Het thema van de Jaap Kruithof prijs maakt het me redelijk makkelijk om iets te vertellen over solidariteit. Ik wil heel duidelijk zijn.
Eén: armoede is in eerste instantie een inkomensprobleem. Arme mensen moeten, zonder al te veel poespas, een serieuze uitkering krijgen waarmee ze een zinvol, volwaardig sociaal leven kunnen leiden. Dat is een kwestie van mensenrechten. Dat betekent dat de sociale bijstand moet hervormd worden, dat rechten geïndividualiseerd moeten worden, dat de vernederende controles moeten verdwijnen, dat de uitkeringen moeten opgetrokken worden, tenminste tot aan de armoedegrens. Het is een schande dat zoiets nog steeds niet is gebeurd. Ik vind het ook een schande dat er desondanks campagnes bezig zijn om zelfs aan rijke mensen een uitkering, een basisinkomen te geven. Dat ik zo iets niet begrijp, zou er kunnen op wijzen dat ik inderdaad dom ben, maar het kan er ook op wijzen dat ik mijn prioriteiten anders stel dan de voorstanders van het basisinkomen. De leeflonen optrekken tot het niveau van de armoedegrens kost nauwelijks een paar miljard euro; aan álle mensen duizend euro per maand geven kost meer dan honderd miljard euro. Hierover een discussie voeren is een rookgordijn optrekken om de echte problemen van onze samenleving te verbergen. Ik pas daarvoor.
Twee: er wordt nog een tweede rookgordijn opgetrokken. Je kan vandaag geen krant meer open slaan of je leest iets over de deeleconomie, over de prachtige solidariteit die in lokale gemeenschappen ontstaat omdat mensen de grasmaaier of de haagschaar delen. Omdat buren helpen als er iemand ziek is of een bejaarde hulp nodig heeft. En dat is inderdaad mooi. Maar wie durft wijzen op het ‘gekwek over de deeleconomie’ wordt met de vinger gewezen. Want wat is het echte probleem van solidariteit in onze samenleving? Is dat niet de afbraak van onze sociaal-economische rechten? Is dat niet de privatisering van onze sociale diensten? Is dat niet de greep van de financiële economie op zowat alle aspecten van ons dagelijks leven? Kunnen we aub ook deze prioriteit in ere herstellen?
Ons economisch systeem botst op een muur van sociale, milieu- en politieke vernieling. Het enige antwoord van overheidswege, hier en elders in de wereld is minder democratie, minder mensenrechten, meer autoritarisme. Ons verzet moet in eerste instantie daar tegen gericht zijn, onze oplossingen en alternatieven moeten daar op ingaan.
De toekomst staat voor de deur
Ik heb geprobeerd dat te doen op mijn onderzoeksterrein, dat van de sociale bescherming. De redenen waarom ik het basisinkomen geen goede oplossing vind, heb ik herhaaldelijk uitgelegd. Ik wil dat hier niet herhalen. Laat me enkel zeggen dat ik het schandelijk zou vinden als werkgevers opnieuw een miljardencadeau krijgen om vervolgens mensen in precaire omstandigheden met een hongerloon te laten werken. We zien het trouwens al gebeuren in de zogenaamde platformeconomie. Met de superflexibele jobs in de horeca, met de pakjesbezorgers van Bringer en BPost, met de gehandicapten die met een rugzakje naar huis worden gestuurd en dan uiteraard op zoek gaan naar de goedkoopste beschikbare zorg. Geef mensen een basisinkomen en je zet de deur wijd open voor minijobs en uitbuiting.
Mijn verzet tegen de waan van het basisinkomen is geen achterhoedegevecht. Ik bepleit géén status quo in de sociale bescherming, integendeel. Ik besef dat niet enkel de samenleving maar ook de economie snel en grondig aan het veranderen is, hoewel ik niet meeloop met diegenen die vinden dat we dan maar gratis moeten werken in een P2P economie, dat door de robotisering arbeid sowieso langzaam zal verdwijnen, ja, dat het kapitalisme bijna achter ons ligt omdat de marginale productiekost smelt als sneeuw voor de zon.
Wat wel wordt bedreigd en wat we moeten beschermen is de loonarbeid, de sociale zekerheid, het arbeidsrecht en de professionele zorgsector. Er is vandaag meer en meer precair werk, er zijn meer en meer (schijn)zelfstandigen, de informele arbeidsmarkt groeit. Om dat tegen te gaan hebben we nieuwe formules nodig van organisatie en van sociale bescherming.
Over die twee punten wil ik kort nog iets zeggen.
Er is in de samenleving een sterke vraag naar solidariteit, inspraak en samenwerking. Die moeten we gebruiken om de solidariteit verder uit te bouwen, om de sociale bescherming samen, met inspraak van de hele bevolking, te verbeteren en te versterken. We mogen daarbij niet bang zijn van begrippen die tot nog toe uitsluitend door het neoliberalisme zijn gebruikt, zoals flexibiliteit. Want er is wel degelijk een vraag naar meer soepelheid in het voordeel van werknemers. Wie wil nog veertig jaar lang een job van 9 tot 5? Jonge mensen willen kunnen reizen, willen kunnen leren, jonge ouders willen tijd voor hun kinderen. Daarom moet een drastische arbeidstijdverkorting één van onze prioritaire eisen zijn. Ik pleit er voor om de sociale bescherming, voor de hele samenleving, te bekijken vanuit het perspectief van de commons, het gemeen, want die bescherming is van ons, door samen te handelen en samen te werken kunnen we ze verbeteren.
We hebben economische en sociale rechten en die zijn het resultaat van decennialange sociale strijd. Zo iets mogen we niet overboord gooien. We leven in één van de rijkste landen ter wereld, met één van de beste systemen van sociale bescherming, met een goed functionerende en professionele zorgsector, laat ons die koesteren en behouden en verbeteren waar het moet. We moeten ons verzetten tegen elke poging tot privatisering, rechtstreeks door onze rechtse regeringen, of onrechtstreeks door de vrijhandelsverdragen zoals TTIP.
De rol van vakbonden
En ja, we hebben sterke vakbonden nodig. Die vakbonden doen vandaag wat ze kunnen, maar het valt op dat veel jonge mensen er niet langer in geloven. Toch is het dank zij hen dat we hebben wat we hebben, van betaalde vakantie tot kindertoeslag. Vandaag worden ze aangevallen, en we hebben goede redenen om ze te beschermen. We hebben ook goede redenen om hen te vragen ook na te denken over hun organisatie. We leven niet langer in het industriële tijdperk met een hiërarchische en gecentraliseerde arbeidsorganisatie. Het zijn niet langer enkel de werknemers die beschermd moeten worden, maar iedereen, inclusief werklozen, zieken, gehandicapten en gepensioneerden. De vakbonden zullen rekening moeten houden met de vraag naar meer horizontale, minder hiërarchische organisaties, ze zullen een grotere maatschappelijke rol moeten spelen door ook de eisen van niet-werknemers te behartigen. Mijn droom is nog steeds dat, bij manier van spreken, de spoorvakbonden in staking gaan om een hoger leefloon voor de armen te eisen.
Het is mijn overtuiging dat door te werken aan een degelijke sociale bescherming we uiteindelijk ook het economisch systeem kunnen veranderen. Door gebruik te maken van de inzichten van de feministische economie komen we uit bij de zorg, die hoe dan ook centraal moet staan, we komen uit bij de duurzaamheid van het leven. Op die manier kunnen sociale bewegingen die werken aan sociale rechtvaardigheid ook de hand reiken aan zij die werken, voor klimaatrechtvaardigheid en voor een andere economie. Ik geloof er in.
En tenslotte, een laatste prioritiet: de fiscaliteit. Een rechtvaardiger samenleving en een goede sociale bescherming zijn niet mogelijk zonder een rechtvaardige fiscaliteit. De twee prijzen die dit jaar door Trefpunt en Democratie 2000 worden uitgereikt sluiten perfect bij elkaar aan.
En voor diegenen die denken dat we niet kunnen hervormen: al dertig jaar lang zijn het de neoliberalen die ons hele economische, politieke en sociale bestel overhoop gooien met de ene hervorming na de andere: van de Europese verdragen tot de Belgische staatshervorming, van de sociale bescherming en het arbeidsrecht tot het jeugd- en cultuurbeleid. Het wordt hoog tijd dat daar progressieve en emancipatorische hervormingen tegenover staan.
Per slot van rekening is het dat wat Jaap Kruithof van ons verwachtte. De toekomst voorbereiden door naar de toekomst te kijken, verder kijken dan herverdeling, maar nadenken over systeemverandering en tenslotte nadenken over radicale alternatieven. Ik hoop dat ik met mijn werk deze goede raad van Kruithof nooit uit het oog verlies. Nogmaals, dank U wel.
Francine Mestrum - 21 juli 2016