Kakofonie van tijgers zonder tanden
De wetenschappelijke kennis is er, al lang. Vijftig jaar geleden verscheen het eerste rapport van de Club van Rome ‘Grenzen aan de groei’. Logisch, je kan niet blijvend groeien op een begrensde planeet met een groeiende wereldbevolking, vandaag acht miljard.
Het is vanuit die vaststelling dat de beweging van de ‘dé-croissance’ groeide, ‘de-growth’. Krimp, zeiden we in het Nederlands. Dat klonk wel negatief en werd niet zomaar aanvaard. De betekenis ging langzaam veranderen: neen, het gaat niet over minder groei maar over een ander economisch systeem waarin groei niet langer de belangrijkste doelstelling kon zijn. Was dit dan een anti-kapitalistische beweging? In zekere zin wel, maar dat zouden de groenen – de brede wereldwijde ecologische beweging – niet zo snel over de lippen krijgen.
Die basistegenstelling van ‘minder groei’ of ‘krimp’ en een ‘ander economisch systeem’ is blijven bestaan en zou er eigenlijk niet zo toe doen mochten er inmiddels niet een wirwar van concepten en ideeën zijn ontstaan waardoor een geïnteresseerde leek door de bomen het bos niet langer kan zien.
‘De-growth’, post-growth, beyond growth, groene groei, duurzame groei, krimp, alternativieve indicatoren … het is duidelijk dat al deze begrippen een verschillende lading dekken en kunnen leiden tot erg uiteenlopende doelstellingen en strategieën. Elke beweging kan uiteraard een keuze maken en daar is niets mis mee. Alleen, als alles door elkaar wordt gebruikt en niemand nog weet wie waarover spreekt, is er wel een probleem. Een toren van Babel, zo iets.
Duizend enthousiastelingen
Dit is wat afgelopen week gebeurde in het Europees Parlement. Een conferentie over ‘Beyond Growth’ met meer dan duizend enthousiaste deelnemers. Allemaal mensen die overtuigd zijn van de nakende klimaatramp en van de noodzaak om snel ingrijpende maatregelen te nemen. Allemaal mensen, zo leek het ook, die hun eigen invulling geven aan de verschillende begrippen en wellicht niet eens op zoek zijn naar een gemeenschappelijke aanpak.
Toen een spreker werd aangekondigd die het zou hebben over ‘groene groei’ werd hij aangekondigd als ‘oppositie’. Maar toen Ursula von der Leyen, voorzitter van de Europese Commissie, het had over een ‘ander groeimodel’ kreeg ze een overweldigend applaus. Nochtans kan men er gerust van uitgaan dat Ursula vooral niet aan ‘krimp’ denkt maar gewoon wil dat de economie blijft groeien en groeien.
Het staat trouwens lang niet vast dat krimp een oplossing kan zijn.
Ten eerste, zoals ook de Club van Rome een halve eeuw geleden schreef, is het de materiële groei die zorgen baart. Nee, grondstoffen zijn niet zo snel uitgeput als de wetenschappers toen schreven, maar een berekening van wat de transitie naar schone energie vergt – de bouw van windmolens en zonnepanelen, kort samengevat – vergt miljoenen tonnen aan ertsen die er gewoon niet in voldoende mate zijn. Dat is problematisch maar wordt zelden besproken. Een ecologist die zichzelf respecteert is tégen extractivisme. Wat een digitale economie aan energie opslurpt – inclusief cryptomunten, artificiële intelligentie maar ook alle streamingdiensten en emailverkeer – is bovendien gigantisch. Een democratisch debat hierover om te zien hoe dit kan aangepakt worden lijkt me zeer dringend.
Daartegenover staat een groei die minder problematisch is, in de dienstern- en zorgsector bijvoorbeeld. De behoeften zijn bovendien erg groot, waarom zou daar geen groei aanvaardbaar zijn? Kortom, het gaat niet over groei in het algemeen, maar om sommige vormen van materiële groei en dat moet besproken worden. Wat willen en kunnen we produceren en wat niet?
Een tweede punt is dat er beslist veel kritiek mogelijk is op het consumptiemodel in het Noorden maar dat er in de landen van het Zuiden gigantische behoeften zijn aan meer energie voor miljoenen gezinnen. De Braziliaanse ambassadeur bij de E.U. was erg duidelijk op de conferentie: ‘Mijn land heeft ontwikkeling nodig om de armoede en de ongelijkheid te bestrijden, en dat betekent groei’. En nóg duidelijker was Raj Patel, academicus: ‘De-growth, is dat geen bullshit’? Hij wees trouwens ook op het gevaar van rechts groen denken dat makkelijk in fascistisch vaarwater terecht komt.
Tel daarbij dat de vele investeringen die nodig zijn om een groene transitie teweeg te brengen onvermijdelijk op zichzelf het bruto nationaal product doen stijgen.
Of nog met andere woorden: het is beslist aangewezen om te pleiten voor een ander economisch model, om het kapitalisme met de vinger te wijzen, maar of krimp daarvoor de oplossing is, blijft zeer twijfelachtig. ‘Een ander productie- en consumptiepatroon’ zei men in 1992 op de conferentie van Rio over ontwikkeling en milieu al, ja, maar hoe begin je er aan? ‘Gemeenschappelijke maar gedifferentieerde verantwoordelijkheid’ kwam er bij. Zeer zeker, maar wie wil dit echt?
Strategie
Al anderhalve eeuw lang wordt een anti-kapitalistische strijd gevoerd, met beslist weinig successen. Enkele keren werd een of andere vorm van socialisme ingevoerd, maar economisch werd er meer gefaald dan men er in geslaagd is een duurzaam systeem op te zetten. Uiteraard moet er gewezen worden op de zeer actieve pogingen om al deze systemen te doen mislukken met embargo’s en sancties. Maar niemand kan beweren dat de centralistische planning of het onderdrukken van alle marktmechanismen niet zijn eigen interne tekortkomingen had. Wie vandaag denkt in termen van anti-kapitalisme en socialisme moet daar rekening mee houden en een strategie bedenken die mensen kan overtuigen.
Hetzelfde geldt voor de groene beweging. Het antwoord op de tegenstelling tussen Noord en Zuid is uiteraard herverdeling. Minder consumptie en productie in het rijke Noorden, meer in het arme Zuiden. Edoch, wie wil dit? Hoe overtuig je mensen hier dat ze het met ‘minder’ moeten doen? Helpen de verhalen die ‘geluk’ en ‘verbondenheid’ beloven? Ik denk het niet. Mensen willen best moeite doen om af en toe de trein te nemen in plaats van het vliegtuig, om de verwarming een graadje lager te zetten, om één keer in de week geen vlees te eten … maar minder city trips? Minder vakantie? Minder comfort? Bovendien, met hoeveel zijn ze die de verwarming helemaal geen graadje lager kunnen zetten omdat ze het gas al lang niet meer kunnen betalen? Kortom, zelfs hier loopt de herverdeling niet op wieltjes en we hebben de beste systemen van sociale bescherming ter wereld.
De lasten van de groene transitie rechtvaardig verdelen: het moet, maar hoe doe je het? In het rijke Noorden? Tussen Noord en Zuid?
Ik heb daarover hoegenaamd niets gehoord op die grote conferentie van afgelopen week. En het lijkt me de aller dringendste vraag te zijn.
De Europese Commissie heeft mooie plannen waarvan elk rechtgeaard mens weet dat ze onvoldoende zijn. Het antwoord van links is sociale rechtvaardigheid met een vermogensbelasting, afschaffing van fiscale paradijzen, openbare diensten. Dat kan, maar ook dat zal onvoldoende zijn.
Grafieken en statistieken
De groene beweging kan rekenen op uitstekende wetenschappers die met veel grafieken en statistieken aantonen hoe dringend de transitie is.
Wat de groene beweging nog niet heeft, zijn voldoende politieke en sociale wetenschappers die vertellen hoe het zou kunnen gebeuren en met wie.
Groen en links gaan in veel landen samen om gemeenschappelijke doelstellingen na te streven. Klimaatrechtvaardigheid en sociale rechtvaardigheid gaan hand in hand! Jazeker, maar hoe? We weten het nog altijd niet.
Er zijn al heel veel mooie slogans bedacht en wat de conferentie van afgelopen week duidelijk maakte is dat er erg veel jong talent aanwezig is om aan een betere toekomst te werken.
Conceptuele duidelijkheid lijkt me echter een eerste vereiste. Het helpt niet om met duizend mensen te applaudisseren voor mensen die tegenstrijdige doelstellingen nastreven, te doen alsof we aan één zeel trekken terwijl dat duidelijk niet het geval is.
Krimp, de-growth, post-growth en wat al nog: het blijft een negatieve boodschap, ook al kan de kern behoorlijk radicaal zijn. Zeker wanneer de bijhorende strategie ontbreekt, is het eerder een boodschap van machteloosheid. Sommigen – in het Noorden – willen niet, anderen – in het Zuiden – kunnen niet. Het is nochtans dringend.
De kakofonie van duizend enthousiaste jonge mensen die onder begeleiding van politici schreeuwen om verandering, het werd in het Berlaymont niet eens gehoord, laat staan op de G-7 in Hiroshima. En zolang er geen strategie is om de wensen werkelijkheid te maken malen ze er niet om. Terecht. De groene en ook de groen-linkse beweging zonder strategie blijven tijgers zonder tanden.
In Frankrijk is een groep aan het werk gegaan om uit te zoeken wat het land kan doen mocht de temperatuur met 4° stijgen. Echt. Vier graden. Vier.
Bron: https://www.uitpers.be/kakofonie-van-tijgers-zonder-tanden/