworganisatie van de Verenigde Naties en kent al vijf decennia een spectaculaire opgang. De industriële tomaat, met 38 miljoen ton verwerkte vruchten in 2016, vertegenwoordigt een vierde van de totale productie. De voorbije twintig jaar hebben vele bedrijven die zich voornamelijk richten op de lokale markt, de deuren moeten sluiten. Het is voor deze producenten onmogelijk om te concurreren met de grootschalige import aan tomatenconcentraat aan bodemprijzen. Bij de productie van ‘de industriële tomaat’ staan efficiëntie en winst voorop, waardoor het naleven van milieu- en arbeidersrechten op de achtergrond verdwijnt. Meer nog, het is net doordat de kosten voor milieubescherming en correcte arbeidsverloning sterk gedrukt worden, dat producenten lage prijzen kunnen hanteren.
Slechte werkomstandigheden
De grootschalige tomatenindustrie heeft weinig aandacht voor veilige en gezonde werknemersomstandigheden. In een land als China worden talkrijke arbeidersrechten geschonden. Zo krijgt een arbeider op het veld een zeer laag loon, net als een arbeider aan de productielijnen. Landbouwers worden bovendien blootgesteld aan pesticiden en ondervinden daardoor negatieve gezondheidseffecten. Hetzelfde geldt voor de arbeiders die instaan voor de productie van de pesticiden zelf. Wetenschappelijke studies tonen aan dat er een link is tussen pesticides en bepaalde aandoeningen zoals parkinson, kanker, vruchtbaarheidsproblemen, longaandoeningen en immuniteitsproblemen. Zo krijgen arbeiders in Wusu (Xinjiang, China) per 25 kilogram aan tomaten slechts 30 eurocent. Dit komt neer op iets meer dan een cent per kilogram. Wie een container van 375 kilogram vult, wordt slechts vier euro uitbetaald. Vrouwen ontvangen voor hetzelfde werk 20% minder loon dan hun mannelijke collega’s terwijl een gemiddelde werkdag op het veld tot 12 uur kan oplopen. De arbeiders hebben geen mogelijkheid tot kinderopvang dus nemen ze hun jonge kinderen uit noodzaak mee naar het veld. Ze eten achtergebleven tomaten op met witte vlekken en sporen van pesticides. De handen en gezichten van de arbeiders vertonen irritatie en huidziekten door het gebruik van pesticides. Zodra kinderen 10 jaar zijn werken ze mee op de velden en nemen ze deel aan de tomatenoogst bestemd voor buitenlandse multinationals. Zo ontsnappen ook gevangenen uit strafkampen niet aan dit regime. Volgens ngo’s telt een land als China miljoenen dwangarbeiders. De Europese economie is afhankelijk geworden van Chinese export maar is karig met commentaar over deze wantoestanden. Een ander voorbeeld van de slechte werkomstandigheden vindt plaats in de fabriek Jintudi Foodstuff (Tianjin, China). Daar werken arbeiders zeven dagen op zeven (56 uur per week) voor een loon van amper 500 €. (On)bestaande arbeidswetten en -contracten bieden arbeiders weinig tot geen juridische bescherming. Er is daarom ook een hallucinant hoog cijfer aan arbeidsongevallen in deze fabrieken volgens Malet.
In een poging om licht te schijnen op deze weinig bekende industrie, maakte vzw Climaxi een mini-tentoonstelling. Daarin wordt de reisroute van de tomaat beschreven. Tegelijkertijd lanceren we een verkoopactie van ‘eerlijke’ Italiaanse tomaten uit coöperaties in Zuid-Italië en Sicilië. Climaxi heeft zich voornamelijk gebaseerd op de bestseller Het Rode Goud van de Franse journalist Jean-Baptiste Malet. Het boek is te verkrijgen in de winkel van Eco & Fair. Meer informatie over Tomato Revolution vind je op de website van Climaxi: www.climaxi.be