In het weekblad Trends verscheen een studie met als titel: “Overheid pluimt ondernemingen”. Volgens de studie betalen bedrijven niet alleen vennootschapsbelasting, maar ook patronale bijdragen en andere taksen. Volgens de studie zou ook het begrip “toegevoegde waarde” als referentie moeten dienen bij discussies over de bedrijfsfiscaliteit.
Het begrip toegevoegde waarde
De werkgevers willen graag de begrippen ‘bedrijfswinst’ en ‘omzet’ vervangen door het begrip ‘toegevoegde waarde’ en dit als referentie nemen bij de discussies over de bedrijfsfiscaliteit. De toegevoegde waarde is het verschil tussen de marktwaarde van de productie en de daarvoor aangekochte grondstoffen. De toegevoegde waarde drukt dus de essentie van produceren uit, namelijk het toevoegen van waarde aan een goed. Dit begrip zegt dus helemaal niets over voor hoeveel geld men het product heeft verkocht, dat uiteindelijk zal leiden tot de winst van een bedrijf. De bedrijfswinst bekomt men door de omzet te nemen min de totale kosten dat een bedrijf maakt voor het produceren van een goed. Zo zijn bijvoorbeeld ook de lonen een kost voor de werkgever. Het is dus niet meer dan logisch de bedrijfswinst als referentie te gebruiken om te bepalen hoeveel belastingen een bedrijf moet betalen.
Patronale bijdragen zijn geen belastingen
Om aan te tonen dat de werkgevers toch wel veel belastingen betalen, beweert men in de studie van Trends dat patronale bijdragen ook belastingen zijn. Zo lezen we dat het uitzendbureau Tempo-Team en het staalbedrijf Bekaert in 2011 geen vennootschapsbelasting hebben betaald, maar wel 65,5 en 45,5 miljoen euro aan werkgeversbijdragen neerlegden. Als verantwoording dat patronale bijdragen toch wel een inspanning zijn vanwege de werkgevers, zegt men dat de sociale zekerheid alleen kan leven bij de gratie van bedrijven die massaal mensen werk verschaffen.
Het is inderdaad zo dat de basis voor de financiering van de sociale zekerheid voor het grootste deel via het loon komt en dat tewerkstelling daarbij nodig is. Maar werk is ook onmisbaar om de winsten te realiseren, die vooral in de zakken van de aandeelhouders terecht komen. Want het zijn niet de werkgevers of de aandeelhouders die de toegevoegde waarde realiseren, maar de werknemers via hun kennis en hun creativiteit!
Dat de studie in Trends beweert dat patronale bijdragen belastingen zijn, is stevig met het haar getrokken. Dit schept de indruk dat de werkgever deze betaalt uit de winsten die een bedrijf voortbrengt. Maar de patronale bijdragen komen niet voort uit de winsten van een bedrijf, maar uit de totale loonkost die de werkgever moet betalen aan de werknemer voor zijn arbeid in het bedrijf. Onder het begrip ‘totale loonkost’ dat de werkgever moet betalen aan zijn werknemers moet worden verstaan: werkgeversbijdrage + werknemersbijdrage + bedrijfsvoorheffing + nettoloon.
Wat de werkgever doet, is enkel een deel van de totale loonkost doorstorten naar de sociale zekerheid. Men noemt dit de werkgeversbijdrage. Van zijn totale wedde ziet de werknemer enkel zijn brutowedde op zijn loonbriefje waarvan hij ook een deel doorstort naar de sociale zekerheid en naar de fiscus via de bedrijfsvoorheffing. Wat dan overblijft is de netto wedde.
Door een onderscheid te maken tussen het begrip werkgeversbijdrage en werknemersbijdrage, geeft men het gevoel dat de werkgever hier een extra inspanning levert! Het geeft de indruk dat deze bijdrage wordt betaald door de winsten die het bedrijf maakt. Wat natuurlijk niet waar is, want de werkgever rekent het volledige loon bij de kosten. Om de winstmarge te berekenen, wordt dus de ‘totale loonkost’ in rekening genomen. De winst is dan het verschil tussen de omzet en de kosten en de volledige loonkost wordt bij de kosten gerekend.
Het deel van het loon dat de werkgever doorstort naar de sociale zekerheid is een uitgestelde wedde van de werknemer, die terecht komt in een sociale zekerheidskas. Bij ziekte, werkloosheid of bij pensionering wordt het vervangingsinkomen vanuit die sociale zekerheidskas betaald. Als werkgevers het hebben over de hoge loonkost, dan hebben ze het vooral op dàt deel van het loon waarop ze willen beknibbelen. De werknemers zullen daar toch niets van voelen is hun redenering. De werkgeversbijdrage staat, in tegenstelling tot de andere delen van het loon, immers niet op de loonfiche, waardoor het lijkt alsof het ook geen deel uitmaakt van het loon.
Bedrijven krijgen van de overheid grote kortingen.
Door de aandacht af te leiden naar het begrip ‘toegevoegde waarde’, zwijgt men van de werkelijke winsten die bedrijven voortbrengen en waarop het niet meer dan normaal is dat deze worden belast. De 1000 meest winstgevende bedrijven realiseerden in 2011 een totale winst van 83,2 miljard euro, waarop ze nauwelijks 4,2 miljard euro belastingen hebben betaald! Dat is een tarief van amper 5,09%.
Het tarief dat bedrijven normaal moeten betalen bedraagt 33,99%, maar door allerhande aftrekken bekomt men een zeer laag tarief. Je mag dus stellen dat deze duizend bedrijven samen een korting van de overheid hebben gekregen van 24 miljard euro. Als je dat bedrag vergelijkt met de 18 miljard euro die de regering Di Rupo vorig jaar vooral gehaald heeft bij de werknemers en de werklozen, dan hoeven de werkgevers niet te klagen!
In de studie van Trends staat ook dat bedrijven belast worden door een honderdtal andere taksen. Maar dat is wel kort door de bocht, omdat sommige taksen zoals bijvoorbeeld lokale taksen, in mindering kunnen gebracht worden in de vennootschapsbelasting.
Bedrijven krijgen meer terug van de overheid dan dat ze belastingen betalen
De totale opbrengst van de vennootschapsbelasting bedraagt volgens de studie in Trends 10 miljard euro of 6 procent van de totale fiscale en parafiscale inkomsten. Wat men niet heeft vermeld, is dat de ondernemingen van de overheid gigantisch veel verminderingen van sociale bijdragen en andere lasten op arbeid hebben gekregen. Momenteel wordt op jaarbasis voor 14,5 miljard euro aan kortingen voorzien. In negen jaar tijd groeide het bedrag met meer dan 300 procent.
En levert dit nu tewerkstelling op, om maar te zwijgen over menswaardige tewerkstelling? In diezelfde periode nam deze amper negen procent toe. Lagere loonkosten en fiscale stimulansen doen de werkloosheid niet dalen, maar doen vooral de winsten stijgen!
En wat doen ze daarmee? In 2000 werd aan de aandeelhouders negen miljard euro aan dividenden uitbetaald. Maar in 2011 ging het al om 30,6 miljard euro: een stijging met 240 procent! Met de lonen verliep het heel anders en zal het nog anders verlopen! De loonstop zal er immers voor zorgen dat de werkgevers zich de volgende jaren zich geen zorgen meer hoeven te maken over een stijgende loonkost.
Omdat een andere wereld mogelijk is.
Guido Deckers
Nationaal ACV propagandist voor het thema rechtvaardige fiscaliteit.