Inzetten op sociale investeringen als volgende stap.
De Duitse bondskanselier, Angela Merkel, noemt de ondertekening van het Begrotingspact ‘een mijlpaal in de geschiedenis van de Europese Unie’. Volgens Europees president Herman Van Rompuy kan het pact een duurzaam instrument zijn om ‘de euro weer in veilige wateren te brengen’. 25 van de 27 Europese lidstaten ondertekenden het pact. Alleen Groot-Brittannië en Tsjechië doen niet mee. Maar wat houdt dat pact nu eigenlijk in en wat zijn de consequenties?
Wat zijn de kernpunten?
1. De begroting van een land moet in evenwicht zijn of een overschot hebben. Slechts in uitzonderlijke omstandigheden mag het tekort tot 0,5 procent van het bbp oplopen. Landen die een kleine overheidsschuld hebben (minder dan 60 procent van het bbp) mogen dat tekort laten oplopen tot 1 procent. Landen met een overheidsschuld groter dan 60 procent (zoals België) moeten dat gat in principe elk jaar met een twintigste verkleinen.
2. Als het begrotingstekort toch hoger oploopt, moet een automatisch correctiemechanisme in werking treden. Dat mechanisme moet ingeschreven worden in de nationale wetgeving, liefst in de grondwet.
3. Landen die dat niet doen, kunnen door een ander land voor het Europese Hof van Justitie worden gedaagd. Wie veroordeeld wordt, krijgt een boete die oploopt tot 0,1 procent van het bbp. Voor België zou dat ruim 350 miljoen euro zijn.
4. Het pact treedt in werking als op 1 januari 2013 twaalf landen het geratificeerd hebben. Voor België betekent dit dat alle parlementen het moeten goedkeuren. Landen die het pact niet ratificeren, komen niet aanmerking voor geld uit het noodfonds.
Gaat het begrotingspact verder dan het stabiliteitspact en het sixpack, want die moeten toch ook de begrotingsdiscipline waarborgen?
Inhoudelijk is er nauwelijks verschil met het stabiliteitspact en het ‘sixpack’ dat het gemeenschappelijke Europese economische beleid op de rails zette. Ook het stabiliteitspact (1997- waaruit de Maastrichtnormen groeiden) was een overeenkomst waarin de landen van de eurozone zich ertoe verbonden hun begrotingstekort tot maximaal 3 procent van het bbp te laten oplopen en een maximale overheidsschuld van 60 procent te hebben. Het is wel zo dat Duitsland en Frankrijk de regels aan hun laars lapten en daar nauwelijks voor bestraft konden worden.
Daarom werd vorig jaar het sixpack in werking gesteld waarbij lidstaten elkaar sancties kunnen opleggen. Die worden sneller en consequent doorgevoerd, tenzij een gekwalificeerde meerderheid van lidstaten zich tegen de sanctie uitspreekt. Het begrotingspact gaat nog een stap verder: er is slechts één land nodig om een ander land te dagvaarden. De kans dat dit gebeurt, wordt dus nog groter.
Het grote verschil nu met het begrotingspact is dat het nu om een verdrag gaat, waardoor de afspraken meer gebetonneerd worden. Het sixpack is eigenlijk een gewone Europese wet die door het Europees Parlement redelijk gemakkelijk veranderd kan worden. Een verdrag veranderen is veel complexer. Wil je daar een komma aan veranderen, dan moet de hele ratificatieprocedure opnieuw doorlopen worden.’
Gaan alle landen zich nu strikt aan de regels houden?
Dat blijft onvoorspelbaar. Opvallend was dat de Spaanse premier Rajoy net nadat hij het pact ondertekend had, al aankondigde dat hij dit jaar uitgaat van een begrotingstekort van 5,8 procent, in plaats van de met Europa afgesproken 4,4 procent. ‘Ik heb de andere Europese leiders daarover niet geconsulteerd’, zei Rajoy. ‘Dit is een soevereine beslissing van Spanje en ik zal de Europese Commissie hierover in april informeren.’ Rajoy voegde er wel aan toe dat het nog altijd de bedoeling is om in 2013 een tekort van 3 procent te halen, waardoor Spanje wel aan de Europese regels gehoorzaamt.
Wat als een land het pact ratificeert, maar nadien een nieuwe regering krijgt die beslist niet meer mee te doen?
Het begrotingspact voorziet niet in een exit. Het is zelfs de bedoeling dat het op termijn opgenomen wordt in het Verdrag van Lissabon. Als een land beslist om niet meer mee te doen heeft dit dezelfde impact als een land dat plots zegt dat het uit de Europese Unie stapt, of uit de Navo.
Hoeveel meer soevereiniteit geven de landen nu op?
De eurocrisis heeft duidelijk gemaakt dat landen hun begrotingsbeleid veel meer op elkaar moesten afstemmen. Dat impliceert afstand van soevereiniteit. Dit pact legt nu de begrotingsbeperkingen op. Alleen, door dusdanig te focussen op enkel besparingen en rigide begrotingen, lijkt het enkel nog mogelijk om als lidstaat een ‘inkrimpende economie’ te verkrijgen. Europa moet af van het systeem dat alles noodzakelijk leidt tot besparingen. Je kan ook soevereiniteit afstaan die leidt tot meer investeringen in toekomstgerichte sectoren. We hebben nu nood aan een maatschappelijk model dat economische groei en sociale investeringen toelaat. Europa is nu ook bij machte om lidstaten daar positief toe te stimuleren. Dat zou een noodzakelijk positieve stap voorwaarts betekenen.
woensdag, 14 maart 2012 13:53