'Ik ga Arcelor Mittal niet sluiten'. Zo verantwoordde Geert Bourgeois, sinds vorige zomer Europees Parlementslid voor N-VA, zijn onthouding bij de stemming in het Europees Parlement over de Europese Green Deal.1 We moeten er volgens hem rekening mee houden dat China, de Verenigde Staten en India niet hetzelfde klimaatbeleid als Europa voeren en dat de Unie zichzelf met een té ambitieus beleid dus economisch in de voet schiet. Het is een klassiek argument tegen het optrekken van onze klimaatambities. Als we te veel vooroplopen op de rest van de wereld, dan jagen we onze industrie weg.
Die bekommernis is niet onterecht. Klimaatbeleid moet opletten dat het niet tot 'koolstoflekkage' leidt. Dat betekent dat een ambitieus beleid in de EU ertoe leidt dat vervuilende bedrijven hun productie gewoon verplaatsen naar landen buiten de Unie waar minder strenge regels gelden. Op die manier zouden we in Europa namelijk twee keer verliezen. De mondiale uitstoot zou niet verminderen, terwijl onze groei en werkgelegenheid wel zou dalen.
Economen verwijzen naar dit probleem als de 'tragedy of the commons'. Europees beleid om klimaatverandering tegen te gaan, komt de hele wereld ten goede, want de opwarming houdt geen rekening met grenzen. Maar de economische kosten die met dit beleid gepaard gaan, zijn enkel voor rekening van Europa. Op die manier hebben landen er belang bij om te 'free-riden' op de klimaatinspanningen van andere landen terwijl ze zelf extra economische activiteiten kunnen aantrekken. En dus sleept iedereen met de voeten.
Voor de volledige tekst - klik hier -