“Een kwestie van verveling en zoeken naar kicks of zijn we gewoon onverschillig geworden?”
In dit artikel schets Janette Danyiova de achtergrond en de ernst van de discriminatie van Roma in de EU.
Een korte historiek van de opkomende rassenhaat
Roma vormen de grootste etnische minderheidsgroep in Europa, maar tegelijk ook de meest onderdrukte etnische groep in Europa. Bijna overal in Europa worden hun fundamentele mensenrechten hetzij bedreigd, hetzij fundamenteel geschonden. Het fenomeen van racistisch geweld, dat tegen hen is gericht, dateert voor wat Slowakije betreft, van 1993. Bedreigingen, beledigingen, slagen en verwondingen van gewoon op straat rondlopende Roma, markeren het begin van een opkomende rassenhaat. Gewelddadige aanvallen met koevoeten en messen, brandstichtingen van hun huizen en in brand steken van Roma die eerst met benzine werden overgoten, waren in 1995 al veel voorkomende verschijnselen. Voor meer gedetailleerde informatie over het gewelddadig racisme tussen 1993 en 1995 kan het goed gedocumenteerde rapport van 1997 van het European Roma Right Centrum, in het bijzonder het deel “Time of the Skinheads” worden geraadpleegd. Het European Roma Right Center[i] is een internationaal centrum dat de situatie van de Roma in Europa opvolgt met betrekking tot hun mensenrechten, en biedt ook rechtsbescherming aan in geval van inbreuk.
De eerste golf van migratie van Oost-Europese Roma naar West-Europa gebeurde in eerste instantie omwille van hun zoektocht naar bescherming en veiligheid. In West-Europa daarentegen werden berichten verspreid dat deze Roma vooral op zoek waren naar ‘geluk’. Hier werd alvast waarheid weg geschreven inzake de reden van deze migratie, omdat ze werd gestoeld louter op sociaaleconomische gronden. De Roma ontkenden hun kwetsbare sociale -en economische leefsituatie niet, maar deze was in tegenstelling tot wat in beleid en media werd geopperd het gevolg van hardnekkige en actieve discriminatie op verschillende levensdomeinen, zoals werkgelegenheid, onderwijs, gezondheidszorg en in de bejegening van administratieve overheidsdiensten.
Tijdens het communisme in Tsjecho-Slowakije had elke Roma werk. Roma waren vooral arbeiders. Slechts weinigen waren hoog opgeleid. Roma’ s hadden nog werk in die tijd en zin in het leven. Dit veranderde drastisch na de val van de muur in 1989. Het waren Roma die als eersten hun banen hebben verloren. Sindsdien is hierin geen verbetering gekomen, integendeel: de discriminatie op de arbeidsmarkt is alleen maar toegenomen. Maar intussen werden Roma niet gehoord, noch werd hun precaire leefsituatie in hun land van herkomst door West-Europa ernstig genomen. Getuige, ze werden niet erkend als vluchteling in West-Europese landen en men nam al vrij snel een start met de gedwongen terugkeer naar hun land van herkomst. Ook België gaat hier niet vrijuit en bevuilt haar handen. In 1999 organiseerde België een collectieve terugkeer van 74 Roma’s uit Gent en Tienen. Deze Roma werden gelokt naar de politiebureaus met een misleidende list. Ze werden opgeroepen om hun asieldossier te komen vervolledigen in het gemeentehuis, waarna ze onmiddellijk werden opgepakt en gerepatrieerd. Onder de uitgewezen Roma bevonden zich zowel uitgeprocedeerde als niet uitgeprocedeerde Roma asielzoekers. Een golf van protest tegen de uitwijzingen en een klacht bij het Europees Hof voor mensenrechten resulteerde in een veroordeling van België wegens schending van de mensenrechten in 2002. Dit is terug te vinden in het arrest bij European Court of Human Rights (ECHR).[ii]
Dit heeft niet verhinderd dat in 2004 Slowakije samen met andere Oost-Europese landen zoals Hongarije, Polen, Tsjechië, Slovenië enz., ondanks het blijvende racisme en de discriminatie van Roma, toch tot de Europese Unie toetraden, lees: werden toegelaten. Wie tot de Europese Unie toetreedt wordt beschouwd als een democratisch land toch? Voor vele Roma betekende dit een lakse en gevaarlijke zet van de Europese Unie. De Europese Unie verloor hiermee meteen ook haar gezag of autoriteit om deze landen, die zich schuldig maakten aan ernstige schendingen van de mensenrechten van Roma, te blijven vermanen. Het betekende voor vele Roma in Europa een Europese ontkenning van de schending van hun fundamentele mensenrechten in hun land van herkomst, die zich duidelijk meer en meer stoelt op grond van een veroordeling van ras en etnische afkomst. Een betutteling, een gesus en een misleiding door Europa, evenals een miskenning van de ernst van de situatie, zo kan het Europese beleid worden omschreven. De Europese Unie stelde dat het bestrijden van racisme en discriminatie nog steeds haar aandachtspunt blijft ten aanzien van deze landen. Dit, zo stelde men, zou het ‘EU-lidmaatschap’ van de nieuw toegetreden landen niet kunnen veranderen. Men zou te werk gaan middels nieuwe antidiscriminatie en antiracisme wetten, die een betere aanpak van racisme zouden garanderen. Hetzelfde werd verwacht van het oprichten van ombudsdiensten en het bevorderen van de integratie ten behoeve van Roma.
De fundamentele mensenrechten van Roma in de lidstaten van EU
Hoe ver zou je gaan als mens om zowel je leven als je menselijke waardigheid en die van je kinderen te beschermen en ervoor op te komen? Hoeveel leed en onrecht kun je als mens verdragen? Waar liggen de grenzen van de onderdrukking die je menselijke waardigheid aankan? Ik was diep getroffen en verontwaardigd en dit waren mijn eerste vragen bij de lichtzinnige aanpak sinds 2008 van het racisme en de hardnekkige discriminatie tegenover Roma in Europa. In 2009 zag ik per toeval op een Slowaakse televisiezender hoe Roma uit hun huizen werden gezet. Men zette Roma gezinnen gewoon op straat zonder hen enig ander alternatief te bieden. Kort daarna is men ook gestart met het optrekken van hoge muren die niet-Roma van Roma scheiden. Leven als Roma aan de rand van de maatschappij was blijkbaar in die landen niet voldoende voor de bevolking en ook niet voor de overheden. Men zou ze ook inkapselen en isoleren. De Slowaakse Staatssecretaris van het Ministerie van Arbeid, Sociale Zaken en Gezin, Lucia Nicholsonova, zei herhaaldelijk in de pers: “Het zijn enkel de strijders van mensenrechten die de muren bekritiseren en dramatiseren, in werkelijkheid is het niet zo erg”. Een geïnstitutionaliseerde rassensegregatie? Dit deed mij denken aan de ‘apartheid’ in Zuid-Afrika, dat werd gepredikt als een “goed nabuurschap en gescheiden ontwikkeling”. Ik geloofde mijn ogen niet: “Is dit echt aan het gebeuren?” Dat dit gebeurde en geaccepteerd werd in landen van de Europese Unie, deed voor me een alarmbel klinken. Het maakte me angstig.
In maart 2009 kwam in Slowakije, in de stad Kosice, een video aan het licht waarin te zien is hoe meerdere politieagenten 6 Roma kinderen zwaar mishandelen en in hun integriteit raken. De Roma kinderen werden gedwongen om elkaar in het gezicht te slaan, waarna ze elkaar moesten kussen. De politieagenten waren hierbij dolle aanzetters van geweld tussen kinderen volgens hun pervers of infantiel scenario. De kinderen werden verplicht om zich volledig uit te kleden, waarbij de politieagenten luidkeels lachten en de kinderen door hun dwingend optreden de angst om het lijf joegen. “Waar gaat onze beschaving naar toe?”, dacht ik toen. Mijn verontwaardiging en angst waren evengroot als het weerzinwekkende genot dat deze politieagenten beleefden. Dit was tegelijk ook een machtsmisbruik door autoriteitsbekleders en beschermers van het volk. Het deed mij denken aan het sadisme van het fascistische regime tijdens WOII. Al snel kwam ik tot het besef dat er iets ernstig mis is in Europa. Niet enkel omwille van de wrede daden en feiten, maar ook ingevolge de manier waarop men deze banaal ter uitvoering brengt en omdat ze onbestraft blijven. En, de Roma onbeschermd.
Slowakije
Toch, werd al in 2007 in de Slowaakse pers gealarmeerd voor de toename van de racistische aanslagen op Roma. Volgens een onderzoek in 2008 door het Instituut voor Publieke Zaken (IVO) is er in vergelijking met vorige jaren een aanzienlijke toename van rassenhaat en het schenden van mensenrechten vastgesteld. De Europese Commissie tegen Racisme en Intolerantie (ECRI) heeft in haar vierde periodiek verslag over Slowakije gepubliceerd (26 mei 2009) dat sinds 2006, toen de coalitieregering aan de macht kwam met de Slowaakse Nationale Partij (SNS) als coalitiepartner, een verontrustend racistische politiek discours steeds meer ingang vindt en toeneemt. Laatste is vooral gericht tegen de Hongaarse minderheid in Slowakije, alsook tegen Roma en de Joodse gemeenschap. Bovendien wordt in het verslag opgemerkt dat er geen maatregelen of sancties worden genomen. In dezelfde periode is er ook vanuit het European Roma Right Center een rapport gepubliceerd dat voor de periode van 2008 tot 2010 melding maakt van 75 aanvallen gepleegd op Roma in Tsjechië, Hongarije en Slowakije. De cijfers en vaststellingen zijn ernstig te nemen. Het gebruik van molotovcocktails, traangas, handgranaten en het gebruik van vuurwapens komt veelvoudig voor. Het European Roma Right Center wijst ook de overheden van Oost-Europese landen op hun falend beleid in de aanpak van dit racistisch geweld. De opkomst en groei van extreemrechtse partijen in Oost–Europa gaat gepaard met een enorme toename van geweld op Roma. Extreemrechtse partijen winnen in toenemende mate de sympathie van de burgers bij de verkiezingen.
Hongarije
Zo behaalde Jobbik, een extreemrechtse partij in Hongarije, 17 procent van de stemmen met een racistische campagne tegen Roma. Door de Hongaarse straten patrouilleren burgermilities in uniformen. Zij zijn deel van de ‘Burgerwacht voor een Betere Toekomst’, die een paramilitaire organisatie is, verbonden met Jobbik. Deze Hongaarse Garde wordt door de pers benoemd als fascistisch en antisemitisch. In 2008 en 2009 hadden in Hongarije een reeks racistische aanslagen plaats op Roma burgers. Er werden aanslagen gepleegd op 16 Roma huizen (lees: gezinnen) met brandende molotovcocktails, en er werden 63 kogels afgevuurd. Van 55 slachtoffers van deze aanslagen waren er vijf Roma zwaar gewoond, 6 Roma werden gedood, waaronder ook twee kleine kinderen. Later werd door officiële bronnen bekend gemaakt dat de politie hierover was ingelicht en niet heeft ingegrepen. De film Just the wind [iii] is gebaseerd op de gebeurtenissen en aanslagen in Hongarije.
De Hongaarse garde werd officieel ontbonden, en dus verboden in 2009. Echter, dit belet niet dat deze groep op heden de vrijheid heeft om zich publiek op straat te manifesteren. In 2010 marcheerden ze met duizenden leden door Roma wijken. Vele Roma werden geëvacueerd uit vrees voor intimidatie en geweld. En dit in 2012. Ze organiseerden een bijeenkomst waarna ze uitrukten naar de Roma wijken, er met veel machtsvertoon doorheen marcheerden, de Roma tot oorlog opriepen en de uitslag al meteen luidkeels de straten inriepen: “Jullie zullen hier sterven!”. Recentelijk werd in Hongarije een Roma garde opgericht ter verdediging en bescherming tegen de neonazi’s, omdat Roma er niet kunnen rekenen op bescherming door de overheid. De spanning in Hongarije is zeer hoog. Maar niet alleen daar.
Tsjechië
In Tsjechië verspreidt men vandaag zelfs rassenhaat via de openbare omroep. Een extremistische Nationalistische Partij in Tsjechië zond een televisiespot uit waarin wordt opgeroepen tot “een finale oplossing van het zigeunervraagstuk”. Ook in Slowakije maakten de politieke extreemrechtse partijen gebruik van racistische slogans en wonnen met dit politiek programma 12 procent van de stemmen.
Servië
In Servië werd in 2011 een Roma jongen op weg naar school aangevallen en beledigd door drie mannen . Er zijn ook verschillende getuigenissen bekend van politiegeweld tegen Roma. In Servië worden Roma ook weggedreven uit hun huizen. Uit een recente bezoek van de kinderrechtencommissaris uit België blijkt dat Roma in Servië in extreme armoede leven, geïsoleerd van de rest van de maatschappij. Ze zijn regelmatig het doelwit van racistische aanslagen.
Macedonië
In Macedonië is in 2011 een Roma jongen van 17 jaar aangevallen en neergestoken door een niet Roma jongen. Reden: verkeerde etniciteit.
Bulgarije
In Bulgarije heeft de dood van een jonge man die geraakt werd door een voertuig in 2011 geleid tot gewelddadige antiRoma demonstraties. Waar is de link?
Rusland
Ook in Rusland werden er verscheidene gevallen van politiegeweld tegen Roma gemeld. In januari 2012 had een georganiseerde aanval plaats op een van de Roma nederzettingen. Ze werd gepleegd door de politie van Uzgorod, Oekraïne. Roma, waaronder vrouwen en kinderen, werden geslagen, uitgescholden en er werd zelfs traangas gebruikt.
Italië
Maar, ook in West-Europa zijn de Roma steeds meer het middelpunt van racisme geworden. En dat is verontrustend, dichter bij huis, en plaats vindend onder het oog van de erfgenamen van de Verlichting. In Italië voeren extreemrechste partijen al langer een openlijk racistisch vertoog tegen Roma. De inzet van media ter verspreiding van haat tegen Roma is in Italië al langer een realiteit. In 2007 werd in Rome een Roma kamp belaagd met brandbommen. De burgemeester liet vervolgens dit Roma kamp ontruimen en vernietigen. In 2008 besloot de Italiaanse Minister van Binnenlandse Zaken, Roberto Maroni, om Roma kampen te ontruimen en de Roma te deporteren. Kort nadien werd in Napels een kamp met molotovcocktails bestookt en werden de bewoners met stenen verjaagt, zoals men al eens ook met rondhangende honden doet. In die periode werden er dus duizenden Roma’s in Italië uit hun kampen verdreven en werden hun huizen vernietigd. Dit zet zich verder tot op vandaag. In 2011 heeft het European Roma Right Centrum vier gewelddadige massale aanvallen tegen Roma in Italië geregistreerd, waarbij huizen in brand werden gestoken en gewapende aanvallen plaats vonden. Na een valse beschuldiging van verkrachting door een Roma in Noord-Italië, volgde een reeks gewelddadige aanvallen op een Roma nederzetting. Uit een onderzoek door het European Roma Right Centrum in 2011 bleek dat 26% van de Roma vrouwen in Italië, slachtoffers waren van aanslagen door politie met inbegrip van fysieke geweld, vernederende behandeling, verbaal geweld en seksuele intimidatie.
Frankrijk
Volgens de melding van het European Roma Right Centrum zijn er in Frankrijk verschillende aanvallen op Roma gemeld en klachten ingediend, maar weinig werden onderzocht en vervolgd. Brandstichting van Roma huizen waarvan er zeven werden gemeld, resulteerde in een dode Roma, zonder gevolg. In Frankrijk werd onder het presidentschap van Nicolas Sarkozy aangekondigd om Roma kampen te liquideren en de Roma te deporteren. De Europese Unie heeft toen Frankrijk kritisch vermaand inzake haar gevoerde beleid terzake. In 2012 heeft de nieuwe president van Frankrijk, François Hollande, echter de praktijk van toenmalige president Sarkozy ongewijzigd kunnen verder zetten. Roma in Frankrijk worden ook op heden weggedreven en verjaagd. In 2012 heeft Frankrijk een akkoord bereikt met de overheid in Roemenië om Roma terug te sturen. Roemenië heeft hierbij de belofte gemaakt dat ze de integratie van hun Roma zullen ondersteunen. Dit voornemen lijkt niet te conflicteren met een beleid in Roemenië dat Roma isoleert door het optrekken van muren en hen gevangen neemt in een onleefbare situatie. In de getuigenis van Roma en een bericht onlangs op de BBC wordt deze situatie ook bevestigd: ‘We are like prisoners here’, dixit Roma in Roemenië. Maar de overheid stelt welgemeend dat ze deze muren optrekt « voor hun eigen veiligheid ». Verder stellen ze zich weinig vragen. Men aanvaardt dat Roma een bedreigde diersoort is. In 2010 heeft de Roemeense Minister van Buitenlandse Zaken in het openbaar ook gesuggereerd dat Roma genetisch voorbestemd zijn voor de criminaliteit. De parlementsleden in Roemenië hebben ook een goede legislatieve poging ondernomen om de naam ‘Roma’ officieel te wijzigen in ‘zigeuner’, om zo het kaf van het koren te scheiden en de verwarring met de naam ‘Roemenen’ te vermijden.
Griekenland
In Griekenland is het racisme ook fors toegenomen. Recent werd er melding gemaakt van honderden racistische aanvallen gepleegd op migranten en etnische minderheden in amper een half jaar tijd. In amper drie weken tijd (augustus 2012) werden er 20 migranten neergestoken. In Griekenland manifesteert zich de politieke partij « Gouden Dageraad » met racistische uitspraken en gewelddaden. Voorafgaand aan de verkiezingen verklaarde het parlementslid Panagiotaros het volgende : Als « Gouden Dageraad » deel wordt van het parlement, zullen we overgaan tot aanvallen op ziekenhuizen en crèches. Doel : migranten en illegalen de straat opvegen, zo dat plaats kan worden geruimd voor de ‘Grieken’. Hou nog even vol en neem nog verder kennis van het lot van Roma in Europa.
Duitsland
Jammer genoeg, maar Duitsland doet het ook niet beter. Een reeks moorden en aanslagen op migranten, in de pers de ‘kebabmoorden’ genoemd, hebben Duitsland in grote beroering gebracht. In 2012 uit een berichtgeving van de federale politie van Duitsland, werd het land gewaarschuwd voor grote neofascistische aanslagen, maar dit keer niet enkel gericht tegen migranten, maar ook tegen politie, prominenten en politici.
Groot-Brittanië
In Groot-Brittanië hadden in augustus 2012 verschillende onverwachte razzia’s plaats gericht tegen Roma van Slowakije en Tsjechië. Ze werden geïnstrueerd door de overheid begaan met « welzijn » van kinderen, het evenbeen van de Bijzondere Jeugdzorg in België, waarbij onaangekondigd werd beslist tot plaatsing van Roma kinderen. Volgens de officiële bronnen van Slowakije en de getuigenissen van Roma in Groot-Britanië, werden Roma ouders en kinderen niet vooraf betrokken of aangesproken door de diensten voor kinderbescherming. En, zelfs na de plaatsing van hun kinderen werden ouders en kinderen niet geïnformeerd over de reden van plaatsing, van wegrukken van kinderen uit hun gezin. Het Britse Ministerie bracht geen verklaring op de vraag van de Slowaakse overheid inzake dit intrusief optreden, en de getroffen Roma families werden onder druk gezet door diensten « welzijn » om niet het woord tot de pers te richten. Toch en gelukkig maar hebben verschillende Roma families wel het lef gehad om de pers te woord te staan en hebben hun getuigenis gebracht, ondanks de angst bij Roma gezinnen om hun kinderen te verliezen. En deze angst heeft goede grond, omdat in Engeland de procedure van de gedwongen adoptie gangbaar binnen welzijn al start in geval na een termijn van 1 jaar na plaatsing in een pleeggezin er wordt geoordeeld dat een terugkeer naar het gezin van herkomst – uiteraard omwille van het belang van het kind – niet mogelijk is. Een Britse advokaat heeft in de pers getuigt dat de procedure binnen welzijn van de gedwongen adoptie in Groot-Britanië eigenlijk een business is geworden. Hij beschuldigt de Britse overheid van kinderhandel. Wat in deze zaak vooral opvalt, is dat deze operatie en haar onderliggende motieven vergrendeld worden voor openbaarheid, getuige het ontbreken van gewag hierover in de Belgische pers. Op vandaag leven aldus ook Roma gezinnen in Groot-Britannië met hun kinderen in angst.
België
In 2006 had ook in België racistisch geweld plaats. Voorbeeld: de zaak van Hans van Themsche en kort nadien de racistische aanslag met vier messteken op een Slowaakse Roma jongen uit Tienen, om maar enkele te noemen. Laatste betrof mijn broer. Destijds waren we Slowakije ontvlucht precies omwille van het racisme en de dreiging die we ervaarden van extreemrechste partijen en neonazi’ s. En in het land waar we dachten geborgen te zijn en veiligheid te vinden, werden we andermaal geraakt.
ANNO 2012
Volgens het rapport (2012) van het Europees Netwerk tegen Racisme (ENAR) zijn zwarten, moslims en zigeuners het meest kwetsbaar voor racisme en discriminatie. Het Europees Netwerk tegen Racisme stelt aan de kaak dat er geen enkel officiëel rapport met cijfers of een specifieke analyse rond dit probleem bestaat in België. Racisme is een ‘structurele realiteit’ ook in Belgie, stelt ENAR. Het leven van de Roma in België, die in precaire leefomstandigheden vertoeven, wordt om de dag ook steeds schrijnender. Wonen in kraakpanden en leven op straat met kinderen, is een bekend gegeven ook voor de burgers die in de zelfde stad wel beschikken over een woonst. Bedelende Roma zijn deel van ons straatbeeld geworden. Er is geen oplossing, noch een begin ervan gemaakt.
We willen een kleine tussentijdse maar niet mis te verstane conclusie maken: Roma worden stelselmatig in geheel Europa uit hun kampen en huizen gezet.
Extremistische politieke partijen en het verspreiden van haat middels het vrij hanteren van een anti-Roma retoriek en acties, is heden een realiteit in Europa. Het gebeurt bij ons, in ons bed dus, ons nest.
In Slowakije was men al meer dan vijf jaar bezig met een praktijk van wegdrijven van Roma. In 2012, heeft men in Slowakije echter nog een stap verder gezet met het systematisch vernietigen van huizen van Roma. Er werden zelfs gronden in Krasna Nad Horkou, waar vele Roma wonen, verkocht aan de leider van een extreemrechtse groep, Marian Kotleba, die ook op politiek vlak actief is. In 2010 heeft hij de politieke partij LSNS (Ludova Strana Nase Slovensko) opgericht en zich verkiesbaar gesteld. Onlangs heeft hij niet mis te verstaan laten weten dat hij orde op zaken zal stellen wat de Roma betreft.
Roma intimideren en het verspreiden van berichten van intolerantie gericht tegen etnische en religieuze minderheden is vandaag een verontrustende, maar te weinig besproken en onderkende realiteit. Het racistisch geweld op Roma neemt elke dag ook fors toe. Een voorbeeld van de gebeurtenis dateert van juni 2012 en had plaats in de stad Hurbanovo in Slowakije waar een politieagent in burger naar een Roma wijk trok, en in het wilde weg begon te schieten op Roma burgers. Drie Roma mannen werden doodgeschoten. Na de begrafenis van deze drie overleden Roma, werd ik nog dieper geschokt door nieuws over wat daarop volgde. Amper een week of twee na de begrafenisplechtigheid kreeg een extreemrechtse groep, onder leiding van de bekende extreem rechtse nationalist Marian Kotleba, de toelating van de burgemeester van de stad Hurbanovo Margita Zemkova om een bijeenkomst te houden op de plaats van de dramatische gebeurtenis en niet minder dan vlak tegenover het huis van de nabestaanden van de overleden gezinsleden.
Op de bijeenkomst zelf werd de politieagent, de dader van de drie moorden, als ‘held’ van het Slowaakse blanke ras vereerd. Roma hebben dus blijkbaar ook hun recht om te rouwen verloren. Hoe ver kan je gaan in ontmenselijken?
Wat opvallend is bij al deze praktijken zijn de motivatie en de uitspraken ter rechtvaardiging van dit handelen. “De Roma wonen in onhygiënische, erbarmelijke huizen en we doen dit voor hun eigen welzijn en veiligheid”, dixit de verantwoordelijke overheden in Europa. Welzijn wordt als grond van dit handelen ingeroepen. Wat een hypocrisie. Eerst worden Roma gediscrimineerd en gemarginaliseerd, waarbij hen alle kansen ontnomen worden om een menswaardig leven te kunnen uitbouwen en leiden. Vervolgens, worden hen zelfs hun nog beperkte overlevingsmogelijkheden ontnomen en veroordeeld. En dit wordt dan grond van een rechtvaardig optreden. In deze beweging wordt ook allle verantwoordelijkheid voor de mensonwaardige levensomstandigheden boutweg aan de Roma zelf aangerekend. Meer nog, de extreme armoede met alle mensonwaardige vormen die extreme armoede en marginaliteit kent, wordt kortweg aan ‘etniciteit’ gekoppeld, aan Roma zijn. Men spreekt niet over armoede en sociale uitsluiting, alsook niet over discriminatie, maar over onverantwoordelijk gedrag en leefwijze van Roma ingevolge hun etniciteit (hun onfortuinlijk gen). Ze hebben een genetische afwijking, die onveranderbaar en dus onoplosbaar is. Men predikt dan ook meer en meer een radicale oplossing. Het gevaar voor een herhaling van de geschiedenis is geen angstige gedachte, maar wordt steeds meer en meer dreigend reëel.
“Europa slaagt er niet in om Roma te beschermen tegen racistisch geweld” [iv]
In een recent verslag van Amnesty Internationaal 2014 (WE ASK FOR JUSTICE! – We vragen om gerechtigheid!), stelt Amnesty Internationaal vast dat Europa er niet in slaagt om het toenemende racisme tegen Roma te stoppen en om Roma te beschermen. Het verslag geeft een aantal feiten weer over de toename van anti-Roma protesten met geweld in vele Roma wijken. “Toen ik het zag, dacht ik….misschien is dit wat het was tijdens het Hitler tijdperk”, vertelt Michal, een Roma man uit Ceske Budejovice in Tsjechië tijdens een interview met Amnesty Internationaal.
In 2013 hebben Tsjechische extreemrechtse groeperingen een serie van anti-Roma protesten georganiseerd in een tiental steden. Tijdens de marsen in Roma wijken riepen ze herhaaldelijk op tot haat tegen Roma en gebruikten ze een intimiderende tactiek . De eerste demonstratie in Ceske Budejovice vond plaats op 29 juni 2013. Meer dan duizend leden van extreem rechtse groepen verzamelden zich in het centrum van de stad en trokken naar de wijk ‘Maj’. Ze schreeuwden “zwarte varkens” terwijl ze met granaten en glazen flessen naar de huizen van de Roma inwoners gooiden. Er werden ook verschillende brandstichtingen vastgesteld. Deze marsen werden georganiseerd door onder meer extreem rechtse politieke partijen, zoals de Arbeiderspartij voor Sociale Rechtvaardigheid (Delnicka Strana Socialni spravedlnosti, DSSS). Deze politieke partijen hebben een sterk anti-Roma politieke agenda en hanteren een sterke anti-Roma retoriek.
Tijdens de anti-Roma marsen in de Roma wijken riepen de demonstranten racistische slogans tegen Roma. Een deel van de demonstranten had het voornemen om Roma met geweld aan te vallen. De politie die er aanwezig was, was vooral gefocust op het scheiden van Roma en niet-Roma burgers. De meeste Roma bewoners keken hulpeloos en doodsbang uit hun ramen naar de gewelddadige demonstraties. Deze anti-Roma marsen werden gedurende enkele weken op zaterdagen herhaald. De grootste anti-Roma mars vond plaat op 6 juli 2013. De extreemrechtse groep demonstreerde en dook op, op het moment dat vele Roma ouders met hun kinderen in de lokale speeltuin speelden. Martina, een Roma inwoner vertelt in een interview met Amnesty Internationaal: “Mijn zus was op haar balkon met uitzicht op de speeltuin en ze begon te schreeuwen: ‘Ren terug naar huis, ze zijn er weer!’. We namen de kinderen en begonnen te rennen”. De kinderen werden bijzonder zwaar getroffen door de herhaalde anti-Roma marsen, acht marsen in totaal. De Roma voelen zich niet meer veilig op straat en in hun wijk, noch in hun eigen huis.
Deze anti-Roma marsen hebben ook invloed op de relatie tussen Roma en niet-Roma inwoners in de wijken. Op 14 juli 2013 na de anti-Roma protesten in de wijk ‘Maj’, probeerde een man een huis van een Roma gezin in brand te steken. Een van de vrouwen, die de man benzine zag gieten onder het raam van een Roma gezin, riep om hulp. De man werd door de politie gearresteerd. Het onderzoek van de zaak werd eind 2013 gesloten. In deze zaak gold de beschuldiging enkel een in gevaar brengen van bewoners. In de aanklacht werd geen vermelding gemaakt van een mogelijk racistisch motief. Tijdens de hoorzitting op 10 december 2013 werd door de verdachte aangevoerd dat hij niets had tegen Roma. Hij zou naar verluidt dronken geweest zijn tijdens het incident. Een psycholoog die een deskundig advies in januari 2014 presenteerde zei dat het mogelijk was dat de man gehandeld heeft onder invloed van alcohol en dat hij eveneens zou beïnvloed zijn door de anti-Roma protesten en gebeurtenissen in de Roma wijk. De bewoners van de wijk Maj in Ceske Budejovice leven in een ondraaglijke angst. Ze zijn bang om nog met hun kinderen naar buiten te komen uit angst dat er terug onverwachte anti-Roma protesten plaats zouden vinden.
Na de eerste mars in juni 2013 heeft de politie een aantal maatregelen genomen ter bescherming van de Roma gemeenschap.. Toch is de plaatselijke overheid uitermate traag in een ondubbelzinnig en concreet veroordelen van racistische marsen die plaats vinden in Ceske Budejovice en elders in Tsjechië.
“Er is een duidelijke stijging van de frequentie van de anti-Roma geweld in Europa in de afgelopen jaren. De reactie op dit alarmerend verschijnsel is jammerlijk ontoereikend geweest. Het is onaanvaardbaar dat in het hedendaagse Europa een aantal Roma gemeenschappen leven onder constante dreiging van geweld,“ zei John Dalhuisen, programma-directeur voor Europa en Centraal Azië bij Amnesty Internationaal.
Horen wij Roma het woord nemen?
Roma kennen een lange geschiedenis van onderdrukking en uitsluiting, en zijn doorheen de geschiedenis al altijd zondebok geweest. Een zondebok is doorgaans goede camouflage voor wat er grondig misloopt in de samenleving. Het gebeurt ook dat men hen daarenboven een misplaatste identificatie met het slachtofferschap verwijt. Zeker is dat Roma vaak slachtoffer zijn geweest, maar zij hebben hierop eerder gereageerd met een diep geworteld weten zelf voor het overleven te moeten instaan en hiervoor zelf verantwoordelijkheid te moeten opnemen. Het is veeleer opvallend dat ze niet een slachtofferpositie opeisen, maar redden wat er te redden valt, voor hun kinderen en familie. Het is eerde zo dat de ontkenning van hun maatschappelijke positie waarbij hun menselijke waardigheid ernstig aangetast wordt, en hun leven zelfs bedreigt, maakt dat het verwijt aan hun adres van slachtofferschap hen bovendien ook een heel ‘menselijke’ reactie ontneemt. Nog een verdere stap in ontmenselijking van Roma. Niet tegenstaande dat de Roma sinds de val van de muur in 1989 degelijk het slachtoffer zijn geworden van verrechtsing, hebben zij zich eerder onderworpen aan de machten die hen onderdrukken, en dit zonder luid geschreeuw. Het is eerder zo dat men hun stem niet hoort, ook niet in de hoedanigheid van slachtoffer. Zeer kenmerkend in de geschiedenis van onderdrukking van Roma is dat ze amper voor hun menselijke waardigheid en rechten durven op te komen. Omdat ze angst hebben voor nog meer repressie.
De extreme armoede, sociale uitsluiting en discriminatie koppelen aan etniciteit waar geen oplossing voor bestaat, is meer dan een intellectuele (on)bewuste misvatting, het is een misleiding met gevaar voor een verdeeldheid onder Roma zelf.
De verdeeldheid onder Roma en niet-Roma is gegroeid door een bewuste politiek van verdeel en heers, waarbij de Roma in een isolement worden geduwd. Maar, de politiek van divide et impera en de angstinductie heeft ook haar effecten onder de Roma zelf.
Tegelijk wordt hier een intens verlangen van de mens om erkend te worden door de ander voor Roma verdonkeremaand. Het verlangen om erbij te horen, om gerespecteerd en door de ander erkend te worden is menselijk en aldus ook geldig voor Roma. Het is van belang dat ook Roma zich van hun diep menselijk verlangen voldoende bewust zijn en hiervoor opkomen. Zich minderwaardig voelen omdat men jou minderwaardig acht, is een gevolg voor elkeen die voorwerp is van discriminatie en racisme. Laatste heeft gevolgen voor de wijze waarop men al dan niet voor zijn verlangen naar erkenning opkomt en zich hierbij richt tot de ander. Op heden wordt er niet onvoorwaardelijk geantwoord op deze fundamenteel menselijke wens en fundamenteel menselijk recht, maar nodigt men Roma uit om eerst te bewijzen dat ze dit recht waardig te zijn. Roma worden dan uitgenodigd tot deelname aan een strijd waarin ze moeten bewijzen dat ze voldoende geïntegreerd zijn, voorwaarde voor het genieten van erkenning dor de ander en toepassing van hun mensenrechten. Deze “uitnodiging” is een valkuil waar vele Roma breedbeens inlopen. Roma onderwerpen zich aan deze vereiste of voorwaarden. Het is trouwens ook een goed mechaniek om Roma te verdelen binnen de eigen gemeenschap tussen ‘goed geïntegreerde Roma en Roma die onvoldoende weerstand hebben kunnen bieden, aan de genetisch afwijking die hun etniciteit bepaalt en hen tot parasieten maakt. De etniciteit en identiteit van Roma wordt in het huidig discours over Roma gelijk gesteld met marginaal en parasitair. Gevolg is dat alle Roma, deze levend in armoede en deze die eraan zijn ontsnapt, de ‘goed geïntegreerde Roma’, allemaal in de zak van de onaangepaste parasiet worden ondergebracht. Ofschoon de situatie van Roma heel verscheiden is, is de politieke benadering van Roma daarentegen ongedifferentieerd. Ze is, zoveel is intussen duidelijk, een globale discriminatie van een etnische groep. Het Roma probleem is een probleem van een etnische groep. Het gevolg van deze definiëring van het probleem en de hiermee verbonden uniforme aanpak is dat Roma zich trachten te onderscheiden, met als mogelijk gevolg het ontstaan van verdeeldheid en onverdraagzaamheid ook tussen Roma zelf. Hun krachten worden in sociale strijd niet gebundeld, maar steeds meer en meer verdund en ontwapend. De goed geïntegreerde Roma, die denkt in vrijheid te leven en anders te zijn dan de Roma die in armoede en marginaliteit leeft, maakt zich een illusie. Het is van belang dat Roma zich bewust kunnen worden van hun situatie, waarin niet armoede aan de orde wordt gesteld, maar etniciteit. De eis tot integratie is een foef, een schaamlapje voor politiek van segregatie en uitsluiting van een gehele groep.
In de probleemdefiniëring is elke Roma gelijk. En het antwoord van de Roma dient best niet gezocht in een aantonen van de eigen aangepastheid, integratie en onderscheid met Roma die dit niet zijn. Het is noodzakelijk voor Roma dat ze deze valkuilen die de Roma onderling zou kunnen verdelen, kunnen opmerken en ontwaren. Zo dat ze met zijn allen opkomen en een stem opnemen ten voordele van fundamentele mensenrechten en menselijke waardigheid. Dit laatste is denk ik niet langer enkel een recht, maar wordt een plicht in een maatschappij die steeds meer afdrijft in discriminatie, ongelijkheid… een samenleving waarvan ook Roma deel zijn.
Selectieve verontwaardiging: Het is nog niet zo erg, toch?
Het is opvallend dat in gesprek met niet Roma (dit is al veel minder het geval in een gesprek met Roma) over de situatie van Roma in Europa dat er onwetend tot zelfs geïrriteerd reageert: “Het is toch niet zo erg, niet?” Neen, inderdaad, als men vindt dat het dodenaantal van de Roma omwille van welke reden of grond dan ook, te minimaliseren valt. “Ze worden toch niet naar de dodenkamers gebracht, zoals tijdens de Holocaust is gebeurd?”. Neen, inderdaad, ‘nog’ niet. Maar moet men daar dan op wachten dan? De stijgende cijfers van het dodenaantal van Roma burgers in Europa spreken voor zich. Het doet wel denken aan een nieuwe versie van een Endlösung[v], om de eenvoudige reden dat Roma in Europa niet als mensen worden beschouwd. Hun rechten worden fundamenteel geschonden. Ze zijn "ondermensen" en in het beste geval wordt hen nog gevraagd om aan te tonen dat ze mens zijn (lees: mogelijkheden hebben tot integratie).
Wat maakt dat men door de brutale moorden op Roma niet gealarmeerd is, maar ze eerder “normaal” vindt, aanvaardbaar? Hoe kunnen we het gebrek aan verontwaardiging begrijpen? Onlangs is er in Frankrijk een brutale moord gebeurt van een Brits gezin waarbij enkel een vierjarig meisje het heeft overleefd . Iedereen in Frankrijk, maar ook hier in België was geschokt. Dit is een normale menselijke reactie, waarbij de brutaliteit van zo’n gebeurtenis en daad choqueert. Geraken we nog maar enkel selectief verontwaardigd dan? De onverschilligheid en het minimaliseren van de ernst als het over het leven van een Roma gaat, toont niet enkel het gebrek aan empathie aan, maar ook een intellectueel defect. Roma activisten hebben samen met mensenrechtenorganisaties tot nog toe op beleefde en diplomatische wijze gewerkt. Maar aangezien er geen gehoor wordt gevonden, concludeert men op deze civiele weg van verontwaardiging. Wat achter dit besluit ligt, is onmacht en angst en al haar mogelijke derivaten, mogelijks ook geweld verzet. Zeker is dat het non-vertoog en het in de steek gelaten worden ingevolge van een “non-beleid” verder inzet op een ontmenselijken, maar dan niet enkel van Roma, ook van de toeschouwers.
Janette Danyiova (Roma Activiste, Gent)
Bronnen:
[i] European Roma Right Centre (ERRC) : The European Roma Rights Centre (ERRC) is an international public interest law organisation working to combat anti-Romani racism and human rights abuse of Roma through strategic litigation, research and policy development, advocacy and human rights education. www.errc.org
[ii] European Court of Human Rights ‘HUDOC’: Arrest ECHR 2002 in de zaak Conka/Belgische Staat. België werd veroordeeld wegens het organiseren van collectieve uitwijzingen eind 1999 van Roma zigeuners. Het Hof stelt dat de Belgische praktijk een schending inhoudt van artikel 4 van het 4de protokol van het EVRM. Bovendien werd België veroordeeld wegens de schending van het recht op persoonlijke vrijheid zoals geformuleerd in artikel 5, 1 en 4 van het E.V.R.M. omdat de zigeuners, in casu de familie Conka, met een list naar het politiebureau te Gent werden gelokt. Ten derde schendt België artikel 13 van het E.V.R.M. (Recht op een daadwerkelijk Rechtsmiddel) omdat het feitelijk onmogelijk was voor de familie Conka om de voorziene beroepen tegen hun uitwijzing in te dienen. Ten laatste stelt het arrest ook dat artikel 13 geschonden werd omdat er werd overgegaan tot uitwijzing van de familie Conka tegen het feit in dat er nog een procedure hangende was bij de Raad van State. U vindt het arrest op http://www.echr.coe.int/hudoc.
[iii] Just the Wind (Hungarian: Csak a szél, 2012) is een Hongaars drama geregisseerd door Benedek Fliegauf. The film nam was inzet in de competitie van de 62ste Berlijns Internationaal Film Festival, waar het Grote Prijs van de Jury won. The film werd geselecteerd als de Hongaarse inzet voor de Best Foreign Language Oscar op de 85ste Academy Awards.
[iv] Amnesty Internationaal, april 2014: “WE ASK FOR JUSTICE”, EUROPE' S FAILURE TO PROTECT ROMA FROM RACIST VIOLENCE
[v] Endlösung: Untermenschen (Duits voor “ondermensen”) genoemd werden. Naast Joden waren dit onder andere zigeuners, gehandicapten, communisten en homoseksuelen.