De sociale impact van lage-emissiezones is verzekerd: die zal negatief zijn'
David de Vaal
Coördinator Netwerk Tegen Armoede
'In België is van een gecoördineerd klimaatbeleid nauwelijks sprake. Iedereen doet maar wat. Steden voeren lage-emissiezones in, terwijl Vlaanderen zwaar snoeit in het alternatief dat het openbaar vervoer zou moeten bieden', schrijft David de Vaal, algemeen coördinator Netwerk tegen Armoede. 'Voor wie in vervoersarmoede leeft, blijven kruimels over.'
De lage-emissiezones duiken in steeds sneller tempo op in Vlaanderen. Antwerpen, Brussel en Gent zijn ermee gestart en kloppen zich op de borst over wat een voorbeeld moet worden van geslaagd klimaatbeleid. Over de impact op het klimaat en milieu zijn de conclusies en prognoses allesbehalve eenduidig. Over de sociale gevolgen van de LEZ's kunnen we zeggen: die impact is verzekerd en hij zal negatief zijn.
Klimaat in het algemeen en mobiliteit in het bijzonder zijn beleidsdomeinen waarin onze verschillende overheden, van lokaal tot Vlaams tot federaal, het Mattheüs-effect ten volle laten spelen. Bonussen voor elektrische wagens, vergroening van het bedrijfswagenpark, isolatie van woningen... . Miljarden (!) euro's gaan naar burgers die zulke groene investeringen perfect zelf zouden kunnen ophoesten. Voor wie in vervoersarmoede leeft, blijven kruimels over. De Lijn heeft zich onder de vorige minister van Mobiliteit zodanig moeten afslanken dat we een openbaar vervoer hebben dat in alles de bodem heeft bereikt, van klantentevredenheid tot stiptheid tot het aantal afgeschafte ritten. De komende jaren is De Lijn een stijging van het werkingsbudget toegezegd waarmee het niet eens de levensduurte in ons land kan bijhouden.
De sociale impact van lage-emissiezones is verzekerd: die zal negatief zijn
Voor wie geen wagen heeft of er voor kiest geen te hebben, blijven er met andere woorden maar heel weinig opties over om op het werk te geraken, om overheidsdiensten te bereiken, om de eigen vereniging of familie en vrienden te bezoeken. Het klimaatbeleid dreigt op die manier bestaande Mattheüs-effecten nog te versterken. De ecologische voetafdruk van mensen in armoede ligt eerder onder het gemiddelde. Ze besparen (noodgedwongen) waar ze maar kunnen: op water, elektriciteit, verwarming. En, ja, ook op hun oude dieselwagen als ze zich die nog net kunnen veroorloven. Maar vaak is dat de enige manier om zich te verplaatsen naar het werk, een opleiding of richting een sociaal netwerk.
De lage-emissiezone houdt deze mensen letterlijk buiten de stedelijke centra, waar net wel nog jobs, diensten en netwerken zijn. Vraag maar aan de mensen die zich noodgedwongen gevestigd hebben in een plattelandsgemeente, waar de huurprijzen nog wel betaalbaar zijn. Of mensen die in een sociale woonwijk terecht komen waar geen winkels, of diensten zijn en nauwelijks openbaar vervoer aanwezig is. Hoewel hun ecologische voetafdruk lager is dan gemiddeld, krijgen ze toch de rekening gepresenteerd van een klimaatbeleid dat blind blijft voor de sociale gevolgen.
Klimaat is bij uitstek een uitdaging die op een integrale en gecoördineerde manier aangepakt moet worden en dan ze een positieve sociale impact kan hebben. Een overheid die mobiliteitsarmoede bestrijdt en investeert in openbaar vervoer, met een wijd vertakt betaalbaar aanbod, die heeft recht van spreken en zal ook een draagvlak vinden voor een doorgedreven klimaatbeleid. Zo'n beleid moet mensen de mogelijkheid bieden om ecologische keuzes te maken. Vandaag hebben mensen in armoede geen enkele keuze.
Helaas is er in België van een gecoördineerd klimaatbeleid nauwelijks sprake. Iedereen doet maar wat. Steden voeren lage-emissiezones in, terwijl Vlaanderen zwaar snoeit in het alternatief dat het openbaar vervoer zou moeten bieden. Zo zullen we nooit verder komen dan symboolbeleid, zowel inzake klimaat als op sociaal vlak.