We vinden het normaal dat burgers belastingen betalen, omdat belastingen de inkomsten zijn die de overheid gebruikt om haar collectieve dienstverlening voor de ganse bevolking te financieren. Maar waarom zijn we toch zo voorzichtig als het over de belasting op de bedrijfswinsten gaat? Waarom gaan mensen te veel mee met de redenering dat bedrijven belasten een slechte zaak is voor de tewerkstelling? Uiteraard moeten we niet overdrijven, maar is een billijke belasting op de winsten die bedrijven maken niet meer dan normaal? Krijgen bedrijven dan niets terug van de overheid? Het tegendeel is waar: bedrijven worden meer in de watten gelegd dan de burgers!
Het is dankzij de overheid meneer!
Stel je eens voor dat de overheid geen middelen zou hebben voor de aanleg en het onderhoud van wegen, bruggen, spoorlijnen, kanalen, de ontsluiting van industrieterreinen, bewegwijzering, brandweer en afvalophaling. Gaan de werkgevers en de aandeelhouders dat dan zelf bekostigen? Het is toch maar dankzij de middelen die de overheid uit de belastingen haalt, dat deze kosten gedragen worden door de gemeenschap. Vergeten we vooral niet de ondersteuning van specifieke sectoren! Of zijn we de omvangrijke kapitaalsinjectie vergeten die het bankwezen van het failliet heeft gered? En het is dankzij het onderwijs dat de werkgevers kunnen rekenen op geschoolde werknemers. Want investeren in vorming en opleiding is zeker niet hun sterkste kant!
De wegwerpmens
Dat de overheid de werkgevers op hun wenken bedient om met zo weinig mogelijk mensen de winsten te maximaliseren, schijnen vele opiniemakers vandaag niet te zien! Zo hebben onze politici er voor gezorgd dat de werkgevers vandaag beschikken over wegwerpmensen. Of hoe moet je interimarbeid anders noemen? Een getuigenis van A. uit het Zwartboek Interim van de KAJ:” Op een dag riep de directie ons bij haar. Ze gaf een korte uiteenzetting en zei dat als we nog een fout zouden maken, we ’s anderendaags zouden ontslagen worden. Als we niet voldeden dan was er een grote wachtlijst na ons.’ Daar waar in België in 2000 nog net iets meer dan 300.000 mensen aan de slag moesten via interim, waren er dit in 2011 reeds 547.259!
Niet alleen beschikken de werkgevers over interimarbeiders die ze kunnen bedanken als men ze niet meer nodig heeft, ook kan men de werknemers dwingen om concurrentieel, super flexibel en goedkoop te werken. Hoe ze dat doen? Simpel, door te zeggen:” Wat? Jij wil meer loon? En jij wil niet flexibel werken? Er staan er genoeg te wachten die het wel willen doen voor minder!’ Een grote groep werklozen scherpt de concurrentie op de werkvloer aan. In zo’n omstandigheden kan elk wat minder presterende, oudere of zieke werknemer in een wip worden vervangen door een nieuw, uitgerust exemplaar dat voor het rapen ligt. Deze ijzeren marktlogica zorgt ervoor dat de werknemers zich uit de naad werken uit angst om te worden ingewisseld. Maar om dit systeem te laten werken, heb je natuurlijk politici nodig die zorgen dat een werkzoekende een zo laag mogelijke uitkering krijgt, zodat deze gedwongen wordt te voldoen aan de eisen van de werkgevers om te kunnen overleven. En daar hebben ze voor gezorgd: vanaf november 2012 werden de uitkeringen verminderd in de tijd tot een bedrag dat voor een gezinshoofd 31 procent en voor een alleenstaande 12 procent onder de Europese armoedenorm valt! Als gevolg van deze maatregel zullen 55.000 werklozen op 1 januari 2015 worden uitgesloten. Zij zullen ofwel bij het OCMW moeten aankloppen, ofwel een beroep moeten doen op hun familie.
Loon is een last, belastingen een pest
Volgens de werkgevers zijn de lonen in België een zware kost en moet de overheid hen helpen deze kost te drukken. Voor alle duidelijkheid: met die overheid bedoelt men de burgers die belastingen betalen! Niet de werkgevers? Neen, want die krijgen nu al meer terug van de overheid dan dat ze belastingen betalen. De belasting op de winst die bedrijven maken, heeft in 2012 zowat 12 miljard euro opgebracht. Maar de werkgevers kregen in 2011 een bedrag van 11 miljard euro aan verminderingen van bijdragen voor de sociale zekerheid en loonsubsidies. Daar bovenop heeft de regering beslist daar nog een schep van 1,35 miljard euro aan toe te voegen. Maar nog is het voor de verenigde werkgevers nooit genoeg! UNIZO en VBO vragen er 7 miljard euro bij te doen. VOKA vraagt zelfs om er 8,9 miljard van te maken!
Laten we nu de vergelijking eens maken met de bijdrage van de belasting op de winsten van de bedrijven en de belasting op arbeid. Onder de belasting op arbeid verstaan we de optelsom van de inkomsten uit de personenbelasting en de sociale bijdragen. In 2012 bedroeg deze 98 miljard euro. Tegenover de 12 miljard bedrijfsbelastingen, die dan nog eens volledig terugvloeien naar de werkgevers via subsidies, is dit op zijn zachtst gezegd een diepe kloof!
Ja, maar zijn de winsten dan niet aan de lage kant? Dat zijn ze niet! In 2012 telde het jaarlijkse onderzoek van Trends TOP, die 30.000 bedrijven onderzoekt, 24.178 ondernemingen die het boekjaar met winst afsloten. Samen rijfden ze iets meer dan 65 miljard euro binnen. Maar opgelet: vele grote ondernemingen realiseren enorme winsten, maar betalen nauwelijks of zelfs helemaal geen belastingen. Kleine ondernemingen doen dat wel en betalen dubbel zoveel belastingen als grote bedrijven. Holdings en financieringsvennootschappen betalen zo goed als geen belastingen. Het gemiddelde tarief voor grote ondernemingen ligt op 10,14 procent en voor kleine ondernemingen op 20 procent.
Dat bedrijven minder dan 33,99 procent belastingen betalen heeft te maken met de aftrekmogelijkheden die onze politici hebben goedgekeurd. Denk maar aan de notionele interest. Als voorbeeld nemen we het bedrijf dat in België in 2012 de hoogste nettowinst boekte: Bierbrouwer AB InBev. Dit bedrijf maakte in 2012 volgens de Trends Top een nettowinst van bijna 6 miljard euro. Hierop betaalde het geen 33,99 procent belastingen, maar slechts 0,0004 procent. Omgerekend betekent dit dat de overheid AB InBev een korting toestond van meer dan 2 miljard euro.
Dat is meer dan het bedrag dat nodig is om alle uitkeringen in België boven de Europese armoedegrens te tillen! Ter informatie: het leefloon in België bedraagt nu 817,36 euro per maand voor een alleenstaande en 1.089,82 euro voor een gezin. De Europese armoedegrens bedraagt voor ons land 1.000 euro voor een alleenstaande en 2.101 euro voor een gezin. Intussen blijft de armoede in ons land maar stijgen: zo leven 1 op de 5 kinderen, 1 op de 25 mensen met een job en 1 op de 5 gepensioneerden onder de armoedegrens!
Zelfs als het fout loopt, zorgt de overheid voor een minnelijke schikking
Het kan nogal eens goed fout lopen als kaderleden zich premies toekennen zonder daarop sociale bijdragen en belastingen te betalen. Maar geen nood! Wie geld heeft, hoeft de overheid niet te vrezen. Want met een minnelijke schikking kom je er zonder kleerscheuren vanaf. Een onderzoek naar het faillissement van Sabena, waardoor duizenden mensen in één klap hun job verloren, bracht aan het licht dat de nationale vliegmaatschappij werkte met een zwarte kas waarmee ze het loon van haar kaderleden verdubbelde. Dit was ten koste van het bedrijf, maar ook ten koste van de fiscus en van de sociale zekerheid. Hallucinant om te weten hoe Sabena met vernuftige financiële constructies leeggeplunderd werd en hoe de leden van de directie zich de laatste tien jaar persoonlijk verrijkten, terwijl het personeel moest inleveren. Een sleutelrol in deze constructie was weggelegd voor de verzekeringsmaatschappij Axa Assurances Vie Luxembourg. Eind 2011 sloot de verzekeraar een minnelijke schikking met het parket. Het voorstel: Axa betaalt een boete van 2 miljoen euro en ontsnapt zo aan vervolging.
In plaats van minnelijke schikkingen uit te delen aan corrupte directieleden, doet men er beter aan om maatregelen te nemen die fraude onmogelijk maken. Dat doe je via een volledige opheffing van het bankgeheim en door ervoor te zorgen dat er een administratie is die kan controleren. Hoe wil je nu dat een ambtenarenbestand dat op één hand te tellen is, alle bedrijven van Antwerpen controleert? Die paar ambtenaren moeten het dikwijls opnemen tegen tientallen advocaten zodra ze ook maar één ernstig dossier openen.
De Vlaamse cadeaupolitiek
In haast alle gemeenten wordt er bespaard, stijgen de gemeentebelastingen, wordt de dienstverlening verminderd en krimpt het personeelsbestand. De keuzes die onze politici maken, dragen een ideologische stempel die luistert naar de naam: neoliberalisme. In hun wedijver om bedrijven te lokken, doen gewesten en gemeenten er alles aan bedrijven zo weinig mogelijk belastingen te doen betalen. Een wedijver die er vooral op gericht is de bedrijven minder lokale belastingen te laten betalen. Dat gebeurde onder druk van de werkgeversorganisaties die deze belastingen ‘pestbelastingen’ noemen.
In dit kader sloot Vlaanderen in 2008 een lokaal pact af met de 308 gemeenten van het Vlaams Gewest. In ruil voor onder meer een gedeeltelijke overname van de schuld van de gemeenten door het gewest (tot max 100 euro per inwoner) moesten die zich engageren om een aantal lokale belastingen af te schaffen of niet te verhogen en geen nieuwe heffingen meer in te voeren zonder voorafgaande aankondiging.
Toen Philippe Muyters (N-VA) minister werd, maakte hij snel werk om een aantal werkgeverseisen van het VOKA door het parlement te jagen. Enkele voorbeelden.
Familiebedrijven waarvan de eigenaar overleed, moesten geen successierechten betalen, op voorwaarde dat de werkgelegenheid behouden bleef. Wat deed Muyters? Hij schrapte in 2009 deze voorwaarde.
In 2011 verving Muyters de maatregel door een nieuw fiscaal cadeau voor de bedrijven: de vrijstelling van schenkingsrechten: vanaf 2012 kon papa of mama zonder enige fiscale heffing te betalen, een volledig bedrijf cadeau doen aan hun kinderen. Voor alle duidelijkheid; het gaat hier niet alleen over slagers of bakkers. Ook een bedrijf met meer dan 100 mensen kan onder de regeling vallen.
Minister Muyters deelt samen met zijn sp.a-collega Ingrid Lieten, ook bedrijfssubsidies uit voor onderzoek en ontwikkeling. In 2011 beschikte men over een budget van 316 miljoen euro om de Vlaamse kenniseconomie te stimuleren. De helft daarvan gaat naar bedrijfsondersteuning. In 2011 ging 60 procent van die bedrijfsondersteuning naar slechts 10 bedrijven. Maar wat zien we? Die tien bedrijven schrapten samen een kwart van hun jobs: van 25.667 in 2003 ging het naar 19.027 in 2011. Nog maar eens bedrijfssubsidies zonder enige tewerkstellingsvoorwaarde!
Besluit: ‘Bedrijven moeten niet doen alsof de staat hen heeft uitgeperst als citroenen. De cijfers tonen aan dat ze in de voorbije jaren hebben kunnen rekenen op massieve belastingverlaging. Het is vooral de overheid die uitgeperst wordt.’ (ACV – persbericht, ‘Bedrijven in België uitgeperst als citroenen’, 18 november 2010)
Guido Deckers (Nationaal ACV-propagandist voor het thema rechtvaardige fiscaliteit) - 11 maart 2014
Bronnen:
- De wegwerpmens, Lief en leed van een interimmer, Tuur Viaene
- Zwartboek Interim, KAJ
- Opiniestuk: ’Hier schaaft men gratis’, Chris Serroyen ACV-studiedienst
- http://www.vlaams-netwerk-
- Het Pensioenspook, Gilbert De Swert
- ACV-nota over ondernemingsfiscaliteit, DOC.2014-05, Muriel Ruol
- Trends TOP, ‘Kleine bedrijven, grote nadelen’, december 2013
- Het Vlaanderen van De Wever p. 86 - 87, Koen Hostyn