Om na jaren van budgettair wanbeleid de meubelen te redden wordt een ongezien zware inleveringsronde voorbereid. Niet op de uitgaven richting farma-industrie, wel op ziekte- en werkloosheidsuitkeringen, pensioenen en gezondheidszorg. De vakbonden willen dit vermijden door de focus te leggen op de inkomsten, en niet op de uitgaven van de sociale zekerheid. Want de mensen mogen de rekening niet gepresenteerd krijgen. We mogen niet voorbij gaan aan hun dagelijkse zorgen.
Voor de vakbonden moet nu het debat worden gevoerd over de herfinanciering van de sociale zekerheid. In plaats van verder de drooglegging te organiseren en vervolgens te gaan rantsoeneren ten koste van wie ziek wordt, een ongeval krijgt, of met pensioen gaat. Een mirakeloplossing bestaat niet, maar werken op de volgende 8 werven betekent onze sociale bescherming en zekerheid, en dus onze levenskwaliteit vrijwaren.
1) Meer volwaardige jobs voor meer sociale bijdragen
De beleidskeuzes van de voorbije jaren hebben hun ondoelmatigheid al ruim bewezen. De Belgische economie groeide trager dan in de rest van Europa. De werkgelegenheidsgroei slabakt. Volwaardige kwalitatieve jobcreatie was dan ook geen beleidsdoelstelling. Het beleid van jobs-jobs-jobs was vooral een beleid van bijjobs-bijjobs-bijjobs, gericht op wie al werkt heeft, studenten, gepensioneerden. Voor sommigen is die bijjob wel hun voornaamste tewerkstelling. En dat heeft gevolgen. Wat met de opbouw van sociale zekerheidsrechten, toepassing van minimumlonen, beschermingen voorzien in het arbeidsrecht? Deze mensen blijven volledig in de kou staan.
2) Minder jobs zonder de sociale bijdragen
De arbeidsmarkt is voor bedrijven een pretpark geworden, met almaar meer statuten die aan de gewone bijdragen van werkgevers en werknemers ontsnappen: studentenarbeid, flexijobs, bijklussen tot 6.250 euro per jaar,… Om nog te zwijgen van de gunstregimes voor wie sportlui of wetenschappers tewerkstelt. Dit ondergraaft de inkomsten van de sociale zekerheid.
3) Minder loonvoordelen zonder gewone bijdragen
De voorbije jaren kregen bedrijven een pak meer opties om loonvoordelen toe te kennen zonder de gewone bijdragen. Werkgevers trachten werknemers te lokken en te houden door loonvoordelen aan te bieden in de vorm van cafetariaplannen, wat resulteerde in een ware wildgroei van alternatieve voordelen. Een ‘win’ voor de werkgever, maar vaak op lange termijn een ‘loss’ voor de werknemer die minder sociale zekerheidsrechten opbouwt. Daarenboven betekenen die alternatieve verloningsvormen minder inkomsten voor de sociale zekerheid, waardoor de werknemer opnieuw kan worden geraakt. Deze evolutie mag niet met lede ogen worden aanzien. De bescherming van de werknemer en de sociale zekerheid moet gegarandeerd worden.
4) Wie de putten graaft, moet ze delven
Als de federale regering moedwillig budgettaire putten graaft in de sociale zekerheid door gegoochel met sociale bijdragen, dan moet ze ook maar instaan voor een volledige compensatie ervan met overheidsmiddelen. Voor de tax shift was dat afgesproken, maar dat werd met de rem op uitgevoerd. Voor de putten gegraven via aparte statuten en alternatieve loonvoordelen is een compensatie via alternatieve financiering vandaag totaal afwezig.
5) Een overheidsdotatie die de vergrijzingskosten volgt
De sociale zekerheid heeft meer inkomsten nodig gezien de vergrijzing. De nieuwe financieringswet voor de sociale zekerheid erkent dit. Alleen werden zodanig strenge voorwaarden in de wet ingeschreven dat het principe nooit bedoeld is om te werken. Het is toch normaal om ook in een vergrijzende samenleving solidariteit te organiseren? De stijgende levensverwachting moeten we omarmen.
6) Alle inkomens doen bijdragen
De sociale bescherming van de mensen wordt voor een groot deel gefinancierd op basis van sociale bijdragen op één inkomenscategorie: de inkomens uit arbeid. De uitgaven dekken nochtans veel meer (gezondheidszorg voor quasi iedereen, arbeidsmarktmaatregelen, gerechtvaardigde solidariteit zoals afgeleide rechten, gelijkgestelde periodes). Daarom pleiten we voor een nieuwe bijdrage, die ook de kapitaalinkomens aanspreekt. De opbrengst wijzen we rechtstreeks toe aan de sociale zekerheid.
7) Strijden tegen loon- en bijdragefraude
Wil de volgende regering écht het grote geld zoeken, dan moet ze de loon- en bijdragefraude aanpakken. Terwijl de laatste jaren alleen maar nadruk gelegd werd op de uitkeringsfraude, moeten inspectiediensten de strijd tegen de grote fraude nog altijd aangaan met de handen op de rug, door een gebrek aan mensen, middelen, bevoegdheden, instrumenten en niet zelden ook een gebrek aan politieke wil. Investeren in een doorgedreven strijd tegen fraude brengt zichzelf dubbel en dik op.
8) Een structurele evenwichtsdotatie
De evenwichtsdotatie om het verschil tussen inkomsten en uitgaven bij te passen, is maar tijdelijk gegarandeerd. Wij vragen vanaf 2021 een structurele evenwichtsdotatie. Bovendien is de huidige dotatie gekoppeld aan allerlei voorafgaand politiek gekrakeel, via een zogenaamd ‘responsabiliseringsmechanisme’ om ontsporingen te vermijden. We zouden er anders tegenover staan moest er ook voor pakweg de minister van Financiën, zo’n mechanisme komen. De grote budgettaire ontsporingen zaten de laatste jaren daar, maar zonder enige responsabilisering. Verantwoordelijkheid, dat is kennelijk alleen iets voor gewone mensen.
De voorbije jaren werden keer op keer gaten geslagen in de financiering, ten koste van de sociale bescherming die ons allen zo dierbaar is. Daar moet een eind aan komen.
Miranda Ulens, Algemeen Secretaris ABVV
Marc Leemans, Voorzitter ACV
Mario Coppens, Voorzitter ACLVB
Deze opinie verscheen eerder in De Standaard