Koopkrachtplakkaat

EnergieplakkaatC

173646265 10222054268599783 1356797931624160070 n

Delen van artikels

Op 11 september 2001, net tien jaar geleden, boorden zich twee vliegtuigen in het World Trade Center, eentje stortte te pletter in het Pentagon, op een vierde vliegtuig dreigden de kapers overmeesterd te worden en beslissen ze om het vliegtuig doelloos te laten crashen in de buurt van Shanksville. Niemand van de inzittenden zal het horrorverhaal kunnen navertellen. Bijna drieduizend mensen laten die dag het leven. De wereld is in shock. In een mum van tijd staan termen als ‘Osama Bin Laden’, ‘Al Quaeda’ en ‘war on terror’ in ons collectieve geheugen gegrift.

In slechts enkele uren wordt de wereld opgedeeld in een wereld voor en een wereld tegen terrorisme. Tijdens een perscoferentie op 6 november in het bijzijn van zijn collega Chaques Chirac spreekt Georges W. Bush de gevleugelde woorden: “You are either with us or you are against us!” De beelden gaan de wereld rond. Even voordien in zijn speech sprak Bush de iets minder bekende woorden: “All nations, if they want to fight terror, must do something. It’s time for action.” Wat had ik er graag bij geweest om te opperen: “All nations? Including Cuba?”. Een begeleide uittocht uit de perszaal, een nachtje ‘in prison’ en een levenslange vermelding als communist op de black list waren waarschijnlijk mijn deel geweest. Tja, de ene war on terror is de andere niet…
Drie jaar min één dag vooraleer 11 september 2001 voor altijd ‘nine eleven’ zou worden, worden in Miami vijf Cubanen opgepakt. Gerardo, Antonio, Ramon, Fernando en René zullen vanaf dan door het leven gaan als de Cuban Five. Ook zij blazen op 12 september opnieuw kaarsjes uit, die van hun dertiende verjaardag achter de tralies van een Amerikaanse gevangenis. Hun misdaad: infiltreren in anti-cubaanse terroristische netwerken in Miami. Ook zij zijn slachtoffers van de ‘war on terror’, alleen eentje waar de Verenigde Staten aan de andere kant van de linie staan. Zo zie je maar hoe krom een ‘rechte VS-lijn’ kan zijn.
De Cuban Five zitten vandaag welgeteld dertien jaar achter de tralies. Na een uiterst bedenkelijk schijnproces dat alle grenzen van fatsoen en rechtvaardigheid ver overschrijdt, beginnen ze aan een bijna uitzichtloze periode in de cel. Drie onder hen kregen levenslang. Elke vorm van beroep wordt afgewimpeld of binnen het half uur beslecht. De bewijslast is onbestaande, de bewijslust van de Amerikaanse politiek des te groter. Justitie en politiek gaan hand in hand. Rechtvaardigheid is bijzaak, mensenrechten dooie letter. De VN en Amnesty International steigeren, maar een rechtzetting blijft uit.
Ook president Obama blikt op de tienjarige verjaardag van ‘nine eleven’ in de wereldwijde media terug op de aanslagen die de Verenigde Staten bombardeerden tot voortrekker van de ‘war on terror’. Hij heeft het over ‘wederzijds respect om samen een rechtvaardige wereld tot stand te brengen waarin alle mensen kunnen leven in waardigheid, vrijheid en vrede.’ Wat had ik er graag bij geweest om te opperen: “Justice for everybody? Also for the Cuban Five?” Misschien had hij mijn bemerking weggelachen of me zelfverzekerd als hij is van antwoord gediend? Of misschien had hij eenvoudigweg uit de bovenzak van zijn vest een vergulde pen genomen en zijn krabbel gezet?
President Obama beschikt over de grondwettelijke macht om in één pennentrek de onrechtvaardigheid die de vijf Cubanen nu al dertien jaar ervaren, ongedaan te maken. Maar heeft hij ook de politieke moed om een ‘war on injustice’ te voeren? Als justitie faalt en de politiek niet wil luisteren is het aan de internationale gemeenschap om in actie te komen. Alleen een sterke internationale solidariteit kan de Cuban Five vandaag vrij krijgen, zoveel is duidelijk. Hoog tijd om de muur van stilte rond deze zaak te slopen!

Kurt De Loor
De auteur is Vlaams Parlementslid voor de sp.a