Het slechte weer weegt niet alleen op het gemoed, maar ook op de portefeuille. De gemiddelde gasconsument zal maar liefst 146 euro meer moeten betalen door het koude voorjaar, zo blijkt (DS 27 mei). Maar de klimaatkronkels jagen ons ook op andere manieren op kosten. Verschillende verzekeraars trokken sinds begin dit jaar de premies van de brandverzekering op. Die stijging is het gevolg van toenemende schadelasten door ‘natuurrampen en stormweer’ (DS 17 november 2012). Zijn deze stijgende kosten door extreem weer eenmalig of blijvend? Kunnen we er iets aan doen?
De boodschap van de milieu-indicatoren van de Vlaamse overheid is tweeledig. De klimaatverandering in Vlaanderen zal zowel tot een stijging van extreem weer als tot een toename van de gemiddelde temperatuur leiden. De verzekeringspremies voor schadelasten zullen dus stijgen. Maar de verwarmingskosten zouden over de jaren heen lichtjes moeten dalen. Toch duiken er steeds meer wetenschappelijke analyses op die het koude voorjaar óók aan de klimaatverandering wijten. Doordat de opwarming aan de Noordpool erg snel gaat en het zee-ijs verdwijnt, verandert het weer hier. De straalstroom gaat zich anders gedragen en drukgebieden komen voor lange tijd op ongewone plaatsen te liggen. Daardoor geselt arctische koude onze contreien. Berichtgeving in het topblad Nature concludeert: ‘Wanneer het zee-ijs verder smelt, suggereren deze onderzoeksbevindingen dat de middenbreedtegraden meer koude winters krijgen.’ Net nu de koude inspireert tot tweets als ‘We gaan Al Gore te lijf met een ijskrabber!’ of de Amerikaanse politica Sarah Palin het op Facebook over haar bilspier heeft (‘Global warming? My gluteus maximus’), zou extreme koude in bepaalde zones net zo goed een gevolg zijn van de klimaatverandering.
Zulke veranderingen in het klimaat keren niet in een paar jaar. Van de stijgende kosten door extreem weer geraken we dus niet zo maar af. Maar we kunnen wel nog de hogere factuur van klimaatchaos voorkomen. Economen en instellingen zoals de Wereldbank herhalen het tot in den treure: het is veel goedkoper om minder broeikasgassen uit te stoten, dan de gevolgen van de klimaatverandering te ondergaan. Ons land en andere EU-lidstaten laten door de crisis het klimaatbeleid links laat liggen wegens te duur. Ze begaan een rekenfout die ons op termijn in de portefeuille treft met meer extreem weer. We moeten daarentegen nu middelen opofferen voor een doel dat pas later wordt behaald. Kortom: investeren in de energietransitie.
Mathias Bienstman, beleidsmedewerker BBL
Dit opiniestuk verscheen eerder in De Standaard op 28/05/2013 |