Niet alleen Monsanto en de tabaksindustrie manipuleren de wetenschap voor eigen profijt ten koste van gezondheid. Ook de farma-industrie kan er wat van, schrijft Dirk Van Duppen.
Wetenschappers die op straat komen om hun discipline te verdedigen (DS online 22 april), je ziet het niet vaak. Als professoren, onderzoekers en vorsers hun stoffige kantoren en labs verlaten om te protesteren, moeten we onze ogen openhouden. Er is iets loos in de wereld van het onderzoek en de wetenschap. Een probleem dat zich niet alleen beperkt tot onkruidverdelgers (DS 25 april) en rookwaar (DS 26 april). Het zit dieper, en het zit misschien wel in onze eigen huizen. Bijvoorbeeld in ons apotheekkastje.
Seroxat-schandaal
Toen mijn boek De cholesteroloorlog verscheen in 2004, voorspelde ik dat de pijnstiller Vioxx van de markt zou worden gehaald. Studies hadden immers bewezen dat het medicijn dubbel zoveel hartinfarcten veroorzaakte als andere pijnstillers. De producent Merck Sharp & Dohme (MSD) had die informatie bewust verborgen gehouden.
De farma is big business. Neem nu MSD, een grote sponsor van de US Open toen Kim Clijsters en Justine Henin er schitterden. Via de televisiebeelden kwam de naam Vioxx ontelbare keren onze huiskamer binnen, terwijl het eigenlijk een medicijn is voor reumapatiënten en bejaarden met artrose. Op een bepaald moment was Vioxx op alle spoedafdelingen van de Belgische ziekenhuizen de meest voorgeschreven pijnstiller. Uiteindelijk werd het van de wereldmarkt gehaald. In de VS had het duizenden doden gemaakt. In België stierven driehonderd patiënten aan de gevolgen van hartinfarcten en beroerten door de inname van het medicijn.
De kans dat een onderzoek gunstig uitvalt voor een geneesmiddel is vier keer hoger als het door de producent gesponsord is.
In 2003 kwam het antidepressivum Seroxat in opspraak, omdat de producent GSK bewust de kwalijke bijwerkingen had verzwegen. De producent had in tests ontdekt dat het medicijn niet werkte tegen depressies bij kinderen en adolescenten, maar dat het bij hen het risico op suïcidale gedachten zelfs verhoogde.
Nadat het schandaal was uitgekomen, heeft de producent een nooit geziene zelfreflectie gemaakt. Het zou nooit meer gebeuren, klonk het. GSK was, zogezegd, de drijvende kracht achter een beweging om alle resultaten van onderzoeken openbaar te maken. Maar toen een paar jaar later het middel tegen diabetes Avandia de wereldmarkt veroverde, herhaalde GSK zijn verwerpelijke praktijken: het moffelde de kwalijke nevenwerkingen weg, corrumpeerde artsen in hun voorschrijfgedrag en intimideerde wetenschappers die durfden de gevaarlijke bijwerkingen bekend te maken. Ook in België realiseerde GSK in die tijden een topverkoop.
Avandia werd in september 2010 van de wereldmarkt gehaald omdat bleek dat het middel het risico op hartproblemen met 43 procent verhoogde. In juli 2012 moest GSK in de VS een boete van 3 miljard dollar betalen wegens intimidatie, doofpotoperaties en omkoping van artsen om Seroxat en Avandia onterecht voor te schrijven. Het zou de grootste boete in de farmaceutische geschiedenis worden.
Hoe is dat mogelijk?
Dat het grote farmageld en onafhankelijk onderzoek geen goed huwelijk vormen, kunnen we samenvatten in drie grote probleemstellingen.
1. De sponsors bepalen het design van de studie, wat de uitkomsten op voorhand zwaar beïnvloedt. Er wordt bijvoorbeeld gespeeld met de dosering van geneesmiddelen. Het ene product wordt in grotere hoeveelheden toegediend, zodat het effectiever lijkt dan dat van de concurrent. Of, andersom, het concurrerende product wordt hoger gedoseerd met de bedoeling de bijwerkingen extra in de verf te zetten. Er wordt gesjoemeld met de tijdspanne van het onderzoek, waar klinische studies worden gerekt of ingekort naargelang van hoe het de geldschieters uitkomt. Medicijnen tegen ouderdomsziekten met veel bijwerkingen worden op jonge studenten uitgetest. Er is een heel arsenaal aan handigheidjes. De kans dat een onderzoek gunstig uitvalt voor een geneesmiddel is dan ook vier keer hoger als het door de producent gesponsord is.
2. De sponsorende industrie heeft eigendomsrecht op de resultaten. Zij publiceren wat hen goed uitkomt, en vegen de rest onder de mat. Zo is er een antidepressivum dat in acht op de tien tests niet werkt. Alleen over de twee positieve tests zijn publicaties terug te vinden. Twee positieve tests zijn immers genoeg om een vergunning te krijgen om het op de markt te brengen. Bovendien moet je alleen maar kunnen bewijzen dat het medicijn beter is dan een placebo.
3. Bijwerkingen – ook levensbedreigende – worden bewust verzwegen. Artsen, wetenschappers, politici en toezichthouders worden omgekocht of geïntimideerd, sancties worden afgekocht en intussen zijn de dokters voor hun kennis van nieuwe geneesmiddelen afhankelijk van diezelfde farmaceutische industrie.
De snoei van Trump
Er is dus duidelijk nood aan onafhankelijk en publiek gefinancierd onderzoek. Vergeet niet dat het overgrote deel van de prijs van een geneesmiddel wordt betaald met geld van de ziekteverzekering. Al het gemanipuleerde onderzoek en de daarmee gepaard gaande marketingkosten worden gedekt met het geld van de gemeenschap. Geld dat naar onafhankelijke onderzoeksinstellingen moet gaan.
Zowel in binnen- als buitenland zien we de budgetten voor onafhankelijk onderzoek slinken. Amerikaans president Donald Trump is zwaar beginnen te snoeien in de National Institutes of Health, het grootste publiek gefinancierde onderzoeksinstituut ter wereld dat al ontelbare keren leugens en bedrog van de farma-industrie van tafel heeft geveegd. De vrees heerst onder wetenschappers dat ook in Europa en in ons land het mes gezet zal worden in onafhankelijke onderzoeksbudgetten. Die tienduizenden wetenschappers die vorige zondag wereldwijd op straat kwamen, hebben dat niet zomaar gedaan.
Dirk Van Duppen
Dit opiniestuk verscheen eerder in De Standaard vrijdag 28 april 2017