Het WK in Brazilië was een feest. Spektakel, veel goals, en meer dan eens heel mooi voetbal. En net zoals op elk feest zijn pretbedervers niet welkom. Slechts in de marge van het WK werden vragen gesteld over de zin of onzin om 14 miljard dollar uit de noodlijdende Braziliaanse staatskas aan voetbal uit te geven. Hetzelfde geldt voor de arbeiders die het leven lieten bij de bouw van de stadia: the show must go on.
Nu het feest voorbij is, hebben we niet langer een excuus om fundamentele morele vragen niet te stellen. Hoe is het mogelijk dat wij die prat gaan op ons respect voor de universele mensenrechten een sportief topevenement toekennen aan gastlanden waar diezelfde mensenrechten systematisch geschonden worden? Waar haalt het voetbal het recht om amoreel te mogen zijn? Om zich geen lastige vragen te moeten stellen? Met voetbal is veel geld gemoeid. Klopt het dan toch, dat met geld alles te koop is? Zelfs een zuiver geweten?
De volgende twee wereldbekers gaan door in Rusland (2018) en Qatar (2022). Wat een miscast door de FIFA. Het aantal migrantenarbeiders dat in Qatar op de bouwwerven sterft is schokkend. Volgens cijfers van de Britse kwaliteitskrant The Guardian gaat het om 500 Indiërs sinds 2012 en 380 Nepalezen in 2013. Tijdens de bouw van stadia voor het WK stierven tot nu toe 5 arbeiders in Rusland, 2 in Zuid-Afrika, en geen enkele in Duitsland.
De rapporten over de leef- en arbeidsomstandigheden van de 1,8 miljoen arbeidsmigranten in Qatar zijn ontnuchterende WK-lectuur. Arbeiders moeten werken in een verzengende hitte van meer dan 40 graden. Velen krijgen geen gratis water of voldoende voedsel. Paspoorten worden in beslag genomen. Het loon valt lager uit dan beloofd. Dat is niets anders dan moderne slavernij.
Qatar weigert om vakbonden toe te laten of een minimumloon in te voeren. Bovenal raakt het land niet aan de kern van het probleem: het feodale kafalamechanisme waarbij arbeidsmigranten via een sponsor aan een visum geraken mits het betalen van een premie die kan oplopen tot 3.500 dollar. Diep in de schulden vallen ze daarna ten prooi aan misbruik en dwangarbeid.
FIFA-baas Sepp Blatter blijft blind en doof voor alle klachten. Maar de FIFA, dat zijn wij allemaal. Laten we scherp zijn in onze analyse en de verantwoordelijkheid ook in eigen land leggen. De (voet)bal ligt in het kamp van onze buitenlandminister en de Belgische bedrijven die met Qatarese onderaannemers in zee gaan. Onder meer het bouwbedrijf Besix en de technologiereus Barco vissen naar lucratieve contracten voor het WK. Om te vermijden dat ons land en onze bedrijven betrokken worden bij ernstige mensenrechtenschendingen, is het nodig om het investeringsverdrag tussen België en Qatar grondig te herzien. Garanties voor mensenrechten, arbeidsomstandigheden en het leefmilieu moeten we verankeren. Ondertussen is het aan de Belgische ambassade in Doha om onze bedrijven te informeren over de arbeidsomstandigheden bij de lokale onderaannemers. Als blijkt dat onze bedrijven winst maken uit de arbeid van moderne slaven, is het niet meer dan terecht dat zij medeverantwoordelijk gesteld worden voor de mensenrechtenschendingen die de onderaannemers begaan.
Alles is moraal. Niemand van ons heeft het recht, of de luxe, om zich geen vragen te stellen over de gevolgen van onze daden. Ook het voetbal niet.
Wouter De Vriendt - (dit opiniestuk verscheen op in De Standaard op) 16 juli 2014