‘Het afgelopen jaar zijn we een nieuwe weg ingeslagen, maar in 2016 volgt in wielertermen een forse versnelling. We beginnen met de implementatie van de tweede tax shift, terwijl de eerste ondertussen in volle uitvoering is. Dat zorgt ervoor dat we in 2016 een ongeziene positieve impuls geven aan onze economie. We zetten een omvangrijke stap om de lasten op arbeid goedkoper te maken, samen met impulsen om werken lonend te maken. Meer mensen aan het werk. Dat is de focus voor 2016 en alle volgende jaren. Tegen het einde van de legislatuur kunnen we terugkijken op de grootste fiscale hervorming in meer dan een halve eeuw.’
Dit staat te lezen als inleiding in de beleidsnota van de minister van Financiën Johan Van Overtveldt (N-VA). ‘Meer mensen aan het werk’ omschrijft hij door radicaal te breken met het verleden, waarbij jobs voornamelijk werden gecreëerd door subsidies van de overheid en dit te vervangen door het bevorderen van jobcreatie in de privésector. Door het op orde zetten van de overheidsfinanciën in combinatie met lastenverlaging op arbeid, zou ondernemen, werken en investeren in België opnieuw aantrekkelijker worden. Volgens de minister zou deze strategie werken, omdat de meest recente voorspellingen dat aantonen. Zo zouden er in 2015 meer dan 28.000 nieuwe jobs bijkomen.
De realiteit ziet er anders uit
Als de minister beweert radicaal te breken met het verleden, waarbij jobs gecreëerd werden door de overheid, dan mag hij ook eens een vergelijking maken met de jobcreatie in de privésector. Ondanks de 12,1 miljard euro aan loonkostverminderingen werden er in de privésector geen jobs gecreëerd, maar geliquideerd. Vooral de industrie kreeg de zwaarste klappen. Denk maar aan de sluiting van de bedrijven in de auto-industrie.
Het was inderdaad de overheid die zorgde voor de tewerkstelling. Dat bevestigen ook de cijfers. Want zo zijn er vandaag 179.000 jobs meer dan in 2007. In de industrie verdwenen 74.000 arbeidsplaatsen! In de marktdiensten, zoals handel, horeca en financiële instellingen, nam de werkgelegenheid toe met 16.000 banen. Maar die hebben het verlies in de industrie niet kunnen goed maken, zodat het eindresultaat in de privésectoren een verlies is van 58.000 jobs. Die nieuwe banen zijn dus jobs die de overheid volledig of zwaar subsidieert: bij de overheidsdiensten zelf, in het onderwijs, in de gezondheidszorg en in de maatschappelijke dienstverlening. ‘Meer mensen aan het werk’ kan moeilijk geloofwaardig klinken als je bij de overheid jobs gaat liquideren. Reken daarbij de 58.000 jobs die in de privésectoren verloren gingen tussen 2007 en nu. Ondanks dat de werkelijkheid er anders uitziet, zet de minister door op loonkostverlagingen voor de privésectoren. Want zo staat te lezen in zijn beleidsnota: ‘lagere loonkosten stimuleren werkgevers om opnieuw meer mensen aan te werven.’
Als werkgevers loonkostverlagingen krijgen, dan kan men ofwel de inkomsten voor de overheid en de sociale zekerheid elders gaan zoeken of men kan in beide saneren. De regering van MR, N-VA, CD&V en Open VLD doet het allebei. Intussen weten we dat het vooral de werknemers, de werkzoekenden en de zieken zijn die de loonkostverlagingen voor de werkgevers in de privésectoren betalen via hogere belastingen en loonblokkeringen, via afbouw van hun sociale zekerheid en via de sanering van de overheidsdiensten. Geloven dat deze politiek meer mensen aan het werk gaat stellen, kan onmogelijk juist zijn. Het zal eerder de weg openen naar een volgende economische en financiële crisis. Het is immers deze regering niet te doen om iedereen werk te geven. Ze volgt eerder een ideologie die berust op een wild kapitalisme dat gedreven wordt door het egoïsme van een kleine bevolkingsgroep in de samenleving. Dit egoïsme kan alleen maar gevoed worden door zoveel mogelijk sectoren te privatiseren om er zoveel mogelijk winst uit te halen.
Meegaan in dit denken, brengt ons naar slechtere arbeidsvoorwaarden en lagere lonen. Dat gaat zo: voor de werkgevers zijn de werknemers een kost. Om de winsten op een zo hoog mogelijk niveau te brengen, moet die kost zo laag mogelijk gebracht worden. Het is daardoor dat er telkens economische en financiële crises worden gecreëerd. Het werkt als volgt: de drijvende kracht in het kapitalisme is marktaandelen van concurrenten inpalmen door goedkoper te produceren. Dat kan alleen door de loonkosten te drukken of door met minder arbeidskrachten of met meer en/of betere machines productiever te produceren. Onvermijdelijk snijdt men dan in de koopkracht. Zo ontstaat een tegenstelling tussen een stijgende productiecapaciteit en een dalende koopkracht. Men creëert overproductie: de basis van elke crisis. Een tijdlang kunnen krediet en speculatie een kunstmatige vraag creëren en de crisis in de productiesfeer wegmoffelen. Maar als de kloof tussen droom en werkelijkheid te groot wordt, spatten de financiële bubbels uit elkaar.
Dat het om ideologie gaat, bewijst ook de regeringspolitiek waarbij de openbare uitgaven worden teruggeschroefd. Dit hangt nauw samen met het verlagen van de lonen. Dat gaat als volgt: omdat de overheid enkel kan investeren dankzij het grootste deel belastingen die ze int op de lonen, leidt het verlagen van de lonen tot een verlaging van de overheidsuitgaven. Het gevolg is een inkrimping van de overheidsinvesteringen en de overheidsdiensten met als resultaat een daling van de tewerkstelling. Volgens het planbureau zouden de budgettaire saneringen in de openbare sector 47.000 arbeidsplaatsen kunnen kosten.
Waardig werk is een dam tegen criminalisering
Aan de ene kant jobs creëren in de privésectoren en aan de andere kant veel meer jobs liquideren bij de overheid kan men moeilijk een gezonde tewerkstellingspolitiek noemen. En dan hebben we het nog niet gehad over welke jobs er worden gecreëerd. Vandaag kennen we een divers palet van statuten en contracten zoals tijdelijke werknemers, interims, dagloners, thuiswerkers en schijnzelfstandigen. Als het maar flexibel en goedkoop is! Een massa werknemers leeft daardoor elke dag in de onzekerheid waardoor ze niet meer weten of ze hun kinderen morgen nog een toekomst kunnen geven. In 2014 waren er 571.732 mensen die werkten als uitzendkracht. Maar niet voltijds, want het aantal dagcontracten steeg enorm. In 2014 sloten de interimkantoren 6.622.599 dagcontracten af. Vandaag hebben we door de gebeurtenissen in Parijs en het ontdekken van Syriëstrijders in Molenbeek de mond vol dat we meer moeten investeren in onze jeugd. Dat kan moeilijk als we de ouders uitbuiten door hun een laag inkomen uit te betalen en door hun ongezonde en flexibele arbeidsvoorwaarden op te leggen, waardoor tijd en middelen ontbreken om hun kinderen een goede opvoeding te geven.
Lage lonen en ongezonde arbeidsvoorwaarden kunnen nog op een andere manier in stand gehouden worden. Namelijk door te zorgen dat er een voldoende grote reserve van werkzoekenden klaar staat voor weinig jobs. Vandaag zijn ze afgerond met 600.000 voor 30.000 vacatures. Die mogen dan natuurlijk geen te hoge uitkering krijgen. En mensen met een lage uitkering zijn bereid om al snel tegen een laag loon alle soorten werk te aanvaarden. Daarom zet de regering van MR, N-VA, CD&V en Open VLD ook in om de uitkeringen van de werkzoekenden te verlagen. Dat verhoogt de concurrentie tussen werkenden en werklozen. Daarom is het ook belangrijk dat werkenden mee sociale strijd voeren voor hogere werkloosheids- en ziekte uitkeringen. Tevens mag er geen onderscheid gemaakt worden tussen mensen afkomstig uit andere landen en mensen die hier in België geboren en getogen zijn. Want als we concurrentie tussen werknemers toelaten, is verlies voor allen het resultaat.
Om alle uitkeringen en inkomens die onder de armoedegrens liggen op te trekken, is jaarlijks 1,5 miljard euro nodig. Dat is geen gering bedrag, maar wel haalbaar. Ter vergelijking:
· een vermogensbelasting op het totale bezit vanaf 1 miljoen euro + een vrijstelling van 500.000 euro voor de eigen woning, brengt meer dan 8 miljard euro op. Slechts 3% van de Belgische gezinnen komt hiervoor in aanmerking;
· de notionele intrest, die nog geen enkele job heeft gecreëerd, kost de overheid 6 miljard euro per jaar.
· de 1000 meest winstgevende bedrijven kregen samen in 2014 een fiscale korting van 12,6 miljard euro. Op de 44,5 miljard euro winst, na belasting, werd 30,8 miljard euro uitgekeerd aan de aandeelhouders.
Armoede, werkloosheid, gebrek aan toekomstperspectief zijn een voedingsbodem voor criminaliteit en religieuze radicalisering. We kunnen daar iets aan doen door opnieuw te gaan zoeken naar een economie die niet meer wordt aangedreven door het winstbejag van een kleine groep. We kunnen gaan zoeken naar een economie die in functie staat van de menselijke behoeften en die rekening houdt met de beperkingen van de planeet aarde. Een economie die in handen is van de ganse samenleving waardoor de macht wordt verkregen om rijkdom en arbeidstijd te herverdelen. Het is deze ideologie die een serieuze dam zal opwerpen tegen oorlog en geweld.
Een andere wereld bestaat.
Guido Deckers (nationaal ACV-propagandist voor het thema rechtvaardige fiscaliteit) - november 2015
Bronnen:
· Algemene Beleidsnota Financiën, DOC 54 – 1428/010, 12 november 2015
· Knack, 9 april 2014, p.50, Het recept van Fons Verplaetse
· http://pvda.be/sites/default/
· Sociaal-economische barometer 2015, ABVV, p. 14
· ACV-brochure, ‘Vlaamse Besparingsmaatregelen en impact op het gezinsbudget’
· http://www.
· http://pvda.be/sites/default/
· http://www.hetgrotegeld.be/