Na 4.000 klachten in 2010 heeft de federale ombudsman voor energie alleen al in de eerste drie maanden van dit jaar 3.000 klachten binnengekregen (DS 7 mei). De lange lijst klachten leest als een zwartboek van de vrije energiemarkt. Het gros van de klachten heeft betrekking op te dure facturen, verkeerde meterstanden, ingewikkelde tarieven, ondoorzichtige prijsverhogingen en sluwe verkooppraktijken van energieleveranciers.
De klachtenvloed over wantoestanden in de energiemarkt roept veel vragen op. Waarom lost de liberalisering haar beloftes niet in? Toen de Vlaamse regering in 2000 besliste om de energiemarkt versneld open te gooien, stak toenmalig minister van Energie Steve Stevaert een gloedvol betoog af in het parlementair halfrond: ’De bedoeling van de vrijmaking van de Vlaamse elektriciteitsmarkt is om iedereen, zowel gezinnen en alleenstaanden als bedrijven, mee te laten profiteren van de voordelen van de vrijgemaakte markt: lagere prijzen, een betere dienstverlening, en meer hernieuwbare energiebronnen’.
Van die beloftes is weinig in huis gekomen. Tien jaar na de liberalisering van de energiemarkt staat de consument meer dan ooit in de kou. Uit elk stopcontact komt dezelfde 220 volt, en de gasmolecule is overal gelijk. Toch kun je vandaag kiezen tussen 36 verschillende prijsformules voor elektriciteit en 21 voor aardgas.
Van de ’redelijke, eenvoudige, doorzichtige en duidelijk vergelijkbare prijzen’ die de Europese Commissie belooft in haar Energierichtlijnen is dus allerminst sprake. Uit recent onderzoek van de Europese Commissie blijkt dat 2 op 3 consumenten geen wegwijs raakt uit de wirwar van tarieven en formules.
Energieleveranciers zijn weliswaar verplicht om hun tariefformules te publiceren, maar die zijn voor leken onbegrijpelijk. Of kunt u wél de verwachte evolutie inschatten van de parameters NC, GOL603 en HUB?
Om de bomen nog te zien door het bos van wisselende marktprijzen en complexe prijsformules, kan je in de geliberaliseerde energiemarkt van vandaag maar beter een masterdiploma in de economie op zak hebben. Ingewikkelde tarieven, ondoorzichtige prijsformules en misleidende marketingpraktijken, herleiden de zo geroemde keuzevrijheid van de consument tot een optische illusie. Wie zijn weg zoekt in de vrije markt, loopt al te vaak verloren.
Ten eerste beseffen consumenten te weinig dat de goedkoopste contracten niet altijd de beste zijn. Dat zorgt voor onaangename verrassingen.
Scherpe prijsformules klinken aanlokkelijk in tijden van stijgende energieprijzen. Maar het is opletten geblazen voor de kleine lettertjes. Wie kiest voor de formule Nuon Budget bijvoorbeeld krijgt een bodemprijs, maar zero service. Bij problemen met je factuur mag je alleen via e-mail contact opnemen met de klantendienst.
Kleine energieleveranciers bieden scherpe tarieven aan, maar besparen dikwijls op klantenservice. Dat verklaart waarom Essent, Nuon en Lampiris verantwoordelijk zijn voor 36 procent van alle klachten bij de federale ombudsman, terwijl ze samen maar een marktaandeel hebben van 11 procent.
Ten tweede is het voor de consument zeer moeilijk kiezen tussen variabele en vaste tarieven. Variabele tarieven zijn goedkoper dan vaste, maar je moet er het risico op prijsstijgingen wel bij nemen. Bij de nieuwe prijsbreker Octa+ bijvoorbeeld is de elektriciteitsprijs rechtstreeks gekoppeld aan de groothandelsprijs op de energiebeurs Belpex, waar de prijsschommelingen kunnen oplopen tot meer dan 100 procent.
Maar wie kiest voor een vast tarief, kan evengoed de dupe zijn. Als de prijzen stijgen, biedt een vast tarief bescherming, maar als de prijzen dalen ben je de pineut. En daar maken energieleveranciers misbruik van. In het najaar van 2008 startte Electrabel een grootscheeps reclame-offensief voor GroenPlus, groene energie aan een vast tarief. Klanten konden ’gratis overstappen’ naar de nieuwe formule, en ’de aantrekkelijke Electrabel-energieprijs bevriezen voor twee jaar’. Dat de energieprijzen ondertussen over hun hoogtepunt heen waren, en fors begonnen dalen, dat vertelde Electrabel er wijselijk niet bij. In een furieus rapport maakte energiewaakhond CREG onlangs de balans op. ’Deze klanten deden een slechte zaak’, schrijft CREG, ’aangezien hun vaste prijs voor twee jaar erg hoog bleef, terwijl de energieprijzen fors daalden.’
Ten derde komen consumenten die kiezen voor groene stroom vaak bedrogen uit. Bijna 40 procent van de elektriciteit wordt verkocht als groene stroom, terwijl in België maar 6 procent groene stroom geproduceerd wordt. Groene coöperatieven als Ecopower produceren wel degelijk zelf groene stroom, maar andere energieleveranciers kopen veel liever tegen dumpingprijzen zogenaamde ’garanties van oorsprong’ op in landen die met een overschot aan groene energie zitten.
Luminus bijvoorbeeld wekt elektriciteit op in gas- en kerncentrales, maar produceert zo op papier 100 procent groene stroom. Consumenten betalen al snel 10 tot 15 procent meer voor die groene stroom, terwijl het groenwassen van grijze stroom volgens Greenpeace en Test-Aankoop die bedrijven slechts 1 procent extra kost.
De liberalisering van de energiemarkt heeft ons bitter weinig opgeleverd. Energie is duurder geworden in plaats van goedkoper en van eerlijke, transparante prijzen is geen sprake. Ja, de energieconsument is vrij om te gaan en te staan waar hij wil, maar wie vindt zijn weg nog in de jungle van de vrije energiemarkt?
TOM DE MEESTER
PVDA-energiespecialist
Dit opiniestuk verscheen eerder in DS van 9 mei 2011.