25 eerste ministers, waaronder Di Rupo, hebben vrijdag hun handtekening gezet onder een bindend Europees verdrag genaamd begrotingspact, of nog schuldenrem. De Tijd spreekt van het "Merkel-pact”. Het beperkt de financiële middelen van de overheden, en niet-naleving kan door het Europees Hof van Justitie worden beboet. Wellicht de meest ingrijpende beslissing die in Europa ooit genomen is.
Twee landen van de Unie weigerden te ondertekenen: Groot-Brittanië en Tsjechië; die hebben ook hun eigen munt en dus een eigen nationale bank die geld kan voorschieten aan de regeringen. Ierland gaat het in een referendum voorleggen aan de bevolking, zodat de goedkeuring onzeker is; bij afwijzing kan het land geen financiële steun meer ontvangen. Die beloopt nu 85 miljard euro; het begrotingstekort is nu 8,6 procent. Spanje zal de eisen van het verdrag moeilijk op tijd kunnen inwilligen, het had in 2011 een begrotingstekort van 8,5 procent. Maar het kreeg geen uitzondering en riskeert een boete van 2,1 miljard euro. Ook Nederland zit in 2013 met een grotere dan verwacht tekort: 4,5 procent; pijnlijk voor Rutte die zo fier was op zijn zuinig beleid.
Het nieuwe verdrag eist dat alle staten in hun grondwet inschrijven dat ze streven naar een overheidsbegroting met een tekort van maximaal 0,5 procent van het bruto nationaal product. Nu zit België nog boven de 3 procent, de miljarden besparingen-Di Rupo dienen om daaronder te geraken.
Lenen is normaal
Geld lenen is de normale gang van zaken in het bedrijfsleven. Daarmee kunnen ze investeren, zodat de winst groeit, en soms ook de werkgelegenheid (die twee gaan niet noodzakelijk samen, zie https://biblio.ugent.be/input/record/605793 ). Economisten en bedrijfsleiders herhalen hoe levensreddend de beschikbaarheid is van vers geld. Tegenwoordig zijn er klachten dat de banken te weinig willen lenen (“kredietschaarste”, “kredietinfarct”), al wordt dat tegengesproken door Febelfin en de cijfers. De ECB heeft trouwens bijna 1000 miljard euro te beschikking gesteld van de banken, tegen de minieme intrest van minder dan 1 procent. Daarmee versterken de banken hun eigen kapitaal, maar kunnen ze ook beleggingen doen (op de beurs bijvoorbeeld) en klanten helpen, tegen een veel hogere intrest. Winst verzekerd.
Het is dus normaal dat gezonde bedrijven miljarden schulden hebben (één voorbeeld: AB Inbev jaarrekening 2010: leningen 44,88 miljard dollar, dat is méér dan de totale opbrensten: 36,3 miljard). De intresten worden afgetrokken, zodat men minder belastingen verschuldigd is. Dankzij de groei van de omzet kunnen de leningen worden terugbetaald, maar meestal vervangen door nieuwe indien het bedrijf verdere expansie plant.
Gezinnen doen hetzelfde als bedrijven: hoeveel zouden er aan een eigen huis geraken zonder een lening? Of het moest een aankoop zijn op het ogenblik van de pensionering, na 40 jaar te hebben gespaard –en dan niet in Fortis- of Dexia-aandelen.
Overheden hebben ook geld nodig
Zoals het bedrijfsleven gebruiken overheden geleend geld om grote investeringen te doen, zoals scholenbouw, autostrades en spoorwegen, openbare ziekenhuizen, schouwburgen, musea, concertzalen en opera’s, parken en bossen, drinkwater. Dit genereert zowel werkgelegenheid als winsten in de privésector, en vertegenwoordigt talrijke sociale voorzieningen voor het hele bevolking. Eveneens dankzij geleend overheidsgeld werden talrijke banken gered, in ons land, maar ook in het UK, de VS... General Motors, het legendarische automerk, ging failliet en werd opgekocht door de Amerikaanse regering. Nu maakt het opnieuw miljarden winst. In België ontvangen de bedrijven voor miljarden steun, o.m. door vermindering van de sociale bijdragen.
Doordat het BNP geleidelijk groeit, mede dankzij de overheidsinvesteringen, en zo ook de belastingsopbrengsten, kunnen de overheden hun leningen terugbetalen. Dat laatste komt in het gedrang tijdens een stilstand van de economie, zoals we nu beleven. Maar vooral door de uitzonderlijk grote bedragen die nodig waren, eerste om de banken te redden, vervolgens om leningen op te halen op de financiële markt: de speculanten eisten steeds hogere intrest, finaal onbetaalbaar voor bijvoorbeeld Griekenland. De VS hebben een overheidsschuld die onbevattelijk groot is, maar dat lijkt nauwelijks te storen; behalve dan de Republikeinen die bijvoorbeeld geen nationale ziekteverzekering willen. In andere landen hebben de overheden grote inkomsten uit staatsbedrijven, zodat ze minder of niet moeten lenen: China, Brazilië, Noorwegen, Rusland, Venezuela, Libië, Syrië, Iran (dankzij de olie inkomsten).
Overheden zonder geld
Tengevolge van het nieuwe verdrag wordt aan Europese regeringen verboden nog grote sommen te lenen. De Maastrichtnorm voor het begrotingstekort was 3 procent van het BNP; nu wordt het 0,5 procent. De overheden zullen dus voortaan niet meer over de middelen beschikken die zo onontbeerlijk zijn gebleken de vier voorbije jaren. Hoe zouden Europa en de VS eruit zien indien de regeringen niet hadden ingegrepen met ontelbare miljarden, eerst in de krediet- of bankencrisis, vervolgens in de economische crisis? We kunnen het ons niet voorstellen wat in de nabije toekomst allemaal niet meer mogelijk zal zijn, omdat de overheden dankzij het verdrag zonder geld zullen zitten. De soberheid die we nu zien beginnen in België (en reeds dramatisch is in Griekenland, Spanje, Portugal, Ierland...) zal verder blijven toenemen omdat ze betonneerd zit in het nieuwe verdrag. Nog nooit in de geschiedenis (denk ik) is zoiets gebeurd: een verbod voor overheden om geld te lenen.
Waarom deze beslissing?
Paul De Grauwe schrijft: “Er is geen enkel goed economisch argument om de overheidsschuldratio naar nul te laten tenderen. De overheid investeert in infrastructuur, in onderwijs, in orde en veiligheid. Deze zijn cruciaal voor de productiviteit en voor de economische welvaart van een land. Er is geen goede economische reden te bedenken waarom dergelijke investeringen niet door de uitgifte van obligaties gefinancierd zouden kunnen worden. Zoals er ook geen goede economische argumenten bestaan om ondernemingen te verbieden schuld aan te gaan om productieve investeringen te doen."
“De onderliggende theorie in de ijzeren regel is dat de overheid geen productieve bijdrage levert aan de economie, en dat wat ze doet verspilling is. Wie zo een theorie aanhangt, komt automatisch tot de idee dat elke overheidsschuld slecht is. De ijzeren regel wordt dan het instrument om op termijn de overheidsschuld uit te schakelen. Het is een cynische theorie die ons honderd jaar terug doet gaan in de economische geschiedenis”. (De Morgen 5/9/2011).
“...de Europese Commissie ook slachtoffer is geworden van het eigen getallenfetisjisme. Het getal 3 is sinds het Verdrag van Maastricht verheven tot een wezen met goddelijke kracht. Als het budgettaire tekort boven 3 uitstijgt dan kunnen er vreselijke dingen gebeuren. Het budgettaire tekort moet dan zo snel mogelijk onder de 3 geduwd worden, dan zijn we veilig. Het is moeilijk te begrijpen hoe verstandige mensen zichzelf onderwerpen aan zoveel bijgeloof” (De Morgen 14/11/2011).
Nobelprijswinnaar Paul Krugman spreekt in dezelfde zin, wanneer hij herhaaldelijk verwijt aan president Obama dat deze te weinig miljarden federale hulp heeft uitgetrokken. In plaats van 450 miljard had het 900 moeten zijn... Dan hadden tenminste de lokale besturen hun onderwijzers en leraars terug in dienst kunnen nemen, die nu ontslagen zijn (ja, zo is dat vandaag in het rijke Amerika).
Waarom hebben dan de (meeste) regeringsleiders hun eigen handen afgesneden door de ‘schuldenrem’ goed te keuren? François Hollande, Frans socialistisch presidentskandidaat, heeft laten weten het verdrag te zullen her-onderhandelen indien hij verkozen wordt. Blijkbaar begrijpt hij iets dat anderen niet zien. Ook de conservatieve Cameron heeft het begrepen; maar hij heeft ook zijn eigen nationale bank; die heeft al meer dan 100 miljard pond in circulatie gebracht, het omgekeerde dus van soberheid. Ik vermoed dat vele andere regeringen zijn voorgelicht door experten die uit de bankwereld komen, die eindeloos dezelfde dogma’s herhaald hebben.
Zowat hetzelfde dogma zit ingebakken in de statuten van de ECB: die mag niet lenen aan regeringen (zie http://www.dewereldmorgen.be/artikels/2011/09/12/dogmatici-rijden-econom...). Toen Trichet toch obligaties opkocht van Griekenland en Italië, nam de Duitser Stark woedend ontslag. Maar zijn visie blijft wijd verspreid. De ECB is er om banken te helpen, niet overheden. Paul De Grauwe spreekt over dogma’s en mythen, en wijst op de morele, ideologische achtergrond van vooral het Duitse standpunt: wie teveel heeft uitgegeven moet gestraft worden. “Moral hasard” is een uitdrukking die gebruikt wordt in de argumentatie tegen leningen aan regeringen. Het woord “schuld” zelf heeft deze dubbele betekenis. Herman Van Rompuy, zelf economist van opleiding en tevens een man van normen en waarden: “het verdrag zal een herhaling van de schuldencrisis voorkomen”. Zo wordt ook de geschiedenis herschreven, en wordt de boodschap verspreid dat de overheden oorzaak zijn geweest van de crisissen; niet de banken, waarvan er een aantal nog bestaan dankzij de overheden die daarom grote schulden hebben aangegaan.
Een verwante opvatting is dat overheidsbedrijven moeten geprivatiseerd worden. Dat is op grote schaal gebeurd, in de meeste Europese landen. Hier en daar hebben we nog een Belgacom dat voor de helft van de staat is; maar Quick heeft vroeger al gezegd dat zulks ongezond is. Voortdurende kritiek op Didier Bellens en zijn beleid is één van de middelen om een privatisering voor te bereiden. Het is dezelfde kritiek van de EC op Hongarije waar nog heel wat overheidsbedrijven uit de communistische periode overblijven. Overheden moeten zo weinig mogelijk met geld spelen, dat gaat veel beter naar de privé sector en de rijke burgers.
Overheidsgeld brengt niet op aan de beleggers
Wat is de reden of verklaring voor deze visie en de beslissing van de 25 premiers? Het is een hold-up van de private sector op het geld dat de overheden nodig hebben. Dat geld zal door het verdrag ter beschikking komen van het bedrijfsleven en de financiële sector. Daardoor kunnen de winsten sneller omhoog gaan, of behouden blijven. Immers, op de geldmarkten zijn overheidsobligaties concurrenten van de winstgevende sectoren. Bovendien kunnen regeringen nu nog een herverdelende rol spelen, d.i. geld en voorzieningen verdelen naar lagere en midden inkomens (onderwijs, gezondheidszorg...). Dat ziet de financiële wereld als een verliespost: met al die miljarden sociale voorzieningen zouden grote winsten kunnen gemaakt worden op de beurzen en met grondspeculatie (mijnen en landbouwgronden in Afrika...).
De parlementen moeten het verdrag nog goedkeuren. Daar zal een laatste strijd geleverd worden, eerst van voorlichting, dan van moed en zelfverloochening om tegen de eigen regering te stemmen. Echter, de sanctie die zou volgen op het verwerpen van het verdrag, is opnieuw: minder geld. Hangen of wurgen dus.
Een andere oplossing is de winsten van de bedrijven zwaar te belasten, en een miljonairstaks. Maar dat zal sterk worden afgeraden door dezelfde experten die het verdrag hebben voorbereid.
Frank Roels
Dit opiniestuk (met al de verwijzingen) verscheen op zaterdag 3 maart 2012 op de website van De Wereld Morgen
Link