In Israël en het Westen wordt het afschieten van raketten vanuit Gaza steevast veroordeeld, omdat ze opzettelijk zouden gericht zijn tegen burgers. Hoe kan men dat bewijzen? De Israëlische overheden zelf zeggen dat er totnogtoe in Israël geen dodelijke slachtoffers vielen, na 673 raketten die niet onderschept werden.

Dat is anders met de Israëlische bombardementen die al tientallen vrouwen en kinderen doodden, en honderden tijdens de vorige oorlog tegen Gaza. De Palestijnse raketten zijn gericht tegen de militaire capaciteiten van Israël. Die zijn van diverse aard, manschappen en materieel, maar overal aanwezig. In de shopping centers van Tel Aviv, op het strand, en aan de Klaagmuur in Jeruzalem, lopen de jongens en meisjes van de Tsahal rond met hun wapen aan de zijde.

“Het internationale recht veroorlooft echter ieder volk onder bezetting zich daartegen te verweren, ook met geweld." Dat schrijft Dries van Agt, jurist, en Nederlands oud-premier (http://www.driesvanagt.nl/index-type=tekst&item=18.php.html )

Israël voert oorlog tegen de Palestijnen. Gaza is een belegerde stad, de Westbank leeft onder militaire bezetting, Oost-Jeruzalem is geannexeerd, en steeds meer Palestijnse grond wordt gestolen door de joodse kolonies. Palestijnse verkozenen en kinderen worden door Israëli’s mishandeld en zitten in Israëlische gevangenissen; het Israëlisch leger vernietigt hun huizen, gebouwen, akkers en waterbronnen, beschiet de vissersboten, en vermoordt hun leiders. Waarom zouden de Palestijnen zich niet met wapens mogen verzetten?

Natuuurlijk komt daarmee geen einde aan de oorlog. Daarvoor is nodig dat Europa het beleid van Tel-Aviv dwingt het internationaal recht en de menselijkheid jegens de Palestijnen te eerbiedigen. Het opschorten van onze vele speciale akkoorden met Israël, en het blokkeren van de bankrekeningen zouden krachtige hefbomen zijn.

Frank Roels (emeritus hoogleraar UGent)