Via de media vernam het VRT-personeel deze week de inhoud van een audit waaruit blijkt dat hun topmanagement geld verspilde aan dure en dubieuze overeenkomsten met externe medewerkers. Een slag in het gezicht, na jarenlang besparen, met steeds meer werk en minder personeel, in een toenemende ‘altijd op post’-cultuur, met lagere opslagen en afgetopte zondaguren.
Het nieuws was voor de werkvloer een stomp in de maag, omdat diezelfde top niet transparant is over zijn wanbeheer, en dat zelfs minimaliseert, hoewel het personeel verdachte toestanden met externe leveranciers via de vakbonden had gesignaleerd.
Daar kwam woensdag in het Vlaams Parlement nog een aframmeling bovenop. Vlaams Belang excelleerde in scheldtaal: ‘Reyerszwendel’, ‘maffiazender’, ‘misdaadfilm’, ‘rot bedrijf’, ‘louche keet’, ‘meststal’. En de overtreffende trap: ‘Het strafwetboek volstaat zelfs niet bij die mannen!’
Die mannen? De 2.000 personeelsleden die zich sinds de covid-uitbraak uit de naad werken voor een essentiële publieke dienstverlening? Of hebben ze het over de ontslagen directeur Peter Claes, die zonder medeweten van zijn collega’s goede banden onderhield met CD&V en de N-VA en overlegde met Vlaams Belang? Of over Rudi De Kerpel (N-VA), die als regeringscommissaris moest vertrekken, omdat hij lucratieve zaken met de zender deed en daar zelfs een voorkeursbehandeling in kreeg, ondanks zijn publiek mandaat als toezichter. Over Vlaamse bedrijfscultuur gesproken.
Hypocriet theater
Vlaams Belang had er weinig moeite mee dat zelfs parlementsleden slechts een gecensureerde versie van de audit mochten inzien en dat de voorzitter van het Vlaams Parlement, Liesbeth Homans (N-VA), benadrukte dat geen personen of bedrijven bij naam mochten worden genoemd in die zitting. Transparantie troef. Vlaams Belang voert blijkbaar liever oppositie tegen de werkende mensen en de eigen openbare omroep dan tegen de regering Jambon 1.
Om de aandacht van de eigen doofpotcultuur af te leiden, sloot de N-VA zich bij het zwart-gele offensief aan. Het zou niet om rotte appels gaan, de hele mand is rot, declameerde Wilfried Vandaele (N-VA). ‘Programmamakers of decorbouwers heb ik nog geen mea culpa horen slaan.’ Met die verdachtmaking wil de N-VA druk op de VRT zetten, nu ze als oppositiepartij minder zendtijd krijgt. De cultuurwerkers als schietschijf, om zelf buiten schot te blijven.
Bart Tommelein (Open VLD) sprak alvast over een knip in de dotatie. Minister van Media Benjamin Dalle (CD&V) zei dan weer geschrokken en geschokt te zijn. Nochtans verklaarde die enkele maanden geleden in het parlement nog dat hij pertinent weigerde een vorige audit in te zien. Daaruit bleek al dat de voormalig ceo Paul Lembrechts directeur Claes rechtmatig had ontslagen en dat hijzelf vervolgens onterecht aan de deur is gezet.
In dit hypocriete theater ontbreekt de grote verantwoordelijkheid die de regeringspartijen zelf dragen. Want waar komen die frauduleuze praktijken met onderaannemers vandaan? De traditionele partijen hebben de bankschroef van de vermarkting op de openbare omroep jarenlang opgevoerd. De kijkcijferdruk is hoog, maar de VRT mag de concurrentie niet voor de voeten lopen. Ze moet eigen inkomsten maken, maar zuinig zijn met reclame en sponsordeals. Ze moet competitief zijn, maar succesformules aborteren omdat ze marktverstorend zijn.
De VRT moet een sterk bedrijf worden, maar wel opdrachten uitbesteden aan externe toeleveranciers om de audiovisuele economie aan te zwengelen. Dat geld gaat naar Europese multinationals – productiebedrijven zoals Videohouse en Zodiak – eerder dan Belgische start-ups. Ze moet aan publieke dienstverlening doen, maar ook een marktconforme speler zijn. Ze moet efficiënt zijn, maar ook een melkkoe voor de markt – met een bovengrens van 43 procent tot gevolg, van wat je aan eigen personeel mag besteden. De omroep zit in een keurslijf van politieke controle, zeg maar vriendjespolitiek.
Het probleem? Privatisering
Dat de top van de VRT meer krantenkoppen haalt dan de kwalitatieve programma’s van de omroep, is veelzeggend. Ook De NMBS, De Lijn of De Post ondergaan iets gelijkaardigs. De klassieke weg naar privatisering: maak dat publiek bezit een slecht imago krijgt. Dan lijken private aandeelhoudersbedrijven de oplossing. Dat er dan geen alternatief voor de markt meer is, dat de kosten dan omhoog gaan en de kwaliteit omlaag, zullen de gebruikers pas later merken. Na de volgende verkiezingen.
Duurdere prijzen voor minder kwaliteit is bovendien niet het enige nadeel van privatisering. Private bedrijven kan je bijvoorbeeld ook niet aansprakelijk houden, hun werking zit verstopt onder het beroepsgeheim. Dat merken we nu ook bij deze audit: grote budgetten die toebedeeld worden aan externe opdrachten, maar daar is amper controle op. Bij een publieke dienst hebben we democratisch medezeggenschap, of dat zou toch zo moeten zijn als de regering haar verantwoordelijkheid neemt, en kunnen we een beleid voeren dat de ongelijkheid aanpakt: universele en emanciperende dienstverlening.
Private bedrijven focussen daarentegen enkel op wie het beste kan betalen, zo eindigen we in de monocultuur van de rijkere middenklasse. Als je private samenwerking toelaat, dan instaleer je bovendien een fragmentering van de economische bedrijvigheid in allerhande afzonderlijke, dikwijls onstabiele bedrijven die weinig flexibel zijn omdat ze aan de wetten van concurrentie en winst moeten voldoen. Bovendien zijn deze bedrijven maar geïnteresseerd in samenwerking voor zover er iets te winnen valt: ze doen aan cherry picking, lucratieve deals meepikken, maar dat wat geld kost is dan voor rekening van de overheid.
De politiek van vermarkting en privatisering van de voorbije jaren, dat wanbeleid is het echte schandaal. Daar zijn de Vlaamse mediagebruikers en belastingbetalers het slachtoffer van. En het personeel, dat daar ook toe behoort. Laat de audit een reden zijn om bij de volgende beheersovereenkomst de privatisering met al zijn ontsporingen terug te draaien en van de VRT weer een veerkrachtige publieke dienst te maken. De coronacrisis mag sowieso geen vrijgeleide zijn om alweer geld uit te delen aan banken en grote bedrijven. Investeer ons belastinggeld in onze publieke dienstverlening. We Own it!
Bron: https://www.cultuurkameraad.be/verlos-de-vrt-van-het-politieke-wanbeheer/