Uit een studie van het Vlaams Departement Leefmilieu, Natuur en Energie blijkt dat een groene belastingverschuiving, waarbij verschillende milieubelastingen worden verhoogd in ruil voor lagere loonlasten, 6.500 banen kan opleveren. Er worden in de studie verschillende scenario’s voorgesteld: een kilometerheffing op vracht- en personenvervoer van 0,05 euro per kilometer, een extra belasting op het industrieel gasverbruik, een koolstofbelasting op het gebruik van fossiele brandstoffen, een extra belasting op de elektriciteitsproductie van de afgeschreven kerncentrales en het gebruik van bedrijfswagens wordt minder aantrekkelijk gemaakt. Ook is bekeken wat het effect is van extra milieubelastingen op de consument. In dat scenario wordt de energiebelasting voor de huishoudens verhoogd, wordt het btw-tarief op vlees, zuivel en visproducten opgetrokken van 6 naar 21 procent, wordt een vliegbelasting ingevoerd en gaan de accijnzen op diesel omhoog.
Is het loon een zware kost?
Dat zal zeker voor een aantal sectoren het geval zijn, maar laat ons vooral het probleem van de loonkost niet veralgemenen. En vooral niet te vergeten: vandaag worden al enorm veel subsidies en verminderingen toegestaan. En creëren de werkgevers in de privésector daarmee bijkomende tewerkstelling? In 2011 stond de teller op zowat 11 miljard euro aan verminderingen van bijdragen voor de sociale zekerheid en aan loonsubsidies. Volgens de werkgeversorganisaties was dit bedrag onvoldoende om bijkomende tewerkstelling te creëren. Ze kregen gehoor bij de regering Di Rupo en men besliste om de werkgevers nog eens bijkomend 1,3 miljard toe te kennen. De regering Michel Ι heeft daar nog eens een flinke schep van 1 miljard euro bovenop gedaan en heeft ook beslist de lonen één keer niet te indexeren: een loonkostbesparing van 2,6 miljard euro. De regering beweert dat deze indexsprong volgens de Nationale bank 33.000 banen zal opleveren. Maar de werkgevers hebben niet de minste verplichting om deze niet uit te keren index te gebruiken voor jobs. Wist je dat door de loonkostverminderingen de werkgevers in totaliteit evenveel terugkrijgen van de overheid dan dat ze belastingen betalen op hun winst? In 2013 bracht de opbrengst uit de belasting op de bedrijfswinst 12,1 miljard op.
En hoe zit het met de tewerkstelling? Wel, volgens Eregouverneur Fons Verplaetse van de Nationale Bank zijn er tussen 2008 en 2013 in de landbouw en de industrie 110.000 jobs verdwenen. Met andere woorden, de enorme som aan loonlastverlagingen in de industrie hebben niet geleid tot meer tewerkstelling. Neen in tegendeel: tot minder tewerkstelling! Wist je dat het vooral de overheid is die vandaag voor de tewerkstelling zorgt? Acht op de tien banen die tussen 2000 en 2013 in ons land werden gecreëerd, zijn hoofdzakelijk met overheidsmiddelen gefinancierd. Met belastinggeld dus! Bij de overheidsdiensten en het onderwijs kwamen er 100.000 jobs bij, in de gezondheidszorg en de maatschappelijke dienstverlening via dienstencheques nog eens 170.000.Zonder rekening te houden met het personeel van de autonome overheidsbedrijven wordt 42% van de actieve bevolking betaald door de overheid: twee miljoen Belgen.
Milieubelastingen om de loonkosten te verlagen?
Als men stelt dat milieubelastingen moeten dienen om de loonkosten te verlagen, stelt men in deze redenering niet het milieu als prioriteit, maar de competitiviteit van de bedrijven! Een verschuiving van ‘lasten op arbeid’ richting milieu zou een bedrijf competitiever maken, waardoor het meer tewerkstelling zou creëren. Als men het over ‘lasten op arbeid’ heeft, dan heeft men het vooral over de werkgeversbijdrage. Wanneer dit deel vervangen wordt door milieubelastingen, dan zal dit resulteren in minder netto loon. Hoe dit komt? De werkgeversbijdrage is een deel van je globale loon dat de werkgever doorstort naar de sociale zekerheidskas. Want laat het duidelijk zijn: werkgeversbijdrage en werknemersbijdrage zijn twee delen van het loon die samen een uitgestelde wedde vormen. Bij ziekte, werkloosheid of bij pensionering wordt het vervangingsinkomen vanuit die sociale zekerheidskas betaald.Als werkgevers het hebben over de (te) hoge loonkost, dan hebben ze het vooral over dat deel. Hun redenering is dat de werknemers daar toch niets van zullen voelen, want een vermindering van die werkgeversbijdrage wijzigt niets aan het brutoloon, en dus ook niet aan het netto loon dat de werknemer op zijn loonbrief ziet staan. De werkgeversbijdrage staat immers niet op de loonfiche, waardoor het lijkt alsof het geen deel uitmaakt van het loon. Maar wanneer milieubelastingen de werkgeversbijdrage vervangen, dan is dat een extra belasting waardoor het netto loon van de werknemers zal verminderen.
Een verschuiving van de sociale bijdragen op arbeid naar milieubelastingen kan de kostprijs voor de burgers nog meer de hoogte injagen, omdat een verschuiving naar milieu de sociale zekerheid structureel kan aantasten. Een voorbeeld: stel dat een deel van de inkomsten van de sociale zekerheid, die afkomstig zijn van de sociale bijdragen op arbeid, vervangen worden door energie- en milieutaksen. Omdat milieubelastingen de doelstelling hebben om het menselijk gedrag milieubewuster te maken, gaat bijvoorbeeld een bedrijf milieuefficiënt werken. Dus, hoe meer een bedrijf milieuefficiënt werkt, hoe lager de belasting die ze moet betalen. Maar wat gaat het gevolg zijn? De inkomsten van de sociale zekerheid gaan dalen waardoor weer nieuwe inkomsten zullen moeten gezocht worden.
Regulering, duurzame economische planning en ecologische normen werken beter dan milieubelastingen.
Volgens professor Bruno Peeters van de universiteit Antwerpen, zouden de belastingen twee doelen mogen hebben: inkomsten vergaren voor de staat en herverdelen volgens draagkracht. Milieubelastingen zullen dan wel inkomsten vergaren, herverdelen doen ze niet. Integendeel: milieubelastingen heffen de onrechtvaardigheid niet op tussen rijk en arm. Dat komt omdat mensen met een laag inkomen een hoger percentage spenderen aan brandstof en energie. Ze wonen meestal in slechter geïsoleerde huizen , rijden met slechtere auto’s en beschikken over minder energiezuinige elektrische toestellen.
Ja maar, je kan toch kiezen om voor lage inkomens een compensatieregeling uit te werken? Zoals bijvoorbeeld door een deel van het verbruik van gas, water en elektriciteit gratis te maken? Dat kan je doen, maar vanaf welk inkomen spreken we dan? Bijkomend probleem: hoe ga je dit controleren? Gaan bepaalde groepen in de samenleving niet proberen hun inkomen zo laag mogelijk houden via bijvoorbeeld het systeem van vervennootschappelijking om zo van de voordelen te kunnen genieten? Dat probleem kan nu wel opgelost worden via fiscale regelgeving, maar dan nog stelt zich de vraag hoe je de behoeften gaat bepalen. En gezien mensen met een laag inkomen in slecht geïsoleerde woningen wonen en toestellen gebruiken van een minder goede kwaliteit, zal hun gratis deel snel op zijn.
Milieubelastingen invoeren, gaat ook voorbij aan de politieke verantwoordelijkheid om de samenleving te organiseren op een duurzame en klimaatvriendelijke manier. Groene fiscaliteit stelt de mensen individueel verantwoordelijk. Groene fiscaliteit gaat er immers van uit dat burgers individueel hun gedrag gaan veranderen omwille van de dure prijs. Maar als er geen goed openbaar vervoer is, moet je de auto wel blijven gebruiken. En als er geen algemeen publiek plan is voor isolatie, zal de huurder van een sociaal appartement veel energie blijven verbruiken voor de verwarming.
Hogere btw-tarieven op energie worden aanzien als een milieubelasting. Ze zouden ervoor zorgen dat mensen met energie milieubewuster zullen omgaan, wat zal resulteren in een daling van het verbruik. Daarom pleiten milieubewegingen voor een btw-tarief van 21% op gas en elektriciteit. Maar is energie geen basisbehoefte waar ‘alle mensen’ recht op hebben? In 2013 waren volgens Eurostat 650.000 Belgen niet in staat hun huis voldoende warm te stoken en ongeveer 725.000 hadden een betalingsachterstand bij het betalen van facturen voor gas, elektriciteit en water. Hogere prijzen leiden inderdaad tot een daling van het verbruik. Maar dan vooral omdat de armsten het niet meer kunnen betalen en letterlijk in de kou zitten en niet omdat we met z’n allen milieuvriendelijker zijn gaan leven.
Beweren dat je op energieverbruik gaat besparen als energie duur is, klopt niet! Deze stelling is gebaseerd op de economische theorie die stelt dat hoe hoger de prijs is, hoe minder mensen geneigd zullen zijn om dat product te kopen. Dat klopt wel voor elektrische toestellen, maar niet voor een basisproduct als energie. Verwarming en verlichting zijn levensnoodzakelijke behoeftes waarvan het verbruik niet onmiddellijk zal verminderen bij een hogere prijs. Als breedbeeldtelevisies plots 30 procent duurder worden, dan wacht je wel op de koopjesperiode. Maar als het op een koude winteravond om 17.00 uur donker wordt, ben je verplicht om de verlichting aan te steken. Daar valt weinig op af te dingen.
Het is ook niet door een km-heffing dat je het probleem van het massa vrachtvervoer gaat tegenhouden. Trouwens, je kunt er donder op zeggen dat de km-heffing zal doorgerekend worden aan de consument. Het bewijs van doorrekening naar de klanten werd geleverd door Eandis. Het bedrijf gaat de 104,6 miljoen euro vennootschapsbelasting die ze vanaf 1 januari 2015 moet betalen, doorrekenen aan zijn klanten. John Crombez (sp.a) raamt dat daardoor de energiefactuur 100 euro per jaar duurder wordt. Neen, wat we nodig hebben is een omschakeling van het goederentransport. Lange afstandsvervoer zou moeten verplicht worden via het spoor of de boot. Dat is minder schadelijk voor het milieu. We kunnen die omslag maken indien we de markt niet langer laten beslissen over het transportbeleid. Hetzelfde geldt voor het energiebeleid. Voor het personenvervoer moeten we niet zitten zoeken naar vormen van belastingen die opnieuw de mensen individueel verantwoordelijk stelt, maar moet er een plan ontwikkeld worden waardoor trein, tram, metro en bus aantrekkelijker worden dan de auto. Het openbaar vervoer moet ook veel regelmatiger rijden, comfortabeler en goedkoper zijn.
Beter een groene shift
In een tijd waar beelden over ecologische rampen ons er regelmatig op wijzen dat we door het gebruik van fossiele brandstoffen het milieu aan het verpesten zijn, is het helemaal onbegrijpelijk dat bedrijfswagens onder een gunstig fiscaal beleid vallen. Een vergelijking: de totale overheidssteun aan alle openbare vervoersmaatschappijen tezamen bedraagt 2,4 miljard euro. De fiscale gunstmaatregelen voor de bedrijfswagens kosten de overheid 4,1 miljard euro. Het gebruik van bedrijfswagens ontmoedigen ten voordele van het openbaar vervoer is dan ook de meest juiste eis!
En alsof Tsjernobyl en Fukushima nooit hebben bestaan, wil de regering Michel de kernreactoren Doel 1 en 2 tot maximaal 2025 openhouden. In plaats van snel en daadkrachtig te investeren in nieuwe bijkomende duurzame energie, staat in het regeerakkoord dat de nucleaire taks herberekend zal worden, versta hieronder: verlagen! De nucleaire taks is een compensatie die Electrabel moet betalen. Electrabel maakt nu grote winsten op zijn kerncentrales die al lang zijn afgeschreven, dankzij de consument die dat aan zijn factuur heeft kunnen voelen. Het is daarom niet meer dan normaal dat deze winsten worden afgeroomd. Deze maatregel is een logische en gerechtvaardigde bron van inkomsten die 1,5 à 2 miljard euro per jaar kan opleveren. Het is een publiek geheim dat Electrabel al jaren af wil van de nucleaire taks. Het voorstel van het Vlaams departement Leefmilieu, Natuur en Energie om de elektriciteitsproductie van afgeschreven kerncentrales extra te belasten, verdient onze steun! Maar niet om met de opbrengst de loonlasten te verlagen, maar om te investeren in duurzame energieproductie.
Wat een echte tax shift moet zijn!
In een samenleving waarin de rijkste 1 procent een vermogen bezit dat net iets groter is dan wat de 60 procent minst rijken bezitten, moet een tax shift in de eerste plaats gaan naar een herverdeling van de rijkdom. Dat doe je door het bankgeheim volledig op te heffen en door het aanleggen van een vermogenskadaster. Daarmee heb je de belangrijkste instrumenten om de zwarte economie in België te bestrijden en die geschat wordt op 61 miljard euro. Dat doe je door een vermogensbelasting in te voeren op het vermogen van de 3 procent rijkste gezinnen. Dit brengt meer dan 8 miljard euro op. Dat doe je door een meerwaardebelasting in te voeren die zorgt dat o.a. Marc Coucke een belasting betaalt op zijn meerwaarde van 1,24 miljard euro die hij realiseerde bij de verkoop van Omega Pharma aan de Amerikaanse sectorgenoot Perrigo.
Guido Deckers (ACV-propagandist voor het thema rechtvaardige fiscaliteit) - 24 april 2015
Gebruikte bronnen:
·De standaard, 7 april 2015, p.6
·Ons Recht, november 2013
·Pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance
·Federaal regeerakkoord 9 oktober 2014
·Ons Recht, april 2015
·Knack 11 maart 2015, p.3
·Visie, 6 maart 2015, dossier rechtvaardige fiscaliteit
·Partijprogramma van Groen, deel: begroting en fiscaliteit
·De Standaard, 20 november 2013
·Eurostat en eigen berekeningen, Vormingsdienst ACV, Pieter Deforche
·http://www.dewereldmorgen.be/
·De Morgen, 10 april 2015
·Opgelicht, De energiezwendel van Electrabel & co, Tom De Meester