President Kennedy, nog in kamerjas, werd om iets voor negen uur s'ochtends door zijn veiligheidsadviseur op de hoogte gebracht dat de Sovjet-Unie in het geheim kernwapens aan het installeren waren in Cuba, de achtertuin van de VS. De volgende 13 dagen was het beven en bibberen. Nooit stond de wereld dichter bij een atoomoorlog dan exact 50 jaar geleden.
Volgens toenmalig Amerikaans minister van Defensie Robert McNamara zijn we toen door het oog van de naald gekropen, en dit dankzij een grote portie geluk. Akkoord, de twee hoofdrolspelers - President Kennedy en President Kroetsjov - hebben er alles aan gedaan om de crisis niet te laten escaleren. President Kennedy door niet te kiezen voor een militaire aanval, maar wel voor een scheepsblokkade, waardoor de bal opnieuw in het kamp van de Sovjet-Unie kwam te liggen. President Kroetsjov door een creatieve oplossing te suggereren, met name de terugtrekking van de raketten in ruil voor een Amerikaanse belofte Cuba in de toekomst niet aan te vallen. Dat laatste had tevens het voordeel gezichtsverlies bij zijn achterban gedeeltelijk te voorkomen.
Hoewel 'the best and the brightest' hun best deden om alle scenario's rationeel tegen het licht te houden, is misschien de voornaamste les uit deze episode dat crisissen per definitie de neiging hebben om uit de hand te lopen, en dus dat de klemtoon in de toekomst niet op crisismanagement, maar crisispreventie dient te liggen. Ondanks een enorm inlichten,- en analysevermogen hebben beide supermachten zich misrekend, en zijn ze ongewild in deze crisis gesukkeld: de VS door niet te voorzien dat de USSR zou durven atoomwapens neer te poten in Cuba, nochtans niet fundamenteel verschillend van de installatie van Amerikaanse Jupiter raketten in Turkije enkele jaren eerder; de Sovjet-Unie door te geloven dat ze heimelijk dit huzarenstukje tot een goed einde zouden kunnen brengen, en dat de VS niet zou durven te reageren. Inschattingen die er volledig naast zaten.
Ook tijdens de crisis waren er gebeurtenissen waarop beide presidenten niet de minste greep hadden, en die tot een verdere escalatie hadden kunnen leiden. Zo staat de voorlaatste dag van de crisis geboekstaafd als Zware Zaterdag. Niet alleen ontvingen de Amerikanen toen een antwoord van de Sovjets dat in veel hardere bewoordingen was opgesteld dan de telex van de avond tevoren. Diezelfde dag sijpelde het nieuws binnen dat een Amerikaans U-2 spionagevliegtuig was neergeschoten boven Cuba en dat de piloot was omgekomen. Achteraf bleek dat het neerhalen een initiatief zou geweest zijn van een lokale Sovjet-commandant, die de instructies vanuit Moscou naast zich had neergelegd. Kennedy hield het hoofd koel en beval geen militaire reactie, ondanks de enorme druk vanuit het Pentagon. Of dat alles niet voldoende was, kreeg het Witte Huis ook nog het nieuws te verwerken dat op dat eigenste ogenblik een ander Amerikaans spionagevliegtuig van koers was en boven Sovjetgrondgebied terecht was verdwaald. Stuk voor stuk faktoren die op voorhand niet voorzien waren, en tot een escalatie hadden kunnen leiden, waarvan de gevolgen niet te overzien waren.
De voornaamste vraag die Kennedy en de zijnen de eerste dagen van de crisis moesten oplossen was: op welke manier gaan we reageren zodat het eindresultaat gelijk staat met de verwijdering van de raketten uit Cuba ? Niets doen, praten, dreigen met een aanval, of effectief aanvallen ? Verscheidene adviseurs van Kennedy prefereerden op verschillende momenten de laatste optie, zeker tijdens de eerste dagen van de crisis. Gelukkig luisterde de president in laatste instantie naar de meer gematigde stemmen, waaronder zijn broer Robert. Gelukkig, omdat achteraf bleek dat de Amerikanen op het moment van de crisis van drie cruciale zaken niet op de hoogte waren: 1) dat er reeds in het begin van de crisis tactische atoomwapens in Cuba operationeel waren; 2) dat Kroetsjov de bevelvoering over deze atommwapens had gedelegeerd aan de Cubanen; en 3) dat Castro de opdracht had gegeven aan zijn militaire commandanten om deze atoomwapens daadwerkelijk in te zetten, mocht de VS Cuba aanvallen. Had President Kennedy geluisterd naar de havikken en Cuba aangevallen, zouden tengevolge van het inzetten van deze wapens mogelijk 90 miljoen Amerikanen het leven hebben gelaten in Florida en omstreken.
McNamara's conclusie achteraf was klaar en duidelijk: de combinatie van menselijke feilbaarheid en kernwapens moet ooit leiden naar een catastrofe. Hij werd, zij het op latere leeftijd (maar reeds tijdens de Koude Oorlog), één van de grootste voorstanders van een kernwapenvrije wereld.
De Koude Oorlog is gelukkig voorbij, maar het aantal staten dat beschikt over kernwapens is sinds de Cuba-crisis meer dan verdubbeld. Zal een volgende Cuba-crisis, bijvoorbeeld tussen kernwapenstaten India en Pakistan, even goed aflopen als in oktober 1962 ?
En zou ook ons land niet beter meer haar nek uitsteken om te ijveren voor effectieve nucleaire ontwapening ? Het Belgisch regeerakkoord stelt te ijveren voor een verbod op wapensystemen die disproportioneel veel burgerslachtoffers maken. Hoe dat rijmen met de neen-stem van ons land in de Algemene Vergadering van de Verenigde Naties om multilaterale onderhandelingen op te starten voor een Nucleaire Wapenconventie dat een tijdsplan zou inhouden om McNamara's en Obama's doelstelling van een wereld zonder atoomwapens te verwezenlijken ? Of het goede voorbeeld geven en tenminste Limburg eindelijk kernwapenvrij maken.
Tom Sauer
Professor Internationale Politiek aan de Universiteit Antwerpen
Sint-Jacobstraat 2
B-2000 Antwerpen
Tel: 03/265.55.99
Email: Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.">Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken.
Dit opiniestuk verscheen eerder in De Standaard van 19 oktober 2012
N.v.d.R. In een column in DS van 22 oktober herinnert Marc Reynebeau aan een ander incident waarmee de wereld misschien nog dichter bij de rand van de afgrond gestaan heeft. Op 27 oktober 1962 detecteerde de VS marine een Russiche duikboot, die ze met dieptebommen bestookte. De commandant van de duikboot dacht dat de Derde Wereld Oorlog uitgebroken was, en maakte aanstalten om een atoomraket op de VS af te vuren. Zijn tweede in bevel kon hem overtuigen dit niet te doen.