Stel je eens voor dat de voorzitters van de vakbonden een oproep lanceren om haar leden te helpen belastingen te ontwijken. De reacties in de media zouden gepaard gaan met een extra bijlage! Maar Karel Van Eetvelt lukt het om vrij ongeschonden deze uitspraak te lanceren.
Naar aanleiding van een regeringsbeslissing om een hogere belasting te heffen op de winst die een ondernemer haalt uit de verkoop of opdoeking van zijn vennootschap, riep Karel van Eetvelt van de zelfstandigenorganisatie Unizo op, om de leden te helpen deze hogere belasting te ontwijken. Blijkbaar besefte de man dat hij iets te ver was gegaan en nuanceerde snel zijn uitspraak. Nu klink het “meer hulp bieden aan kmo’s en zelfstandigen om hun belastingen op een legale manier te optimaliseren”. Is zo’n uitspraak nog ethisch te verantwoorden als je weet dat niet voor iedereen de belastingdruk even zwaar doorweegt? Er is niet alleen een verschil tussen werknemers, zelfstandigen en ondernemers, maar ook tussen kleine en grote ondernemers.
De top 1000 van bedrijven met de grootste winst
Al een vierde keer op een rij maakte Marco Van Hees (*) bekend dat de 1000 meest winstgevende bedrijven in 2012 allemaal samen een winst maakten van 50 miljard euro. Daarop betaalden ze 3,1 miljard euro belastingen. Dat is een gemiddeld tarief van 6,17%. Het normale tarief om de winst van een bedrijf te belasten is 33,99%. Maar omdat de wetgeving toelaat de belastbare winst te verminderen door bepaalde aftrekken toe te staan, krijgen deze 1000 bedrijven samen een fiscale korting van 9,37 miljard euro.
Maar dit is nog niet alles! Naast de fiscale verminderingen genieten alle Belgische bedrijven verminderingen van werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid en genieten ze ook van loonsubsidies. Zo kregen ze in 2011 zowat vijf miljard euro aan verminderingen van werkgeversbijdragen voor de sociale zekerheid. Daar bovenop komt nog eens 6,2 miljard aan loonsubsidies. Dit is samen goed voor een slordige 11 miljard euro. Als je weet dat de belastingen op de winst die de bedrijven realiseren (de vennootschapsbelasting) jaarlijks 10 à 11 miljard opbrengt, dan mag je hieruit toch besluiten dat de werkgevers meer terugkrijgen van de overheid dan dat ze belastingen betalen? Deze subsidies vergeten ze ook altijd in rekening te brengen als ze weer eens beginnen met hun klaagzang over de te hoge loonkost vergeleken met Duitsland, Nederland en Frankrijk: “de loonkosthandicap”.
De handicap
Doordat vakbonden en werkgevers niet tot een vergelijk kwamen hoe groot de loonkosthandicap dan wel was, heeft de regering begin 2013 een groep van experts aangeduid die duidelijke informatie moest geven over hoe groot de loonverschillen lagen tussen België, Nederland, Duitsland en Frankrijk. Werkgevers herhaalden continu cijfers van 5 tot 15 %. Hoe hoger het cijfer hoe verder men terug ging in de tijd om het te berekenen. Maar de experts kwamen tot een ander besluit! Ze bekeken verschillende scenario’s. Zo variëren de cijfers over de loonkosthandicap tussen de 0,55%, in een scenario waarbij met alle mogelijke subsidies rekening wordt gehouden, en de 4,6% . Het is toch niet meer dan normaal dat met alle subsidies en verminderingen van werkgeversbijdragen rekening wordt gehouden? Hoe kan je anders op een eerlijke manier vergelijken? Zeker als we gaan vergelijken met de 5,1 miljoen Duitse werknemers die het moeten stellen met een verschrikkelijk laagbetaalde mini-job!
Tewerkstelling?
Werkgevers krijgen al jaren loonkostverminderingen om hun concurrentiepositie te handhaven en om de tewerkstelling te bevorderen. Maar op basis van de cijfers die socioloog Jan Hertogen(*) onderzocht, is de tewerkstelling de voorbije vier jaar in de industrie, die bij uitstek profiteert van loonlastenverminderingen, gedaald met 48.545 jobs. Tegelijk zijn er 38.000 grotendeels rechtstreeks door de overheid betaalde dienstencheque-jobs bijgekomen, en is er een groei van 63.000 jobs in de sectoren onderwijs en gezondheidszorg. Ook al met overheidsgeld gefinancierd! Niet de loonlastenverlagingen van de private sector, maar de publieke investeringen van de overheid, zorgen dus voor de tewerkstelling.
Die vaststelling werd al eerder gemaakt door de Eregouverneur van de Nationale Bank Van België Fons Verplaetse. In Knack van 24 januari 2010 zegt Fons Verplaetse dat het grootste deel van de tewerkstelling tussen 2000 en 2010 werd gecreëerd door een forse tussenkomst van de overheid en dat de marktsector de laatste 10 jaar geen jobs heeft gecreëerd.
Ook in het onderzoek van Marco Van Hees kan je lezen dat het argument om de lage belastingtarieven te rechtvaardigen aangehaald wordt om de werkgelegenheid te stimuleren. Wel, als we gaan kijken naar de evolutie van het aantal jobs in de 1000 winstgevende bedrijven die samen een fiscale korting kregen van 9,37 miljard euro, stellen we vast “dat het aantal voltijdse banen tussen 2011 en 2012 met 19.646 is gedaald!”
Om het rijtje af te sluiten citeren we Marc De Vos, algemeen directeur van de denktank Itinera, die in een interview met Knack zegt dat:”zestig procent van de jobs die er in deze eeuw zijn bijgekomen, door de overheid zijn gesubsidieerd.”
Solidariteit is beter dan concurrentie
Vakbonden zijn er om de solidariteit tussen alle werknemers over de hele wereld te organiseren en om de concurrentie tegen te gaan die de werkgevers organiseren. Die concurrentie hebben de werkgevers nodig om hun winstcijfers zo hoog mogelijk op te krikken. Om de logica van de concurrentie en het winstbejag te breken, is de strijd voor een rechtvaardige fiscaliteit een middel om de winsthonger van een minderheid te stillen. Het is dan ook niet meer dan normaal dat er een herstel komt van de overheidsinkomsten door belastingen op de winsten die bedrijven maken.
Werkgevers vergeten nog al eens gemakkelijk het feit dat de bedrijven voordeel halen uit de geïnde belastingen. Denk maar aan bepaalde realisaties van openbare diensten, zoals de aanleg en het onderhoud van wegen, bruggen, spoorlijnen, kanalen en de ontsluiting van industrieterreinen. 0f zelfs de creatie van openbare diensten die er specifiek op gericht zijn de economie te ondersteunen via bankgaranties , investeringsfondsen, de organisatie van bedrijfsopleidingen en dergelijke meer. Verder niet te vergeten de specifieke ondersteuning naar specifieke sectoren, denk maar aan de omvangrijke kapitaalsinjectie in het bankwezen. Bovendien heeft het bedrijfsleven baat bij een goed functionerende overheid die zorgt voor een vlotte dossierafhandeling, een goede bereikbaarheid, bewegwijzering , brandweer, afvalophaling en niet te vergeten het onderwijs. Zonder deze omkadering kan het bedrijfsleven niet werken en kunnen er ook geen winsten worden gerealiseerd. Is het dan niet logisch dat je van de bedrijven een rechtvaardige bijdrage vraagt?
Guido Deckers (ACV) - 14 november 2013
Bronnen:
- De Morgen – 08/11/2013
- http://www.pvda.be/nieuws/artikel/pvda-exclusief-1000-meest-winstgevende-bedrijven-betaalden-in-2012-617-belastingen-en-schrapten-1.html
- Ons Recht / november 2013 / p.12 – 13
- ACV – nota / Doc 2013 – 45 / Financiering van de sociale zekerheid: tax shift + AGB / Eerste ontwerp
- Waarom betalen wij belastingen? ABVV voorstellen voor een rechtvaardige fiscaliteit / P.16
- Knack / 13 november 2013 / p.30