Volgens de Koning Boudewijnstichting werd in 2017 meer dan één op de vijf gezinnen potentieel getroffen door een vorm van energiearmoede. Bij ongeveer één op de zeven gezinnen slokte de energiefactuur 11,8% of meer op van het netto beschikbaar inkomen. De CREG hanteert een andere definitie van energiearmoede, maar komt in een studie op minstens 400.000 gezinnen die in 2018 het risico liepen op energiearmoede. Volgens die studie leeft het merendeel van de huishoudens die zich met elektriciteit verwarmen in energiearmoede; van de gezinnen die zich met aardgas verwarmen gaat het om 40 à 50% van de eenoudergezinnen en 20 à 30% van de alleenstaanden.
Dat een basisbehoefte als energie in één van de rijkste landen ter wereld niet gegarandeerd wordt, is een schande. Naast een gebrekkig inkomen en slechte woningen zijn stijgende energieprijzen een belangrijke oorzaak voor deze blamage. De elektriciteitsprijs steeg volgens de CREG op 10 jaar tijd met 31% in reële termen (dus bovenop de inflatie, in nominale termen was het 62%).
Lees volledige tekst - klik hier -