Recht voor iedereen. Maar is dit ook zo?
Het recht op toegang tot de rechter is verankerd in de Grondwet1 en is erkend als een fundamenteel recht. In een democratische samenleving moeten burgers zichzelf en hun rechten kunnen verdedigen. Maar kunnen zij dit vandaag nog?
België voerde de juridische bijstand in om dit recht in de praktijk te brengen en ervoor te zorgen dat iedereen zich in de rechtbank kan laten verdedigen. De juridische bijstand bestaat uit juridische eerstelijnsbijstand en juridische tweedelijnsbestand. Bij de eerstelijnsbijstand kan de rechtzoekende terecht voor een eerste advies, en praktische informatie. Deze gratis juridische eerstelijnsbijstand wordt georganiseerd door de Commissies voor Juridische Bijstand (CJB) en geassocieerde organisaties, en behoort tot de gemeenschapsbevoegdheden2 . De tweedelijnsbijstand wordt uitgeoefend door advocaten die bereid zijn " pro deo " te werken en daarvoor aangesteld worden door het Bureau voor Juridische Bijstand (BJB)3 . De juridische tweedelijnsbijstand is een federale materie en valt onder de bevoegdheid van de minister van Justitie.
Op 1 september 2016 trad de hervorming van de juridische tweedelijnsbijstand in werking. Deze hervorming moet, volgens de minister van Justitie Koen Geens, tegemoet komen aan een zogezegde "overconsumptie van het gerecht". Deze veronderstelling is nooit aangetoond. Door onze complexe staatsstructuur is het noodzakelijk zich door een advocaat te laten bijstaan om zijn of haar rechten te kennen. De hervorming van 2016 maakt de toegangsvoorwaarden voor de juridische tweedelijnsbijstand complexer en laat veel potentiële rechtzoekenden in de kou staan. Hiermee worden zowel de rechtzoekende als de "pro deo" advocaat beschouwd boulemique als overdreven gebruikers van het systeem. Een systeem dat nu is ontworpen om toegang tot de rechter te ontmoedigen.
Met deze hervorming wordt het vermoeden van behoeftigheid in twijfel getrokken, behalve voor minderjarigen. Personen met een handicap, gevangenen, ontvangers van sociale bijstand, daklozen, vreemdelingen,... moeten nu hun behoeftigheid bewijzen als het Bureau voor Juridische Bijstand daarom vraagt. In de praktijk vragen de bureaus voor juridische bijstand heel wat bijkomende administratieve documenten. En als kers op de taart heeft de hervorming het principe van remgeld geïntroduceerd dat de rechtzoekende verplicht een forfaitaire bijdrage van 20 euro te betalen per aanstelling van een advocaat en 30 euro per gerechtelijke procedure.
De hervorming heeft grote gevolgen voor zowel de ontvangers van de juridische bijstand, zijnde de rechtzoekenden, als voor de verleners, zijnde de advocaten. Door de zware administratieve vereisten is de drempel van het Bureau voor Juridische Bijstand te hoog voor de rechtzoekende. De vertrouwensrelatie tussen de rechtzoekende en zijn advocaat is eveneens aangetast, omdat de advocaat bij zijn cliënt moet polsen naar zijn behoeftigheid. Ten slotte is de advocaat in sommige procedures gebonden door zeer korte beroepstermijnen waardoor hij een beroep moet instellen zonder daarbij de zekerheid te hebben aangesteld te worden als advocaat en daarvoor vergoed te worden. Het meest ernstige gevolg van de hele hervorming is het effect daarvan op de rechtzoekenden zelf. Zij zullen hun rechten niet laten verdedigen omdat ze ontmoedigd worden door administratieve en financiële verplichtingen.
Aan de zijde van advocaten stellen we een vermindering vast van het aantal kantoren dat zich consequent inzet om " pro deo " te werken. De Minister van Justitie heeft recent aangekondigd dat de waarde van het punt, welk gelijk staat met één uur werken in het kader van de juridsche bijstand, van 75€ zou zijn . In de werkelijkheid betekent dit een waarde van 60€, waar 15€ administratieve kosten bijkomen die niet anders worden vergoed. Ook moet hier herhaald worden dat de motivatie van advocaten welke hun werk uit te oefenen in het kader van de juridische bijstand niet enkel financieel is. Er blijft eveneens machteloosheid over oneerlijke beslissingen van niet-aanstelling en uitputting in de race voor administratieve documenten.
Één jaar na de inwerkingtreding van de hervorming, verheugt de minister van Justitie zich dat het aantal aanvragen tot aanstellingen door de BJB's met 17% is gedaald4 , en hierdoor de " overconsumptie " en de misbruiken zijn tegengegaan ! Deze reactie gaat te snel voorbij aan de echte redenen voor deze daling. Als 17% van de rechtzoekenden niet langer gebruik maakt van de juridische bijstand, dan is dit onder meer te wijten aan het feit dat ze het remgeld niet kunnen betalen en de administratieve vereisten te omslachtig en soms onoverkomelijk zijn (omdat men documenten vraagt die niet bestaan, zoals een uittreksel van de rol voor de jaren dat men niet in België was ingeschreven). De statistieken moeten dus geïnterpreteerd worden in het licht van alle beschikbare informatie. Zeker, sommigen misbruiken het gerecht en procedures, maar ze zijn verre van de meerderheid van de rechtzoekenden. En deze hervorming heeft meer dan één ontmoedigd! Het recht op toegang tot de rechter is een recht dat nodig is voor de uitoefening van een democratie. Gerechtigheid moet er voor iedereen zijn. Er mag daarbij geen kloof zijn tussen zij die er toegang toe hebben en zij die er omwille van financiële redenen geen toegang tot hebben.
In de praktijk richten de rechtzoekenden die uit de boot vallen zich tot organisaties die hun vragen soms wel kunnen beantwoorden, maar die niet de rol van de advocaat kunnen overnemen. De organisaties die lid zijn van het Platform Recht voor Iedereen worden steeds meer bevraagd met vragen die hun expertise overschrijden. Zij zijn de terreinactoren die de gevolgen van het dalende aantal aanstellingen het best kunnen voelen. En hun conclusie is heel anders dan die van de minister van Justitie: deze daling is niet het gevolg van een effectieve jacht op fraude, maar van een systeem van juridische bijstand dat ontoegankelijk is geworden voor een deel van de rechtzoekenden. Deze laatsten worden vaak gedwongen om alleen voor de rechtbank te verschijnen, met alle negatieve gevolgen van dien, zowel voor rechtzoekenden als voor justitie.
Hoe kunnen we werken aan een betere toekomst voor een daadwerkelijke toegang tot de rechter? Het Platform Recht voor Iedereen geeft niet alleen kritiek op de regering en het Parlement maar heeft sinds het begin van de uitvoering van deze hervorming al een aantal concrete voorstellen gedaan: een vereenvoudiging van de administratieve procedure voor de aanstelling van een advocaat, een verduidelijking van de criteria die toelaten om toegang te krijgen tot juridische bijstand, de afschaffing van het remgeld (wat een reëel obstakel is. Voor veel mensen is 20 + 30 euro een niet te verwaarlozen bedrag) en de daadwerkelijkheid van een correcte vergoeding voor pro deo advocaten, of een " sine qua non " (essentiële) voorwaarde voor een kwalitatieve dienstverlening.
Tal van verenigingen en advocaten dienden bij het Grondwettelijk Hof een beroep in tegen deze hervorming. We verwachten de komende weken een uitspraak van het Grondwettelijk Hof. Het Platform pleit ook voor een tegensprekelijke evaluatie van deze hervorming in de komende maanden. De wet rond de hervorming voorziet in deze evaluatie, maar ze wordt traag uitgevoerd door de minister van Justitie.
Toegang tot de rechter is geen verdienstelijk recht. Het is een fundamenteel recht dat het respect voor alle andere rechten garandeert. Een fundamenteel recht dat, als het de mogelijkheid van een rechtsmiddel wordt onthouden, niet meer is dan een abstract recht dat van alle doeltreffendheid wordt beroofd.
Platform justitie voor iedereen
Dit opiniestuk verscheen eerder op de website van Knack
1 Art. 23 van de Belgische Grondwet, art. 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens ; art. 47 van het Handvest van de Grondrechten van de Europese Unie.
2 In Brussel zijn er vier geassocieerde organisaties : le service Droit des jeunes, L'Atelier des droits sociaux, le service infor-droit de la free Clinic et le service juridique d'Espace Social Télé-Service
3 P. DE GENDT, " La réforme de l'aide juridique : vers une justice à deux vitesses ? ", Analyses et Etudes - Droits de l'Homme, avril 2016, in http://www.sireas.be/publications/analyse2016/2016-04int.pdf, pp. 3-4.
4 http://www.dekamer.be/kvvcr/showpage.cfm?section=qrva&language=nl&cfm=qrvaXml.cfm?legislat=54&dossierID=54-B138-866-2194-2017201818986.xml (12% voor Orde van de Vlaamse Balie, 23 € voor Ordre des Barreaux Francophones et Germanophone)