Laat niet alleen ingenieurs de industriële transitie ontwerpen
Klimaatroadmaps moeten een structurele rol krijgen op het sociaal overleg, waarbij bedrijven verplicht worden om de implicaties voor de werkgelegenheid te onderzoeken. @ Stefanie Faveere
Nu de industrie in zwaar weer verkeert, is een versnelling van het industrieel klimaatbeleid nodig om de industriële jobs in Vlaanderen te verankeren. Tien vakbondcentrales en milieuorganisaties bepleiten een volwaardige plek in het overleg tussen overheid en industrie om het draagvlak voor deze complexe transitie te vergroten.
“De grootste industriële transformatie van onze tijd.” In haar toespraak op het event The Future of Europe van De Tijd maakte Europees Commissievoorzitster Ursula von der Leyen de enorme ambities van de Europese Green Deal duidelijk. Alle Europese instrumenten, van financiering tot wetgeving, zijn nodig om de industrie te koesteren en te transformeren, klonk het. Niet verwonderlijk: de energiecrisis dreigt investeringen in de energie-intensieve industrie uit- of zelfs af te stellen. Protectionistische groene Amerikaanse subsidies dreigen tal van Europese bedrijven - inclusief jobs- naar de VS te lokken.
Maar Vlaanderen moet zelf ook aan de bak en kan niet wachten op Europa. De industrie moet zijn afhankelijkheid van dure fossiele energie afbouwen, en op korte termijn massaal investeren in hernieuwbare energie, in energie-efficiëntie, in nieuwe koolstofvrije productietechnieken en in circulariteit. De keuzes die Vlaanderen daarbij maakt, hebben een belangrijke impact op onze hele maatschappij. De industriële transitie is niet louter een keuze die door ingenieurs gemaakt mag worden. Dankzij hun terreinervaring en netwerken hebben vakbonden en milieubewegingen de nodige schouders om onder deze uitdaging te zetten.
De Vlaamse klimaatsprong springt nog niet ver
De Vlaamse Regering legde afgelopen jaar een programmanota Industriële Klimaatsprong voor die de basis moet leggen voor het nieuwe industriebeleid. Er komt bijvoorbeeld een studie naar de toekomstige energiebevoorrading voor de sector, en er worden werkgroepen opgericht over onder meer innovatiebeleid en infrastructuur. Het ontbreekt echter aan concrete doelstellingen, en het blijft onduidelijk of deze plannen zich zullen vertalen in structurele maatregelen die verder reiken dan de volgende verkiezingen.
Zonder concrete ambities riskeert de Vlaamse industrie een grote achterstand op te lopen ten opzichte van de buurlanden, in het bijzonder Nederland en Duitsland. De Vlaamse Overheid zal de beschikbare middelen vooral veel gerichter moeten inzetten. Subsidies worden in Vlaanderen nog te vaak uitgedeeld zonder veel vragen naar de impact en efficiëntie, of zonder sociale en klimaatvoorwaarden. Ook de middelen voor onderzoek en innovatie voor bedrijven zijn maar zelden afgestemd op de klimaatuitdaging. Op een totaalbudget van 1,9 miljard euro wordt er slechts 20 miljoen besteed aan missiegericht onderzoek over klimaattechnologieën, de zogenaamde CO2-moonshots. Dat is peanuts. In tegenstelling tot onze buurlanden maakt Vlaanderen bovendien nog maar weinig gebruik van innovatieve beleidsinstrumenten zoals overheidsopdrachten om een markt te creëren voor de oplossingen van de toekomst zoals klimaatneutraal staal of circulaire bouwmaterialen.
Circulariteit is een keuze voor jobs
De oplossingen die wel worden aangemoedigd, zijn tegelijk te nauw in hun ambitie. Heel wat rapporten geven aan dat de industriële transitie dreigt te vertragen als we eenzijdig focussen op energie-intensieve processen zoals CO2-opslag en waterstof zonder rekening te houden met het gehele kostenplaatje, het jobpotentieel en de implicaties voor ons energiesysteem. Circulariteit, ofwel het zo efficiënt mogelijke gebruik van grondstoffen, moet het hart zijn van het toekomstige industriële beleid. Helaas ontbreekt het vandaag als volwaardig transitiepad in de Vlaamse plannen. Circulariteit zal de strategische autonomie van het grondstoffenarme Europa versterken én is noodzakelijk om de klimaatimpact van onze industrie te verkleinen. Naast recyclage gaat het hierbij namelijk ook over afvalpreventie, ecodesign en hergebruik. Op die manier krijgt onze industrie meer grip op nieuwe waardeketens, zoals batterijen of gerecycleerde plastics. Bovendien: de circulaire economie is arbeidsintensiever, wat meer jobs betekent om afvalstromen in te zamelen en te verwerken tot nieuwe grondstoffen.
Industriële transitie heeft nood aan inspraak
Op alle niveau’s - zowel voor sectoren, industriële clusters als individuele bedrijven - moeten er robuuste transitieplannen opgemaakt worden die vakbonden en andere stakeholders houvast bieden tijdens deze complexe transitie. Klimaatroadmaps moeten een structurele rol krijgen op het sociaal overleg, waarbij bedrijven verplicht worden om de implicaties van de plannen voor de werkgelegenheid te onderzoeken. Dat geeft ook werknemers perspectief. Een rechtvaardige transitie betekent immers dat ze de kans krijgen om nieuwe vaardigheden te ontwikkelen voor de jobs in de groeiende sectoren van de toekomst.
Vakbondscentrales en milieuorganisaties hebben de afgelopen jaren heel wat expertise opgebouwd rond de industriële transitie. Met een volwaardige plek in het overleg tussen overheid en industrie kunnen we bijdragen aan een breed draagvlak voor deze broodnodige transitie, en niet in het minst voor de publieke geldstromen die hiermee gepaard zullen gaan.
Ondertekend door:
- Benjamin Clarysse, beleidscoördinator Bond Beter Leefmilieu
- Vanya Verschoore, coördinator Reset.Vlaanderen
- Ann Vermorgen, nationaal secretaris ACV
- Caroline Copers, algemeen Secretaris ABVV
- Andrea Della Vecchia, nationaal secretaris ABVV Scheikunde
- Dirk Coninckx, Federaal secretaris, ACV-BIE
- Gert Truyens, Vlaams gewestsecretaris ACLVB
- Marc Lenders, politiek secretaris, ABVV-Metaal
- Steve Rosseel, nationaal secretaris, ACV Voeding en Diensten
- Tom Vrijens, studie- en vormingsdienst ACV-Metea