De beslissing van president Trump om al dan niet in het klimaatakkoord van Parijs te blijven, komt er deze week aan. Dat melde hij op z'n favoriete communicatiekanaal: Twitter. We zullen eerstdaags weten welke strekking in z'n regering het haalt. De realiteitsontkenners die van de VS een internationale klimaatparia willen maken? Of de olie-industrie die haar belangen wil verdedigen door de VS in het klimaatakkoord te houden?
Elke strekking heeft een voortrekker. Scott Pruitt, door Trump benoemd tot directeur van het milieuagentschap (EPA) dat hij haat, voert de strijd tegen het klimaatakkoord aan. Buitenlandminister Rex Tillerson pleit ervoor om in het akkoord te blijven. Tillerson was bijna tien jaar lang CEO van ExxonMobil, het grootste oliebedrijf ter wereld. De geschiedenis van beide personen – Pruitt en Tillerson – is illustratief voor de huidige tweedeling in de regering Trump.
ExxonMobil weet al sinds eind jaren '70 dat het gebruik van fossiele brandstoffen de klimaatverandering veroorzaakt. Vanaf de jaren '80 zaaide de onderneming doelbewust verwarring over het verband tussen oliegebruik en klimaatverandering. Zo kon het bedrijf klimaatbeleid afremmen. President Bush trok in 2001 de VS terug uit het Kyoto-protocol, de voorganger van het klimaatakkoord van Parijs. Daartoe werd hij aangevuurd door ExxonMobil.
In 2008 gooide Tillerson als nieuwe CEO van Exxon het roer om. Hij besefte dat twijfel zaaien over de klimaatverandering een gevaarlijke strategie was. Barack Obama ging aan de macht komen in de VS, de klimaatwetenschap liet niet de minste twijfel over de ernst van het probleem en oliebedrijven riskeerden net zoals de tabaksindustrie miljardenclaims voor hun doelbewuste leugens. Bovenal zagen ze ook een kans in het klimaatverhaal. Gas zou in eerste instantie marktaandeel winnen op steenkool bij de elektriciteitsproductie. Oliebedrijven doen in gas, niet in kolen.
Openbare aanklagers gingen enkele jaren later inderdaad achter ExxonMobil aan. "Bedrijven die beleggers en consumenten voorlogen over de gevaren van klimaatverandering moeten we aansprakelijk stellen." zei Maura Healey, de openbaar aanklager van Massachusetts in 2015. Op dit punt komt Pruitt in het verhaal. Als openbaar aanklager van oliestaat Oklahoma verzette hij zich heftig tegen collega's die ExxonMobil vervolgden. Hij lijkt de oude leugens van de oliebedrijven te geloven. Het conflict in de regering Trump valt terug te brengen tot deze rel tussen strategen en ideologen. De grote oliebedrijven zien in dat het geen zin meer heeft om de kluit te belazeren. Maar ze krijgen de geest van twintig jaar klimaatonzin niet meer terug in de fles.
Voor de andere wereldleiders is die sektarische strijd in de regering Trump een ontluisterend schouwspel. Wat te doen met een Amerikaanse president die z'n internationale verantwoordelijkheid ontloopt? In eerste instantie kunnen ze Trump trachten te overtuigen. Door hem op z'n verantwoordelijkheid te wijzen. Door te onderstrepen dat de economische dynamiek en jobcreatie zich in de hernieuwbare economie bevindt. Als Trump volhardt in de boosheid, zal de rest van de wereld hem de rekening moeten presenteren. Net zoals hij zelf doet rond de militaire uitgaven voor de NAVO. China, de EU en andere economische grootmachten kunnen ook versneld de subsidies, kredieten en beleggingen voor de Amerikaanse fossiele industrie terugschroeven. Via een actieve klimaatdiplomatie tenslotte moeten ze er alles aan doen om te zorgen dat Trump geen andere wereldleiders mee op sleeptouw neemt. Rusland, Australië of Saudi-Arabia zijn risicolanden. Wanneer de Amerikaanse bevolking meer en meer ontdekt dat een ambitieus klimaatbeleid loont en Trump de toekomstige welvaart op het spel zet, zal ze zich hopelijk van hem afkeren.
Mathias Bienstman