Er is geen tegenstelling tussen klimaat- en sociaal beleid. Ze kunnen elkaar net versterken. Dat zeggen Welzijnsschakels, Netwerk tegen Armoede, Broederlijk Delen en ORBIT, die hierin steun vinden bij de klimaatjongeren.
Jarenlang weggekeken
Het is opvallend hoe sommige (regerings)partijen plots ontdekken dat in Vlaanderen één op tien mensen in armoede leeft.
Jarenlang hebben ze weggekeken van het probleem, maar nu klimaat bovenaan de politieke agenda staat, blijken sociale overwegingen plots het gedroomde excuus om ook het klimaatbeleid in de diepvries te stoppen.
‘Een sociaal klimaatplan is mogelijk.’
Nochtans is er geen tegenstelling tussen het klimaat- en sociaal beleid. Integendeel, ze kunnen elkaar net versterken. Een sociaal klimaatplan is mogelijk
Plechtige beloftes
Armoedebestrijding leek bij het begin van deze legislatuur een speerpunt te worden. Dat resulteerde in plechtige beloftes. Helaas werden die niet vertaald in concrete maatregelen.
De federale regering zou uitkeringen optrekken tot de Europese armoedegrens, maar die belofte ging grandioos de mist in. Het aantal mensen dat moet terugvallen op een leefloon, dat dus nog altijd ver onder de armoedegrens ligt, breekt record na record. In Vlaanderen blijven de wachtlijsten voor sociale woningen pieken waardoor vandaag 135.000 Vlamingen genoodzaakt zijn om te overleven op een bijzonder precaire private huurmarkt.
Link met klimaatbeleid
En daarmee is de link met het klimaatbeleid meteen gelegd. Mensen in armoede leven op zich al klimaatbewust. Ze sparen drastisch op elementaire voorzieningen zoals drinkwater en verwarming, hebben vaak geen wagen en geen dure, energieverslindende gadgets.
Maar toch zien ze hun energiegebruik en -factuur de hoogte in gaan. Zowel op de sociale woonmarkt als in de goedkoopste segmenten van de private huurmarkt blijven veel woningen van een ondermaatse kwaliteit, slecht geïsoleerd, met veel vocht en hoge stookkosten als gevolg.
‘Mensen in armoede leven klimaatbewust.’
Hier valt dus nog veel winst te boeken, op klimaat en sociaal vlak. Maak werk van kwaliteitsvolle sociale woningen. Investeer meer in renovatie en energiezuinige nieuwbouw. De wachtlijsten zullen eindelijk een knik naar beneden maken en onze CO2-uistoot zal verminderen.
Ongelijke belangen
Ook op de private markt is er nog een gigantische marge voor verbetering. Al is de oefening daar een stuk ingewikkelder vanwege de ‘split incentive’. Een lelijk woord om te duiden dat belangen van private verhuurder en huurder niet per definitie gelijklopen. Een verhuurder die zijn eigendom energiezuinig renoveert, ziet de opbrengst daarvan niet naar zijn eigen portemonnee vloeien, wel naar die van zijn huurder.
Private verhuurders hebben grotere stimulansen nodig. Ze zijn niet noodzakelijk van slechte wil. Alleen zijn de regelgeving en premies ingewikkeld en de woon- en energiemaatregelen niet op elkaar afgestemd. De wirwar aan wisselende criteria maakt dat geen kat hier haar jongen nog in terugvindt.
Sociale energie-efficiëntie
Ondanks die complexiteit, ogen een aantal pistes beloftevol.
Vandaag bestaan er al sociale energie-efficiëntieprojecten. Wie verhuurt aan kwetsbare gezinnen, kan extra premies krijgen voor energiezuinige investeringen zoals dakisolatie of hoogrendementsbeglazing. Een projectpromotor, vaak uit de sociale economie, begeleidt de verhuurder en huurder bij de voorbereiding en uitvoering van de werken.
‘Betaalbaar wonen en klimaatbeleid gaan hand in hand.’
Zo sla je vier vliegen in één klap. Betaalbaar wonen voor mensen met een laag inkomen, minder zorgen voor verhuurders, klimaatvooruitgang en jobkansen voor kwetsbare groepen. Alleen komen de projecten maar met mondjesmaat van de grond. Zo is het niet altijd even eenvoudig om als verhuurder na te gaan of je een kwetsbare huurder hebt.
Het beleid moet verhuurders actief en rechtstreeks aanspreken zodat deze projecten beter bekend worden. Ze moet ook de verschillende maatregelen en premies harmoniseren.
Geconventioneerde huur
Een andere piste is de geconventioneerde huur. Eigenaars die hun kwaliteitsvolle woning onder de marktprijs aan een kwetsbare doelgroep verhuren, krijgen bijkomende fiscale aftrek of premies. Vergelijk het met het systeem van sociale verhuurkantoren.
Bij die laatste krijgt de verhuurder nog extra ondersteuning, omdat alle administratie en contacten met de huurder via het kantoor verlopen. De verhuurder wordt op die manier ‘ontzorgd’. Ook dat systeem zou veel sterker gepromoot kunnen worden bij eigenaars.
Vervoersarmoede
Betaalbaar wonen en een klimaatvriendelijk beleid kunnen dus wel degelijk hand in hand gaan. Ook rond mobiliteit kunnen we nog grotere stappen vooruitzetten. Vervoersarmoede is een groeiend probleem in Vlaanderen en staat andere grondrechten in de weg.
Lees ook
Mobiliteit is een privilege
Mensen geraken letterlijk niet op hun werk, op school of in het ziekenhuis. Het openbaar vervoer is in Vlaanderen de voorbije jaren stelselmatig afgebouwd. Niet alleen in de buitengebieden, maar ook in centrumsteden. Reguliere lijnen en belbussen worden afgevoerd of beperkt, waardoor mensen soms urenlang onderweg zijn om in het ziekenhuis, bij familie of bij hun vereniging te geraken.
Sommige mensen hebben nog een tweede- of derdehands dieselwagen, omdat ze die nog net kunnen betalen. Daar dreigen ze nu voor afgestraft te worden, bijvoorbeeld door het invoeren van rekeningrijden of lage-emissiezones.
Vaak geen alternatief
Mensen in armoede zijn niet tegen klimaatmaatregelen, ook niet op vlak van mobiliteit. Probleem is dat zij vandaag zelf geen bewuste keuzes kunnen maken. Er is voor hen vaak geen alternatief. Financieel zijn de middelen beperkt en openbaar vervoer trekt zich meer en meer terug op de grote rendabele assen.
‘Mensen in armoede zijn niet tegen klimaatmaatregelen.’
We zien een toenemende mobiliteitskloof. Vervoer wordt vooral gesubsidieerd voor mensen die zich zonder die steun ook zouden kunnen verplaatsen. Het frappantste voorbeeld is de 4 miljard euro per jaar die jaarlijks wegvloeit naar salariswagens.
Investeer dat bedrag in beter en betaalbaar openbaar vervoer en tel je sociale en ecologische winst uit. Dat moet niet van de ene op de andere dag. Doe het stap voor stap en geef mensen de tijd om hun mobiliteitsgedrag aan te passen. En garandeer mensen in armoede hun recht op mobiliteit en geef hen perspectief.
Dit zijn bovendien investeringen die zichzelf terugverdienen, zelfs op niet eens zo lange termijn. Niets doen zal ons in ieder geval veel meer kosten, op financieel, sociaal en ecologisch vlak.
Klimaatmigranten
‘Niets doen kost meer.’
En het is ook een manier om solidair te zijn met het Zuiden: Niet alleen is de armoedeproblematiek er vaak schrijnend, het zijn mensen uit het Zuiden die vaak het eerst en het hardst getroffen worden door klimaatverandering, veroorzaakt door geïndustrialiseerde landen.
Daardoor ontstond het nieuwe fenomeen van klimaatmigranten. In 2018 werden bijna 62 miljoen mensen slachtoffer van extreme weersomstandigheden. Overstromingen troffen het grootste aantal mensen, meer dan 35 miljoen.
Daarnaast sloegen veel mensen op de vlucht als gevolg van overstromingen en droogte. Naar schatting meer dan 2 miljoen mensen raakten ontheemd. Het federaal en Europees parlement moeten dringend werk maken van een bijzonder beschermingsstatuut voor klimaatmigranten.
‘De klimaatjongeren steunen deze eis.’
We dagen klimaatbetogers uit om een wasknijper te dragen met namen op van wie er om financiële, mobiliteits- of gezondheidsreden niet bij kan zijn. De twee benen van de wasknijper staan symbool voor ‘planet’ en ‘people’, die onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Met twee aparte beentjes kan je geen was ophangen!
Een goed klimaatbeleid is onlosmakelijk verbonden met de strijd tegen armoede, sociale uitsluiting en discriminatie, hier en in het Zuiden. Mensen die opkomen voor het klimaat en tegen armoede laten zich niet uit elkaar spelen. Tot spijt van wie het benijdt.
We willen een sociaal klimaatplan. Heel wat organisaties en de klimaatjongeren steunen deze eis.
Source: https://sociaal.net/opinie/sociaal-klimaatplan/