De aankoop van de eeuw is vlot gegaan. Veertig gevechtsvliegtuigen voor vier-, of vijfduizend miljoen euro, en dit in een tijd van besparingen. Geen haan die er naar kraait. Onze minister van Defensie, daarin gesteund door zijn oppergeneraal, stelt dat een leger zonder gevechtsvliegtuigen gelijkstaat met het opdoeken van het leger. Er wordt gewezen op de talrijke conflicten die onze wereld momenteel teisteren, en klaar is Kees. De aanstormende regering nam weliswaar enkel de principiële beslissing. Ocharme de minister van Financiën die over vier jaar mag van start gaan.
Dat er heel wat landen zijn, zoals Ierland en Ijsland, die geen gevechtsvliegtuigen bezitten; dat gevechtsvliegtuigen soms eerder conflicten doen escaleren dan de-escaleren zoals in Afghanistan, Irak, en Libië; dat het inzetten van vliegtuigen een makkelijke manier is om punten te scoren binnen de Alliantie zonder dat de wereld er beter van wordt; dat binnen de NAVO er al meer dan voldoende gevechtsvliegtuigen zijn; dat omwille van de stijgende kosten hetzelfde ambitieniveau voor Defensie onmogelijk houdbaar is, tenzij door taken af te stoten; dat omwille van het gebrek aan politieke moed voor die laatste optie deze aankoop betekent dat de zeemacht en de landmacht, die misschien meer zouden kunnen bijdragen aan het voorkomen en de-escaleren van conflicten, zullen moeten inleveren tenzij een geldpotje van buiten Defensie wordt aangesproken; dat laatste zou dan betekenen dat omwille van deze aankoop de scholen nog langer zullen moeten wachten op hun geld om hun troosteloze gebouwen uit de jaren vijftig te vervangen, en het leefloon niet voldoende zal stijgen om mensen uit de armoede te halen. Al die argumenten worden van tafel geveegd. De gevechtsvliegtuigen komen er.
Het meest schrijnende is dat deze beslissing niet gekaderd is in een lange-termijn visie van wat we de komende decennia met het Belgisch leger willen aanvangen. Die blauwdruk bestaat niet. Meer nog, defensiebeleid zou in principe een instrument moeten zijn van een alomvattend buitenlands,-en veiligheidsbeleid, met inbegrip van energie als het even kan. De afgelopen tijd werden we om de oren geslagen met termen zoals de Joint Strike Fighter, de NAVO, drones, boots on the ground, en defensiebudgetten. Dat is gezien de actuele crisissen niet abnormaal. Maar het is net omwille van een falend buitenlands beleid dat Defensie soms de brokken moet lijmen. F-16's uitsturen komt meestal neer op symptoombestrijding.
Hoe zit het met dat buitenlands beleid dat deze conflicten in principe had moeten voorkomen, en nu een diplomatieke oplossing uit haar hoed moet toveren? Heeft het beleid van Rusland, zonder Putin’s acties goed te praten, ook te maken met het Westers buitenlands beleid ten aanzien van Rusland na de Koude Oorlog, waarbij de NAVO uitbreiding en het raketschild uitingen waren van weinig empathisch vermogen? Was de idee om een Associatieverdrag met Oekraïne af te sluiten op voorhand voldoende doorgepraat met de Russen (cfr Goddeeris in DS, 29 augustus)? Zou het misschien kunnen zijn dat burgers die in het Midden-Oosten door hun autoritaire leiders gemuilkorfd worden en tegelijkertijd het schizofreen buitenlands beleid van het Westen (inclusief dat van België) aanschouwen, kiezen voor extremisme en in sommige gevallen terrorisme ? Welk Westers land heeft een Syrië-beleid, die naam waardig?
Er wordt dan nogal snel gezegd dat een Belgisch buitenlands beleid niet bestaat, dat dit Europees wordt geregeld. Klopt natuurlijk niet, want een gemeenschappelijk Europees buitenlands beleid staat nog in haar kinderschoenen, iets wat Mogherini snel zal ontdekken. Wat ontbreekt in dit verhaal is de cruciale schakel tussen een nog weinig ontwikkeld Europees buitenlands beleid en het Belgisch defensiebeleid, zijnde een Belgisch buitenlands,-en veiligheidsbeleid. Als we er van uitgaan dat ook wij Belgen – nog steeds in het paradijs – de verantwoordelijkheid hebben om onstabiele regio’s waar ook ter wereld trachten te stabiliseren omdat dat ook in ons nationaal belang is, is het dan niet op de eerste plaats nodig om een buitenlands,- en veiligheidsbeleid uit te denken, in plaats van kriskras NAVO bombardementen uit te voeren en terug in onze schelp te kruipen zoals in het geval van Libië?
Akkoord dat dit nationaal beleid best ingebed wordt in een Europees, Atlantich en VN-kader. Waarom bijvoorbeeld niet overwegen om eens het stof is gaan liggen Rusland te integreren in een Euro-Atlantische veiligheidsgemeenschap in plaats van de toekomst van allianties, per definitie gericht tegen een externe vijand, kunstmatig te blijven rekken? Maar zolang die internationale afspraken niet voldoen, moeten op federaal niveau blauwdrukken worden geschreven en uitgevoerd worden, met soms eigen accenten los van de grootste gemene deler binnen de EU en de NAVO. NAVO-lidstaat Noorwegen bemiddelt tussen Israël en de Palestijnen. EU-lidstaat Oostenrijk - actief gesteund door Noorwegen en Zwitserland - zet stappen om kernwapens wereldwijd wettelijk te verbieden. België is niet groter of kleiner dan Noorwegen of Oostenrijk, maar staat qua publieke diplomatie veel minder op de wereldkaart. De NAVO-top van eind deze week komt hiervoor te vroeg. Maar mag het in de toekomst net ietsje meer zijn ? Kortom, zou het ambitieniveau van het Ministerie van Buitenlandse Zaken best niet recht evenredig stijgen met het ambitieniveau van Defensie?
Tom Sauer - (eerder verschenen in De Standaard op) 1 september 2014
Tom Sauer is Professor Internationale Politiek en Diplomatie aan de Universiteit Antwerpen, en auteur van Vechten voor Vrede (Lannoo, 2013)