De recente ontwikkelingen over de hoge vergoedingen van politici, heeft een debat over inkomen op gang gebracht. Al lang slaagt men erin te doen geloven dat toplonen voor managers en politici een normale zaak zijn. Hoe ze dit ook proberen voor te stellen als de gewoonste zaak van de wereld, het is niét gewoon. We hebben niet enkel openbaarheid nodig dat hoge lonen verantwoordt, er is nood aan een wet dat een maximuminkomen oplegt en dat voor iedereen.
Lonen toestaan voor managers van meer dan twee miljoen euro, want zoveel verdienen de CEO's van de Belgische beursgenoteerde bedrijven, mag een samenleving niet toestaan. Dit geldt nog meer voor politici, want zij hebben een voorbeeldfunctie. Dat Kamervoorzitter Siegfried Bracke van N-VA met al zijn officiële mandaten 305.130 euro per jaar verdient, is moreel onaanvaardbaar.
Neen, we hebben niet enkel openbaarheid nodig dat hoge lonen verantwoordt, er is nood aan een wet dat een maximuminkomen oplegt en dat voor iedereen. Dat heeft vele voordelen. Want buitensporige inkomens zijn slecht voor de economie en het milieu, ze zijn een gevaar voor de democratie en zorgen voor ongelijkheid. Toplonen zijn ook niet te verantwoorden. Trouwens, waarop baseert men zich? Waarom moet een samenleving het normaal vinden dat een manager 44 keer meer verdient dan het gemiddelde werknemersloon in ons land?
De rijken minder rijk is goed voor de economie
Een economie draait beter en dekt de behoeften van 'alle' mensen bij een herverdeling van het inkomen. Met andere woorden: wanneer de rijken minder rijk zijn. Dan komt het geld terecht bij iedereen, waar het wordt uitgegeven aan voeding, huizen, kleding, openbare diensten, gezondheidszorg, ontspanning, sport en cultuur ... Zo pompt men het geld terug in de economie die dan gestimuleerd wordt om aan de behoeften van de mensen te voldoen. Dat is niet zo met het teveel aan geld dat bij de rijken belandt.
Wie te rijk is, begint te speculeren op de beurs, waarna een overwaardering ontstaat van de aandelen. We staan er te weinig bij stil dat dit juist de oorzaak vormt van financiële- en economische crises. Een samenleving is pas echt rechtvaardig als ze de economie gebruikt om de behoeften van alle mensen te dekken en rekening houdt met de duurzaamheid van de planeet. Speculanten gebruiken de economie, en dus de bedrijven, niet in functie van het goede leven, ze gebruiken de bedrijven om hun aandelen in waarde te laten stijgen. Voor hen staan dus de bedrijven in functie van de winst en niet in functie van de samenleving. Om de winst maximaal te laten renderen, betaalt men weinig voor de grondstoffen die nodig zijn om de producten te maken, keert men een laag of matig loon uit aan de werknemers en neemt men het niet altijd zo nauw met de werkomstandigheden. Om van bedrijven winstmachines te maken, moeten de bedrijven zoveel mogelijk in private handen zijn waarbij de overheid en de vakbonden liefst geweerd worden.
De rijken minder rijk is goed voor de planeet
Buitensporige inkomens worden ook verdiend op de rug van moeder aarde. Om de winst te laten renderen, wordt een economie ingezet die de ecologische grenzen niet respecteert en de milieuschade niet in rekening brengt. De reuzegrote voet waarop de superrijken leven, kost ons veel meer dan we denken. Zij veroorzaken de hoge mate van ecologische verliescijfers van onze planeet door een verspillende en energieverslindende levenswijze. In een rapport van Oxfam, dat verscheen in 2015, staat te lezen dat de rijkste 10 procent van de wereldbevolking verantwoordelijk is voor 50 procent van de uitstoot, terwijl 3,5 miljard mensen, de helft van de wereldbevolking, verantwoordelijk is voor 10 procent van de uitstoot. Iemand die behoort tot de 1 procent rijksten genereert gemiddeld 175 keer meer CO2 dan iemand van de laagste 10 procent.
Een ongekende hoge levensstandaard is enkel mogelijk, omdat de meerderheid van de mensen op aarde die levensstandaard niet deelt en ook nooit zal delen. Het is dan ook onbeschrijfelijk decadent dat de acht rijkste mensen ter wereld evenveel bezitten als de armste 3,6 miljard samen. Dat er dringend een herverdeling van de rijkdom nodig is en dat we naar een andere en duurzame economie moeten evolueren, leren ons de volgende cijfers.
Wetenschappers berekenden het eerlijke aarde-aandeel. Dat bedraagt zo'n 1,7 hectare per wereldburger: zoveel vruchtbare en bruikbare ruimte is er op onze planeet beschikbaar voor iedere aardbewoner om zijn of haar levensstijl mogelijk te maken, op een manier die de kansen van de volgende generaties niet in het gedrang brengt. Wanneer dit cijfer vergeleken wordt met de gemiddelde voetafdruk, dat wat landen en mensen vandaag aan energie en grondstoffen gebruiken, aangevuld met onze productie van afvalstoffen, dan zijn de conclusies confronterend. De gemiddelde voetafdruk van iedere aardbewoner is al ruim 2,6 hectare. Dat wil zeggen dat onze planeet te klein is om de huidige gemiddelde levensstijl van alle aardbewoners te blijven dragen.
De rijken minder rijk is goed voor de democratie
De ongelijkheid is niet alleen sociaal onwenselijk, het leidt ook tot een democratisch deficit. Wie rijk is, is nooit zomaar rijk. Rijk zijn betekent bovenal ook machtig zijn. De acht rijkste mensen ter wereld bezitten gezamenlijk 426,2 miljard dollar. De allerrijkste is Bill Gates, de Amerikaanse oprichter van Microsoft met een vermogen van 75 miljard dollar. Deze mensen hebben genoeg om verkiezingen te beïnvloeden, de media te bespelen en een lobbymacht op te zetten die de kracht van alle vakbonden en ngo's samen doet verbleken.
Dat zien we in de Verenigde Staten met de steenrijke en aartsconservatieve broers David en Charles Koch, die al 13 jaar massaal investeren in een netwerk dat conservatieve kandidaten en hun programmapunten ondersteunt. Hun netwerk heeft 1.600 mensen in dienst, verdeeld over 38 staten, die doen wat ze kunnen om 'een minimale regering' en 'minimale regels' te promoten. Bij de Koch-broers vallen die programmapunten voor een groot deel samen met hun eigenbelang. Ze maakten fortuin in de energiesector en kwamen enkele keren onzacht in botsing met milieubepalingen.
We hoeven niet naar de Verenigde Staten te gaan, waar een klein percentage rijken de samenleving naar hun hand zetten. In ons eigen land komt systematisch het stadje Durbuy in de Ardennen meer en meer in handen van de Belgische miljardair Marc Coucke. Hij koopt er zowat alles op. Eerst begon hij met twee avonturenparken. Toen kwam er nog een natuurgebied bij. Daarna nog een paar bossen, wat restaurants en cafés, een hotel in het centrum, plus een bungalowpark. Ook een camping kocht hij op en ontruimde hij. De bewoners zijn ongerust en verenigen zich in SOS Durbuy die het niet nemen dat één rijke man kan beslissen dat hun omgeving wordt misbruikt om poen te scheppen.
De rijken minder rijk is verantwoord
Los van het debat hoe hoog een salaris van een manager dan wel mag zijn, stelt zich een andere vraag: is het moreel verantwoord dat een minderheid gigantische lonen verdient? Neen! Mensen die aan de top staan van een bedrijf hebben dit te danken aan een samenleving die voor hen gezorgd heeft door via belastingen onder andere onderwijs te organiseren. Mochten ze geboren zijn in een derde wereldland, dan zouden ze niet de kansen hebben gehad die ze hier in België hebben gekregen.
Toplonen aan managers worden verantwoord door de grote verantwoordelijkheid die ze moeten dragen. Maar wat is dan het verschil met een treinbestuurder of een seingever die telkens wanneer een trein vertrekt verantwoordelijk is voor het leven van honderden reizigers? Trouwens een manager doet het bedrijf niet alleen draaien. Hij wordt bijgestaan door heel wat medewerkers die minder worden betaald. En hierbij stelt zich de vraag wie voor de winst zorgt. Het antwoord is, dat zonder werknemers onmogelijk meerwaarde kan gecreëerd worden. Het is een proces dat men samen doet en waarbij de managers maar voor een deel aan dat productieproces bijdragen, namelijk: zorgen voor de investering, de productie plannen en coördineren. De werkelijke meerwaarde wordt gecreëerd door de geest en de handen van de werknemers.
Hoe hoog mag een maximumwedde zijn?
Sociale rechtvaardigheid, ecologische redenen en de belangen van de toekomstige generaties rechtvaardigen de invoering van een maximuminkomen waarbij de best betaalde maximaal vijf maal een groter besteedbaar inkomen heeft dan de minst betaalde. In België bedraagt het minimumloon 1.559 euro bruto per maand. De maximumwedde bedraagt dan: 7.795 euro bruto per maand. Als het maximuminkomen gekoppeld wordt aan het minimuminkomen, zou je ervoor kunnen zorgen dat die toplaag, die het meestal voor het zeggen heeft, kan aangespoord worden om echt werk te maken van een leefbaar minimumloon. Want als we het maximuminkomen begrenzen op vijf maal het minimuminkomen, dan zou hij of zij die meer wil verdienen, er eerst voor moeten zorgen dat het minimuminkomen verhoogd wordt.
Als we het over de lonen hebben, dan moeten we het ook hebben over de uitkeringen. Die zijn zo schandalig laag in het rijke land België dat ze onder de armoederisicogrens liggen. Voldoende hoge uitkeringen zijn ook belangrijk voor de hoogte van de lonen. Want wanneer een grote groep werkzoekenden een te lage uitkering krijgt, zet dat een neerwaartse druk op de lonen. Om te overleven, zijn mensen met een lage uitkering immers bereid om snel tegen een laag loon alle soorten werk te aanvaarden. Zo wordt de concurrentie tussen werkenden en niet-werkenden in stand gehouden. Daarom is het enorm belangrijk dat de werkenden mee sociale strijd voeren om alle uitkeringen boven de armoederisicogrens te tillen.
Concreet betekent de armoederisicogrens voor een alleenstaande dat zijn/haar maandelijks beschikbaar inkomen lager ligt dan € 1.083. Voor een koppel met twee kinderen bedraagt deze armoederisicogrens € 2.274 per maand. Uitkeringen boven de armoederisicogrens zullen er ook voor zorgen dat we ons als rijk land niet meer moeten schamen dat er meer dan 143.000 mensen een beroep moeten doen op de voedselbank. Een recordjaar in 2016!
Auteur: Guido Deckers
Bron: http://www.dewereldmorgen.be/artikel/2017/03/02/maak-een-maximuminkomen-wettelijk