Als sociale bewegingen promoten het ACW, Wereldsolidariteit, Pax Christi en Broederlijk Delen vrede en de bescherming van mensenrechten. Wanneer burgers het slachtoffer zijn van grove schendingen van het internationaal recht, moet de internationale gemeenschap ingrijpen om hun bescherming te garanderen. Het principe van responsibility to protect, dat wordt toegepast in de interventie in Libië, is ontwikkeld om een herhaling van tragedies zoals de genocide in Rwanda te voorkomen. Aldus het standpunt dat op 23 maart op de website van Pax Christi gepost werd.
Ondanks onze voorkeur voor een geweldloze aanpak van conflicten, kanten wij ons niet tegen de huidige militaire interventie in Libië. Hoewel deze interventie mede is ingegeven door geopolitieke belangen, kan ze als laatste toevlucht bijdragen tot een ommekeer in de machtsverhoudingen. We willen er echter op wijzen dat er geen eenvoudige oplossing voor dit conflict, dat lang kan duren, bestaat. Een militaire interventie is altijd een groot risico. Het is ook gemakkelijker om in een conflict verwikkeld te geraken dan eruit te stappen.
Daarnaast hebben we bedenkingen bij de militaire interventie zoals ze zich nu ontwikkelt: de verdeeldheid tussen de coalitieleden, de onduidelijkheid over het einddoel, het gebrek aan een consequent beleid over de nood aan militaire interventies. De onduidelijkheid over de strategie en commandostructuur moet onmiddellijk worden opgelost. Zoniet kan de externe interventie het land nog verder destabiliseren. Het is positief dat de Belgische regering zich reeds uitsprak over het einddoel, namelijk de bescherming van burgers, en zich kantte tegen het inzetten van grondtroepen.
We willen nogmaals benadrukken dat het gebrek aan een coherent Europees en Amerikaans Midden-Oostenbeleid zich nu wreekt. De rechten van burgers in de regio zijn nooit een prioriteit geweest voor de Westerse landen die, tegen beter weten in, wapens leverden aan misdadige regimes. Economische en oliebelangen primeerden steeds en resulteerden in de huidige catch 22 waarbij de coalitieleden nu het regime bestrijden dat ze bewapenden.
De tussenkomst waartoe nu beslist is, moet volledig gericht zijn op de bescherming van de burgerbevolking en moet een massaal bloedbad voorkomen. De Europese Unie moet op diplomatiek vlak actief zijn om de gewapende strijd te doen beëindigen, in samenspraak met de Arabische Liga en de Afrikaanse Unie. Daarnaast moet ze nadenken over de volgende fase, na de interventie. Het zal een grote uitdaging zijn om voldoende kansen te geven aan een burgerdemocratie in een olierijk land waar momenteel een sterke oppositie en een slagkrachtig middenveld ontbreken.
De migratieproblematiek, de toenemende islamisering en de wens naar stabiliteit omwille van economische- en oliebelangen zorgden ervoor dat de EU vooral lippendienst bewees aan democratisering en dictators in het zadel hield. Ongewild is de EU mede verantwoordelijk voor de huidige crisis. Europa moet nu en in de nabije toekomst zijn fouten herstellen.
* Een nieuw en coherent beleid tegenover Noord-Afrika en het Midden-Oosten is nodig.
* Europa moet actief ijveren voor democratisering in de regio. Zo moet het Saoedi-Arabië oproepen om zijn troepen terug te trekken uit Bahrein.
* De politieke hervormingen moeten gepaard gaan met een verbetering van de socio-economische situatie van de bevolking. De EU moet afstand nemen van haar beleid van liberalisering, die geen welvaart bracht.
* Nationale en internationale bepalingen rond wapenexport moeten door de Europese lidstaten consequent toegepast worden. Ethische principes die mee de export reguleren mogen niet langer opzijgeschoven worden voor economische en geopolitieke belangen.
* De steun aan een militaire interventie moet gekoppeld zijn aan de bereidheid om de gevolgen van het gewapend conflict, zoals een toenemende vluchtelingenstroom, op Europees niveau te helpen dragen.
* Deze militaire interventie moet het Europese beleid ten aanzien van humanitaire interventies en rekenschap voor schendingen van het internationaal recht herdefiniëren.
Link