Het stuk ‘Schaliegas is wereldschokkend’ van Filip Van den Abeele (DS 3 januari) is geen ordinair pamflet voor de olie-en gasindustrie waar hij als pijplijningenieur werkt. Van Den Abeele erkent problemen met de ontginning van schaliegas. Het grote probleem met zijn opinie is dat hij om de klimaatverandering heen fietst en niet bekijkt – en eigenlijk zelfs niet de vraag stelt - wat de door hem gewenste revolutie van het schaliegas betekent voor het klimaatbeleid.
Van Den Abeele is nochtans ‘vriend van de wetenschap’ in het VRT-programma ‘Ook getest op mensen’. Van zo iemand verwacht ik dat hij verschillende cruciale doelstellingen tegen elkaar kan afwegen, in dit geval ‘goedkope energie’ versus het ‘voorkomen van klimaatrampen’. Dat doet hij niet. Hij zegt dat schaliegas zo goedkoop is dat er geen weg omheen is. Punt. Wat buiten zijn berekeningen blijft, is de 'prijs' van zo’n visie die wars is van klimaatbeleid?
Ofwel hebben klimaatwetenschappers geen gelijk, en dan maakt het niet veel
uit of we nu voor schaliegas gaan of niet. Ofwel hebben ze wel gelijk - en
daar twijfelen nog maar weinigen aan - en dan moeten we dringend minder CO2
gaan uitstoten en Europa moet hier als rijk continent zeker de weg tonen. Is dringend minder CO2 gaan uitstoten compatibel met een schaliegasrevolutie? (Als België bijvoorbeeld zijn kerncentrales vervangt door schaliegascentrales, gaan we onvermijdelijk een pak meer CO2 in de lucht stoten.)
Die cruciale vraag negeert Van Den Abeele in feite. Hij erkent in een enkel zinnetje dat schaliegas funest is voor investeringen in hernieuwbare energie maar hij denkt niet na over wat dit betekent. En daar ligt het kalf nochtans gebonden. Als het energiebeleid kiest voor schaliegas, hoe wil je dan de groene revolutie die ons klimaat enigszins moet stabiliseren, realiseren? Hoe wil je dan burgers en bedrijven stimuleren om te investeren in hernieuwbare energie? Op die vragen geeft Van Den Abeele geen antwoord. Hij zegt gewoon ‘schaliegas is goedkoop’ en dus gaan we het massaal gebruiken, ook in Europa. Dat dit ons later – via de klimaatverandering – mogelijks veel meer zal kosten, raakt hij niet aan. Terwijl het juist gaat om de keuze tussen goedkopere energie nu of later minder schade door klimaatverandering. Wie ietwat vertrouwd is met de problematiek weet dat de gevraagde investeringen nu veel lager liggen dan de kosten van niet-handelen later (zie Nicholas Stern en anderen).
Van Den Abeele stelt gewoon dat het om prijsredenen onvermijdelijk is dat Europa volgt. Moet Europa dat zich inderdaad wil profileren als de avant-garde van de koolstofarme economie, om competitief te blijven ook schaliegas ontginnen? Het is een beetje zoals vragen: moet je in het kanaal springen omdat een ander het doet? Moet je een beetje gek zijn om competitief te zijn? Moeten we ons commercieel laten bestraffen omdat we het goede doen?
Deze kwestie is overigens razend actueel want de EU zal zich het komende
jaar bezinnen over haar klimaatdoelen en de doelen inzake
hernieuwbare energie. Naar verluidt wordt er hier en daar in de schoot van de Europese Commissie al aan gedacht om na 2020 de subsidiëring van hernieuwbare energie stop te zetten. Het uur van de waarheid nadert. Dit is een politieke keuze bij uitstek want een ding is meer dan duidelijk: als de overheden er niet voor zorgen dat investeren in hernieuwbare energie enigszins rendabel
is, zullen die investeringen ook niet gebeuren.
Waar het hem om gaat, is dat je met het stuk van Filip Van Den Abeele eigenlijk totaal niet weet wat zijn opinie nu beleidsmatig betekent. Moet er nog klimaatbeleid zijn en zo ja, hoe dan? Moeten we nog hernieuwbare energietargets stellen? Moeten we nog energie besparen of kunnen we gewoon weer zorgeloos stoken omdat het goedkoper wordt? Daarop komt zelfs geen begin van antwoord. Van iemand die zich opwerpt als wetenschappelijk vind ik dat een grote tekortkoming. Tenslotte is klimaatwetenschap ook wetenschap en is klimaatverandering niet een van de grootste uitdagingen waar we met zijn allen voorstaan? Een omstandig stuk schrijven waarin je het ongenuanceerd afbranden van schaliegas uitroept tot moedwillige blindheid maar dan vervolgens niet ingaan op een van de grootste problemen waar dat schaliegas ons voor plaatst, noem ik selectieve blindheid.
John Vandaele
Dit opiniestuk verscheen eerder in De Standaard van 7 januari 2014.