Bijna 300 actoren uit de maatschappelijke en socio-culturele wereld, ondersteund door academici, roepen de regering op om dringend werk te maken van een sociale exitstrategie met prioriteit voor de noden van kwetsbare groepen
'Uitweg uit de crisis? Éénmalige premie aan leefloners en mensen met een beperking is onvoldoende'
De versoepeling van de huidige lockdown-maatregelen betekent niet dat het einde van de Covid-crisis ingeluid wordt. Integendeel, extra inspanningen zijn net nu nodig om ervoor te zorgen dat de reeds bestaande armoede en ongelijkheden niet verder toenemen. Het gebrek aan financiële en materiële middelen maakte de lockdown-maatregelen extra zwaar voor mensen in armoede en kwetsbare groepen. Dit heeft onder andere duidelijke gevolgen op vlak van mentale gezondheid.
De voorgestelde eenmalige premie van €250 door de regering volstaat niet om een verschil te maken voor mensen in armoede. Niet alleen is de doelgroep (leefloners, mensen met een beperking en IGO-gerechtigden) veel te beperkt. Het voorgestelde, eenmalige bedrag zal nauwelijks impact hebben op het huishoudbudget van mensen in armoede en kwetsbare groepen. Zij hebben in deze crisistijden meer nodig dan een aalmoes.
Uitweg uit de crisis? Éénmalige premie aan leefloners en mensen met een beperking is onvoldoende.
Bijna 300 actoren uit de sociale en socio-culturele sector en academici, langs beide kanten van de taalgrens, r oepen daarom gezamenlijk de federale en regionale regeringen, net als de Nationale Veiligheidsraad, op om dringend werk maken van een volwaardige sociale exit-strategie uit de lockdown- en crisissituatie, die verder reikt dan symbolische maatregelen. Wij stellen een strategie voor gebaseerd op twee pijlers :
Een directe, maandelijkse , financiële steun aan alle financieel kwetsbare huishoudens vanuit het federale beleidsniveau, naast de regionale initiatieven, op basis van vertrouwen. Deze covid-toelage is vandaag cruciaal, net zoals het versterken van de sociale zekerheid en het verhogen van de sociale minima tot boven de armoedegrens op langere termijn.
Een exit-strategie die uitgetekend wordt samen met de actoren die kwetsbare bevolkingsgroepen vertegenwoordigen en ondersteunen , in samenspraak met de regionale overheden (zoals dit reeds gebeurt voor onderwijs, crèches, kinderopvang en sport).
Sinds 13 maart 2020 leeft België op het ritme van het coronavirus. De lockdown-maatregelen, die noodzakelijk waren en nog steeds zijn om het virus af te remmen, hebben grote sociale gevolgen. Reeds voor de huidige gezondheidscrisis was er een sociale crisis aan de gang. Volgens de laatste statistieken van voor de Covid-crisis leeft 16.4% van de Belgische bevolking, meer dan 1.8 miljoen mensen in totaal (!), met een inkomen onder de armoedegrens. Dit was toen al het hoogste cijfer sinds het begin van de systematische metingen in ons land. Door de huidige crisis worden armoede en sociale ongelijkheden nog verder vergroot en uitgediept (2). De Economic Risk Management Group heeft berekend dat bijna 30% van onze bevolking te maken heeft met een netto inkomensverlies sinds het begin van de lockdown. In zwaar getroffen sectoren werken relatief meer mensen met een kwetsbaar sociaal-economisch profiel en met minder financiële reserves om periodes van inkomensdaling te overbruggen. Het inkomensverlies en de stress die dit met zich meebrengt wegen zwaar op de mentale gezondheid bij mensen in armoede en de meest kwetsbare groepen in onze samenleving.
Mensen in armoede en kwetsbare groepen: vaak vergeten door het huidige federaal beleid
De federale regering heeft reeds verschillende maatregelen genomen om bedrijven, werknemers en zelfstandigen te beschermen tegen de negatieve economische gevolgen van de crisis, zoals bijvoorbeeld de tijdelijke werkloosheid omwille van covid-19. Vaak gebeurt dit op basis van vertrouwen. We zien echter dat verschillende kwetsbare groepen juist niet of onvoldoende beschermd worden door deze economische maatregelen. We denken hier o.a. aan diegenen met een precair werkstatuut (interim, deeltijds werk, contract van bepaalde duur,...) en die in "kwetsbare" sectoren werken. Voor mensen die zich buiten de arbeidsmarkt bevinden (ontslagen personen door de crisis, werkzoekenden, uitkeringsgerechtigden, daklozen, mensen zonder wettig verblijf,..) werden geen of te weinig maatregelen genomen. Reeds voor de crisis had een grote groep (25.3%!) geen budget voor onverwachte uitgaven. Nu tijdens de crisis niet alleen de inkomsten van sommige gezinnen dalen, maar ook de levenskost gestegen is, hoeft het ons niet te verbazen dat zij volledig financieel kopje onder dreigen te gaan.
In reactie op de onvrede bij de bevolking over de te grote focus op het economische in de exitstrategie heeft de federale regering nu ook een aantal "sociale" maatregelen genomen. Deze zijn echter niet op maat van mensen in armoede en kwetsbare groepen waardoor zij opnieuw uit de boot vallen. Zo werd ouderschapsverlof uitgebreid zodat ouders hun job met de zorg van hun kinderen kunnen combineren. Werknemers in de meest precaire omstandigheden kunnen hier echter moeilijk gebruik van maken. De toelagen zijn te laag en zij moeten toestemming krijgen van hun werkgever. Daarnaast heeft de federale regering beslist dat de gezinsbubbel uitgebreid mocht worden met een aantal vrienden of familieleden. Voor kwetsbare groepen, die bijvoorbeeld slecht gehuisvest zijn of op een klein appartement zonder tuin wonen, is het bijna onmogelijk om te voldoen aan de opgelegde voorwaarden, zoals het bewaren van voldoende afstand.
Onvoldoende ondersteuning van de sociale en socio-culturele sector
Burgers en beroepskrachten binnen de sociale en socio-culturele sector hebben zich dag en nacht ingezet om de meest kwetsbare groepen in onze samenleving bij te staan en de toegang tot hun basisbehoeften te garanderen. Deze sectoren worden echter onvoldoende ondersteund. Op dit moment krijgen de woonzorgcentra eindelijk de nodige aandacht na een lange strijd van de sector om gehoord te worden. Ondanks een aantal eerste maatregelen wordt er nog steeds te weinig gedaan voor andere kwetsbare groepen die in residentiële instellingen verblijven, ambulant begeleid worden of die (noodgedwongen) door familieleden thuis worden opgevangen. Bovendien is er weinig voorzien voor de verenigingen en professionelen in de socio-culturele sector, permanente vorming, buurtwerk, straathoekwerk, maatschappelijk werk, enz.
De regionale entiteiten hebben een aantal initiatieven genomen, maar de nodige aandacht van het federale beleidsniveau voor deze sectoren ontbreekt. Dit mag tijdens de exitstrategie niet verder gebeuren. Anders dreigen kwetsbare groepen die afhankelijk zijn van deze sectoren nog verder geïsoleerd te worden, in de armoede verzeild te raken en hun rechten te verliezen.
Caroline Van der Hoeven (Coördinatrice, Belgian Anti-Poverty Network, BAPN).
David de Vaal (Algemeen coördinator, Netwerk tegen Armoede).