Gezinsplanning is in het Westen zo vanzelfsprekend dat we er amper bij stilstaan. In ontwikkelingslanden is dat niet zo. MARLEEN TEMMERMAN wijst op de kwalijke gevolgen, voor de vrouwen, hun kinderen en hun omgeving.
Een meisje van vijftien werd op een stootkar de materniteit in Nairobi (Kenia) binnengereden. Ze was al drie dagen in arbeid en alle hulp kwam te laat. Het was 1988 en Atieno was de eerste moeder die ik zag sterven. Nodeloos. Eigenlijk had ze nooit zwanger willen worden. Maar net als veel andere vrouwen kon zij niet over haar eigen lot beschikken: geen pil, geen condooms en misschien ook niet de kracht om nee te zeggen.
Dit is jammer genoeg geen alleenstaand verhaal. Duizenden vrouwen in ontwikkelingslanden dragen de tragische gevolgen van te weinig en slecht uitgeruste gezondheidsdiensten of een tekort aan anticonceptie. Sommigen worden door artsen dan weer te jong bevonden om voorbehoedmiddelen te gebruiken. Hen wordt het fundamentele recht ontzegd om zelf te beslissen of ze kinderen willen, wanneer, hoeveel en met wie.
Meer dan 220 miljoen vrouwen wereldwijd geven aan dat ze geen kinderen (meer) willen of een kind krijgen willen uitstellen, maar door een gebrek aan voorbehoedmiddelen worden ze vaak toch zwanger. Dit heeft niet alleen nefaste gevolgen voor de gezondheid van vrouw en kind – moedersterfte is nog immer dagelijkse kost en ook illegale abortussen lopen vaak slecht af – maar het beïnvloedt ook kansen en toekomstperspectieven. Het recht om zelf te beslissen over de omvang van je gezin draagt ook bij tot de vrijheid en zelfstandigheid van de vrouw, tot kansen op scholing en werk. Dingen die wij, Europese vrouwen, al lang vanzelfsprekend vinden.
Vandaag komen in Londen leiders van Noord en Zuid, Oost en West samen om gezinsplanning opnieuw op de kaart te zetten. Tijdens deze top willen de VN en de Bill & Melinda Gates Foundation politieke wil en financiële middelen mobiliseren. Hun doel: tegen 2020 aan 120 miljoen vrouwen toegang tot voorbehoedmiddelen bieden. Hiervoor valt veel te zeggen. Als dat doel gerealiseerd wordt, zullen er naar schatting 100 miljoen ongeplande zwangerschappen minder zijn en zullen 200.000 vrouwen en meisjes niet sterven tijdens de zwangerschap of de bevalling.
Laten we hopen dat donoren een stap vooruitzetten en voldoende geld op tafel leggen. Dan kan dit immense probleem eindelijk grondig aangepakt worden. Hier geldt niet alleen het solidariteitsprincipe. Ook op ethisch, medisch, ecologisch en zelfs economisch vlak levert dit enkel voordelen op. In landen waar aan gezinsplanning wordt gedaan zien we een duidelijke daling in de uitgaven voor gezondheid, huisvesting, water en andere publieke diensten.
Op 11 juli wil ik niet alleen de Vlaamse feestdag vieren, maar ook de toekomst van miljoenen meisjes en vrouwen in het Zuiden. Laten we in Londen geschiedenis schrijven opdat de vriendinnen van Atieno niet langer een volkomen vermijdbare dood tegemoet gaan.
Marleen Temmerman
Dit opiniestuk verscheen eerder in De Standaard op 11 juli 2012