Bij de reis van Paus Franciscus naar Japan staat zijn bezoek aan Hiroshima en Nagasaki centraal. Terwijl de Kerk kernwapens in het verleden principieel veroordeelde, waren er achterpoortjes. Zo werd afschrikking door de vingers gezien zolang de aantallen kernwapens daalden. Dat is echter buiten de waard gerekend van Paus Franciscus. Hij stelt onomwonden dat niet enkel elk gebruik immoreel en illegitiem is, maar ook nucleaire afschrikking op zich.
Die houding verdient bijval. Ook in tijden van oorlog gelden immers rechtsregels, waaronder de plicht om bij elke aanval een onderscheid te maken tussen militairen en burgers. De gruwelijke les van Hiroshima en Nagasaki is dat zulks met kernwapens simpelweg niet mogelijk is. Dit geldt des te meer voor de hedendaagse waterstofbommen, gemiddeld nog eens 30 keer krachtiger dan die eerste generatie atoomwapens. Grootschalig gebruik van kernwapens zou het einde van de biosfeer kunnen betekenen.
Voorstanders van kernwapens wijzen op het zogenaamd stabiliserend effect van afschrikking. Het probleem met deze logica is dat het elke keer moet werken. Als afschrikking faalt en kernwapens worden gebruikt, kunnen we de boeken dicht doen. Het verleden leert nochtans dat afschrikking niet sluitend werkt, getuige de Yom Kippur-oorlog tussen Israël en Syrië en Egypte in 1973, of de recente gewelddadige confrontaties tussen India en Pakistan. Het is naïef te geloven dat dit altijd goed zal aflopen. De ontwikkeling van kleinschaligere ‘tactische’ kernwapens dreigt op termijn ook de drempel te verlagen voor de inzet van kernwapens, ondanks het risico op nucleaire escalatie. En dan is er nog de vrees dat een kernwapen vroeg of laat in handen valt van terreurgroepen voor wie het aspect afschrikking uiteraard van geen tel is.
De enige waterdichte oplossing om de inzet van kernwapens te voorkomen, is om deze wapencategorie te elimineren. Een goed startpunt daarbij is om kernwapens alvast verdragsmatig te verbieden, net zoals eerder gebeurde met biologische en chemische wapens, antipersoonsmijnen en clustermunitie. Zo’n 122 landen stemden voor het Nucleaire Verbodsverdrag in 2017, 80 hebben het inmiddels getekend en 33 onder hen hebben het geratificeerd. Het Verbodsverdrag komt daarmee stilaan in de buurt van de 50 ratificaties die vereist zijn voor inwerkingtreding.
Voorlopig wil de kleine club van kernwapenstaten daar niets van weten. Integendeel: in weerwil van hun juridisch engagement onder het Nucleair Non-proliferatieverdrag (NPV) om te onderhandelen met het oog op nucleaire ontwapening, blijven kernlanden actief investeren in hun kernarsenaal. De VS alleen al zal de komende 30 jaar 100.000 dollar per minuut spenderen om haar arsenaal te renoveren – een kaakslag voor de vele de niet-kernwapenstaten die zich er onder het NPV toe verbonden om nooit kernwapens aan te maken. Als de kernwapenstaten hun houding niet herzien, is de kans reëel dat het NPV vroeg of laat barst. Recent nog liet President Erdogan verstaan dat het niet ernstig is dat enkele landen tot de nucleaire club mogen horen, en anderen niet. Lees: Turkije heeft interesse om eveneens de Bom aan te maken. Om over Iran nog maar te zwijgen, zeker nu de Iran deal aan een zijden draadje hangt.
Gelukkig is er nog het multilaterale Nucleair Verbodsverdrag, het enige verdrag waar Paus Franciscus in zijn speech in Nagasaki expliciet naar verwijst. Eens het Verbodsverdrag van kracht zal de druk toenemen op de kernwapenstaten en hun bondgenoten om hun kernwapenbeleid bij te stellen. Niet-kernwapenstaten zoals België zouden – net zoals indertijd bij antipersoonsmijnen – het voortouw kunnen nemen om het signaal naar de kernwapenstaten te versterken door aan te geven dat ze het Verbodsverdrag willen tekenen. Het Belgisch parlement, waar momenteel zo’n resolutie klaarligt, heeft hier een belangrijke rol te spelen. In het verleden heeft het de kans gemist om onze regering te verplichten om tenminste aanwezig te zijn bij de multilaterale onderhandelingen voor een Verbodsverdrag. In Nederland – ook een NAVO-lidstaat met Amerikaanse kernwapens op haar grondgebied – was dat wel het geval.
Het belangrijkste argument dat de weinige voorstanders van kernwapens vandaag de dag aanhalen, is dat die kernwapens ons land punten opleveren binnen de NAVO, een organisatie die de huidige Amerikaanse president meermaals als ‘obsolete’ heeft betiteld, en die recentelijk door de Franse president Macron als ‘hersendood’ werd omschreven. Het nucleaire schaamlapje vergoelijkt dat het Belgisch defensiebudget ver beneden de binnen NAVO-verband vooropgestelde 2% van het BNP blijft. De vorige regering heeft bovendien een resem defensie-investeringen aangekondigd, waardoor ons blazoen binnen de NAVO wordt opgepoetst. Zo vervalt ook het laatste (pseudo-)argument om atoomwapens te behouden.
Het huidige federaal parlement is in deze een afspiegeling van wat de bevolking denkt: een meerderheid wil ze liever kwijt dan rijk. De NVA komt in deze meer en meer geïsoleerd te staan, en zou beter te rade gaan bij haar Schotse vrienden. De linkse politieke partijen (socialisten, Groen-Ecolo, en PVDA/PTB) zijn tegenstander. Het Vlaams Belang is niet per definitie voorstander, getuige een opiniestuk van de voorzitter enige tijd terug. Ook binnen de liberale partij liet een aantal figuren, zoals Verhofstadt, eerder verstaan af te willen van die kernwapens in ons land. En de CD&V zou vanaf nu meer gaan kijken naar de C. Misschien toch eens de speech van Paus Franciscus herbeluisteren?
Tom Sauer is Professor Internationale Politiek aan de Universiteit Antwerpen; Tom Ruys is Professor Internationaal Recht aan de Universiteit Gent
Dit opiniestuk verscheen eerder in De Standaard