Koopkrachtplakkaat

EnergieplakkaatC

173646265 10222054268599783 1356797931624160070 n

Delen van artikels

De regeringspartijen houden over het algemeen stand, ondanks lichte schade. Hun stemmenverlies leidt ook niet altijd tot minder zetels. Dit resultaat zal natuurlijk door de partijen van de regerende tripartite gezien worden als een vrijgeleide voor de voortzetting van hun beleid van soberheid en het afwentelen van de crisis op de bevolking. De grote verliezers zijn het Vlaams belang langs Vlaamse kant en Ecolo in het Franstalige landsgedeelte. De partij van Dewinter verschrompelt en zet hiermee de steile neerwaartse trend verder. De stemmen van het Vlaams Belang zijn massaal gemigreerd naar de partij van Bart De Wever. Ecolo wordt niet meer gesmaakt in Brussel en Wallonië en verliest tot twee derde van haar zetels.

De electorale doorbraak van de PVDA/PTB-GO met acht zetels, waarvan twee in het federale parlement, is historisch. Het is sinds 1985 geleden dat er nog verkozenen links van de sp.a en de PS zetelen in de parlementen. Deze uitslag wijst naar een duidelijke maatschappelijke trend in de volkswijken en in de arbeidersbeweging. Deze kleine maar significante radicalisering naar links is al een tijdje merkbaar. De peilingen duidden dit al een tijdje aan. Deze verkiezingen hebben hieraan gestalte gegeven in Wallonië (waar de PTB-GO nu de vijfde partij is van de regio) en in Brussel. In een veel moeilijkere politieke omgeving met een rechtse overheersing heeft de PVDA de zetel in Antwerpen op 2.000 stemmen na niet kunnen halen. Verkeerd zou zijn te denken dat diezelfde trend naar links niet zou bestaan in Vlaanderen omdat de PVDA in Antwerpen naast de zetel grijpt.

De sterkste partij is nu wel de N-VA met meer dan een derde van alle stemmen in Vlaanderen en een vijfde van alle stemmen in België. De grootste politieke groep in het parlement is echter deze van de socialisten (sp.a en PS). De N-VA kan rekenen op 20,26 procent van de stemmen. De sp.a en de PS samen steunen op 20,50 procent van de kiezers, maar waren sterker in 2010 met 22,94 procent van de stemmen.

Sinds 1985 is er geen partij die zoveel stemmen heeft kunnen vergaren in Vlaanderen. De laatste partij was de CVP, de voorouder van de CD&V. In de Antwerpse kieskring piekt de N-VA tot bijna 40 procent met uitschieters zoals in Zandhoven met 49,5 procent. Bart De Wever is ook de kampioen in voorkeurstemmen met 314.650 stemmen.

Hoe komt dat? De N-VA heeft vooral het Vlaams Belang leeggezogen. Het uiterst rechtse Vlaams Belang verliest drie kwart van haar stemmen. Bij de gemeenteraadsverkiezingen was het al duidelijk dat de N-VA en het Vlaams Belang communicerende vaten zijn. Het is echter verkeerd om hierin een versterkte ruk naar rechts te zien van de Vlaamse kiezer.

Interessant om te weten is dat N-VA en het Vlaams Belang samen vandaag voor het federaal parlement minder zetels halen dan 4 jaar geleden.

In 2010 haalde de N-VA 27 zetels en het Vlaams Belang 12 zetels. In 2014 haalt de N-VA 33 zetels en het Vlaams Belang slechts 3 zetels. Samen dus 39 zetels in 2010 en 36 in 2014. Min drie dus. De overwinning van Bart De Wever is dus vooral het resultaat van een verschuiving binnen rechts in Vlaanderen. De linkse ‘familie’ (sp.a en de vooruitgang van Groen en de PVDA) gaat er zelf op vooruit met deze stemming (1). Neem bijvoorbeeld het resultaat voor het Vlaamse parlement. De sp.a verliest wel 40.000 stemmen tegenover 2009, maar de PVDA wint er 63.000 en Groen wint er 88.000 bij. In totaal gaat de ‘linkse familie’ er op vooruit, van 23,08 procent naar 25,22 procent. Voor de Europese verkiezingen is het nog duidelijker. Hier klimt ‘links’ in Vlaanderen van 22,11 procent naar 26,20 procent. Het beeld van de twee tegengestelde democratieën, waarvan de Vlaamse democratie die eenduidig oplossingen zoekt in het rechtse kamp, moet met een grote korrel zout genomen worden. Ook lijkt het duidelijk dat de N-VA weinig of niet meer stemmen heeft weggehaald van de CD&V of andere partijen.

Wat is dan het verschil met vroeger? Bijna alle stemmen van nationalistisch en racistisch rechts zijn nu geconcentreerd in één grote partij, de grootste van Vlaanderen, de grootste van België. De stemmen en de politieke ‘leverage’ van het Vlaams Belang werden jarenlang geneutraliseerd door het ‘cordon sanitaire’. Niemand wenste met hen in zee te gaan. Deze stemmen worden nu politiek geactiveerd door een ‘respectabele partij’ zoals de N-VA die daarenboven van de georganiseerde steun geniet van het patronaat (VOKA, UNIZO), dat ook belangrijke kaders levert. Dit is het grote en belangrijke kwalitatieve verschil. De N-VA is dus het breekijzer van het Vlaamse patronaat en (ook dat van de Waalse patroons) waarmee het alle deuren wil openzetten voor de sociale afbraak.

De N-VA is nu aan zet in de vorming van de Vlaamse en federale regering. Of toch niet? De Franse krant La Libre Belgique drukt het als volgt uit: “De N-VA heeft wel de sleutel in handen maar heeft het slot niet.” De CD&V is het slot. In werkelijkheid heeft de CD&V met het behaalde resultaat van 20 procent de N-VA vast in een houdgreep. Dat is de paradox van het verkiezingsresultaat. De onderhandeling met de CD&V is het pad dat de N-VA moet bewandelen om een plaats te bemachtigen in de varianten van de coalitievorming. Een van de varianten is een federale regering zonder de N-VA. Want mathematisch gezien is een heruitgave van een tripartite regering zoals deze van Di Rupo I mogelijk. Of het politiek mogelijk is, is echter een ander paar mouwen. De druk van het patronaat in Vlaanderen voor een rechtser sociaal economisch beleid met de N-VA aan het roer is groot. Ook is het mogelijk dat de sommige partijen van de tripartite (vooral dan de CD&V en Open VLD) de N-VA medeplichtig willen maken aan een soberheidsbeleid.

Het edito van de Tijd net voor de verkiezingen is overduidelijk: “Welke uitslag er zondagavond ook uit de bus komt, 25 mei moet een kantelmoment zijn. Wat make-up volstaat niet om onze economie weer op de sporen te krijgen en de welvaart te redden. We hebben nu vijf jaar de tijd voor een grondige facelift.” Dit zijn een aantal verwachtingen van de heelkundige ingreep van de Tijd: “Bereid ons voor op de vergrijzing, zet elke Belg 8 jaar langer aan het werk. Vereenvoudig de belastingen, en verschuif ze. Verhoog de kwaliteit van het onderwijs voor iedereen, maar creëer meer elitestudenten. Saneer de begroting, bespaar 1.500 euro per Belg. (…) Omarm ondernemen, maak een Google in België mogelijk. Maak de gezondheidszorg efficiënter, doe het met minder ziekenhuizen.” Het VBO is blij met het verkiezingsresultaat maar verwacht nu de snelle uitvoering van de pro-patronale engagementen.

Groen trekt linkse stemmen

Groen gaat goed vooruit dankzij een duidelijker progressief imago. Op zichtzelf is dit positief. Het probleem is echter dat Groen niet denkt en handelt buiten het kader van de besparingslogica. Groen ziet het alternatief eerder in een verschuiving van de bezuinigingen of in een vertraging van het ritme van besparingen op de kap van de bevolking. Wat met Ecolo is gebeurd tijdens deze verkiezingen, kan na een regeringsdeelname ook plaatsvinden. Want Groen wil graag in de regering en kent geen taboes, zoals dat heet. Met de N-VA in zee gaan is voor Groen geen probleem.

De PS, grootste partij maar betekenisvolle verliezen op linkerflank

Hoewel de PS achteruit boert in stemmenaantal (min 2 procent) en drie zetels verliest in de Kamer, blijft de partij de grootste in Brussel en Wallonië. Voor het Waalse parlement haalt de PS 31 procent, wat 1,8 procent minder is dan in 2009, maar ze wint een zetel. De liberale MR is er niet in geslaagd de Franstalige socialisten te onttronen. In de rode rand van Luik echter daalt de steun van de PS sterk ten voordele van de PTB-GO. Voor de Kamer bijvoorbeeld verliest de Parti Socialiste 13 procent in Herstal, 10,21 procent in Seraing, 11,80 procent in Saint-Nicolas en 11,13 procent in Grâce-Hollogne. Voor het Waalse Parlement zijn de verliezen even groot, -13,18 procent in Herstal, -7,25 procent in Seraing, -11,25 procent in Saint-Nicolas en -9,32 procent in Grâce-Hollogne. Ondanks deze sterke achteruitgang blijft de PS de eerste partij met ongeveer een derde van de stemmen. In de rode bastions van Charleroi worden vergelijkbare verliezen opgetekend.

De opdracht van de nieuwe voorzitter Paul Magnette bestond erin de linkerflank af te schermen tegen de opkomst van de PTB-GO en de kritieken van de FGTB. Verschillende delen van het Waalse FGTB hadden immers openlijk opgeroepen om niet voor de PS te stemmen maar voor PTB-GO. De oproep voor een ‘vote utile’ (een nuttige stem) werd sterk uitgespeeld, de links-rechts-tegenstelling werd centraal geplaatst en het discours en ook sommige programmapunten werden verlinkst. Zelfs enkele eisen, in verwaterde vorm althans, werden van de PVDA overgenomen. In de socialistische vakbond raasde de strijd tussen stemoproepen voor de PS, PTB-GO en voor een ‘sociale’ stem. De PS-leiding kon op verschillende plaatsen rekenen op de openlijke steun van de FGTB, maar niet uitsluitend bij de toplagen van de vakbond. De ogen sluiten voor de nog omvangrijke reserves die de PS heeft in de arbeidersbeweging (vooral bij de politiek meer passieve lagen en de – voorlopig – minder kritische militanten) leidt tot politiek sektarisme. Het is belangrijk voor de PTB-GO en de syndicale steunpunten ervan om deze groepen niet af te schrijven en het politieke dialoog te blijven aangaan met deze achterban. De tactiek van het eenheidsfront (het voorstellen van gemeenschappelijke actie van de PTB en de PS rond concrete eisen die leven in de wijken en de bedrijven) kan helpen met het verder ontmaskeren van de PS-leiding of kan bijdragen tot een interne opdeling in de Parti Socialiste tussen een openlijke linker- en rechtervleugel. De PS-top heeft misbruik gemaakt van de oprechte gevoelens van angst voor een rechtse regering (‘le gouvernement des droites’) om steun te bekomen voor haar ‘realistische beleid’ van soberheid en sociale afbraak. Maar de PS-leiding vergist zich indien ze denkt dat dit een blanco cheque is van haar achterban of van de geledingen van het FGTB.

De sp.a top opgelucht

De sp.a-top slaakt een heuse zucht van opluchting. “We hebben stand gehouden”, zegt Bruno Tobback. Er was een tijd dat de sp.a meer ambitie aan de dag legde. Met minder stemmen behoudt de sp.a toch hetzelfde aantal zetels. De dalende tendens van de sp.a in de laatste 10 jaar zet zich echter verder, op uitzondering van de uitschieter in West-Vlaanderen. Nog meer dan in Franstalig België heeft hier de druk van de ‘nuttige stem’ tegen de N-VA de doorslag gegeven. De openlijke steun van ABVV-topmensen aan de sp.a heeft hier ook een rol gespeeld. Nochtans was het officieel standpunt van het ABVV om ‘links’ te stemmen (sp.a, Groen en PVDA). Net zoals met de PS zou de leiding zich schromelijk vergissen als ze dit resultaat interpreteert als een steun aan het gevoerde beleid. Niet weinig militanten hebben ook dubbel gestemd, vooral dan in het Antwerpse: voor Peter Mertens in de Kamer en voor de sp.a in het Vlaamse en het Europese parlement. De sp.a kondigt een ‘interne evaluatie’ aan. Dat is goed natuurlijk, maar is op zich niets nieuws. De onmiddellijke vraag is of de sp.a niet beter een strijdbare linkse oppositie zou moeten voeren. Termont uit het Gentse wil van geen regering met de N-VA weten. Hiervoor verschillen de programmapunten te veel. Dat is juist. Hans Bonte uit Vilvoorde beweert geen schrik te hebben voor de oppositie. De rest van de partijtop gaat wel voluit voor regeringsdeelname zonder uitsluitsels. Wat ons betreft doet de sp.a er beter aan in de oppositie te gaan en de strijd te voeren samen met de vakbeweging en de PVDA tegen het aangekondigde soberheidsbeleid. Maar dit vereist een volledige ommekeer van denken en van het programma van de sp.a.

Doorbraak PVDA-PTB-GO

Voor het eerst sinds 1985 kent de PVDA/PTB een electorale doorbraak in de federale en regionale verkiezingen. Zo heeft de PTB-GO zich boven de ondemocratische kiesdrempel getild in Luik en Charleroi. De PTB-GO zendt twee vertegenwoordigers in het federaal parlement, twee in het Waalse parlement en nog eens vier in het Brusselse parlement. Deze verkozenen worden gedragen door een wind van politieke misnoegdheid en verlinksing. Op 14 stemmen na had PTB-GO nog een bijkomende zetel gewonnen in het Waalse parlement. In Antwerpen wordt er echter naast een zetel gegrepen. De ontgoocheling is terecht. Hier is de PVDA nog niet zo sterk op electoraal vlak als in Luik of Charleroi. Een zetel in Antwerpen zou de PVDA en de grondstroom achter de PVDA ‘bevestigd’ hebben en een heuse megafoon gegeven hebben. Al diegenen die aan de campagne in de Antwerpse kieskring hebben deelgenomen zullen het beamen: de boodschap sloeg enorm aan. Duizenden discussies op markten, aan bedrijven, deur aan deur in de volkswijken, gaven aan dat er veel misnoegdheid smacht naar een linkse uitdrukking. Zijn de uitgebrachte stemmen voor de PVDA in Antwerpen en in de rest van Vlaanderen dan verloren linkse stemmen? Sommigen denken hierbij: zouden die stemmen niet beter gebruikt zijn geweest om de sp.a of Groen te versterken? Als je louter denkt in termen van de kans op een verkozene, dan is het waar. Al deze stemmen krijgen geen institutionele uitdrukking. “Je koopt er niets mee”, zeggen sommigen. Maar indien je ook in bredere politieke termen denkt, d.w.z. ook in termen van bewustwording en partijopbouw, dan staat dit resultaat niet voor niets. Verre van. Het is een heuse hefboom voor de volgende campagnes en vooral voor de sociale strijd. Dan is er nog de vraag of deze stemmen allemaal naar de sp.a of Groen zouden zijn gegaan. Het is geen geheim dat de PVDA erin is geslaagd stemmen terug te winnen aan rechts, het N-VA in het bijzonder.

Het gevaar voor electoralisme ligt steeds op de loer in dergelijke campagnes. Met electoralisme verstaan we de oppervlakkige zoektocht naar stemmen of de deelname aan verkiezingen waarin het behalen van een zetel het enige doel wordt, de enige toetssteen van het succes van de campagne. Voor marxisten is er meer aan de hand tijdens verkiezingen. Het is het moment waarop de politieke aandacht van bredere lagen van de bevolking getrokken kan worden, het is een kans voor een dialoog met de mensen en het moment waarop je een politiek programma kan uitleggen. De boodschap is niet alleen ‘stem voor ons’, hoe belangrijk dat ook is. Ook en vooral is het: stem voor ons, maar jullie persoonlijke inzet is nog belangrijker, zonder actie en organisatie van de mensen kan een verkozen niets doen. De buitenparlementaire strijd schraagt de parlementaire strijd.

De verkozenen van de PVDA/PTB beschikken in de beweging, op het terrein, over een veel grotere hefboom dan andere partijen. Dat zal wel snel te merken zijn. Naast Charleroi en Luik zijn de Vlaamse uitschieters Antwerpen, waar de PVDA haar score van de gemeenteraadsverkiezingen bevestigt en lichtjes verbetert (8,8 procent) voor de Kamer en Genk (met eveneens 8 procent). In Brussel haalt de PTB-GO haar eerste verkozenen dankzij een heuse campagne maar ook door de kiesbindingen met andere kleinere partijen. Zonder die bindingen was het resultaat van de partij (3,8 procent) onvoldoende geweest zijn voor haar intrede in het regionaal parlement. Maar een unieke kans is nu geboden om de PTB-GO uit te bouwen in de wijken en de vakbonden.

Wat de PVDA ook zou versterken, is duidelijk afstand te nemen van het stalinisme. Peter Mertens heeft midden in de campagne duidelijk standpunt ingenomen tegen het overduidelijk stalinistisch verleden van de PVDA. “Het is een ideologische fout”, bevestigde Peter Mertens op de VRT. Een grondigere verklaring over waarom het stalinisme fout was, hoe het ontstaan is en wat vandaag een socialistisch maatschappijproject is bevrijd van het stalinisme blijft een onbeantwoorde vraag.

Een verkiezing is slechts een momentopname van een politieke toestand in een land. Nu is een van de belangrijkste trekken van de politieke toestand in Europa de vluchtigheid van de politieke opinies van de bevolking. De meningen veranderen snel en bruusk. De kapitalistische crisis, de roofbouw op de mens en de natuur die hier mee gepaard gaat, het verlies van legitimiteit van de staatsinstellingen en de gevestigde partijen, zijn de materiële basis voor deze wilde slingerbewegingen. De politieke verhoudingen die tot stand komen met een stembusslag zijn aan verandering onderhevig. De datum van de volgende verkiezing is niet de enige volgende eindmeet voor de politieke strijd. Grondige politieke veranderingen kunnen ook buiten verkiezingen plaatsvinden. De revolutionaire oprispingen in de rest van de wereld getuigen hiervan.

Alle partijen zullen in de volgende maanden op de proef worden gesteld. Ze zullen gewikt en gewogen worden. De N-VA zal beoordeeld worden op haar zogezegd anti-establishmentgehalte. Als de N-VA haar programma doorvoert, zullen velen een illusie armer worden. Vroeg of laat zal dit sociale strijd uitlokken. In Antwerpen hebben we dit gezien met de staking van het personeel van het stadsbestuur, de protesten rond het BAM-tracé en de spontane acties tegen het fietsverbod op de Turnhoutse baan. Daar waar het patronaat in een aantal bedrijven in Vlaanderen de N-VA-overwinning van 25 mei heeft geanticipeerd, is het niet zo gemakkelijk gegaan. Bij Lanxess Rubber heeft de directie na zes weken staking terug moeten komen op de schrapping van de vorige cao’s. Meer Lanxessen zijn in de maak in de volgende periode. Maar in andere bedrijven heerst er ook gelatenheid. Een krachtdadige aanpak door de vakbonden moet daar verandering in brengen. De socialistische partijen die zich hebben opgeworpen als de enige dam tegen rechts staan onder druk. In de vakbonden is hun krediet geslonken. Ofwel kiezen ze voor een politieke ommezwaai, ofwel gaan ze het lot van de Franse PS, of de Griekse PASOK tegemoet. In Franstalig België is uiterst rechts nog steeds zwak. De Parti Populaire haalt wel twee zetels (in het Waalse parlement en in de Kamer). Maar zonder een echt links alternatief kan de PP of een andere uiterst rechtse formatie aan een opgang beginnen. De PVDA/PTB-GO is goed geplaatst om de megafoon te zijn van de klassenstrijd in de parlementen. Om deze kans maximaal te benutten zal het ook nodig zijn de strijd voor onmiddellijke eisen te verbinden met een breder perspectief van socialistische maatschappijverandering. Want binnen het kapitalisme valt er niet veel te rapen voor de arbeidersklasse.

Erik Demeester - (eerder verschenen op vonk.org op) 28 mei 2014

1) http://blogs.politique.eu.org/Paradoxes-electoraux?var_mode=calcul